Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2002
gepubliceerd op 26 april 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2001-2002 betreffende loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012487
pub.
26/04/2002
prom.
02/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/02/2002012487/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2001-2002 betreffende loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 1972, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het vervoer van de bedienden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 januari 1973, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, houdende oprichting van een "Fonds voor de bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven van risicogroepen en bedienden in de scheikundige nijverheid", laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van respectievelijk 12 mei 1992 en 26 april 2000;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 september 1991, laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 mei 2001;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het minimumbarema en de maandwedden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 april 2000, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 april 2000, inzonderheid op de artikelen 3 en 8;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 april 2000, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de minimumwedde voor de handelsvertegenwoordigers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 april 2000, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2001-2002 betreffende loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 2 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 25 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 22 februari 1973.

Koninklijk besluit van 13 september 1991, Belgisch Staatsblad van 15 november 1991.

Koninklijk besluit van 12 mei 1992, Belgisch Staatsblad van 8 juli 1992.

Koninklijk besluit van 26 april 2000, Belgisch Staatsblad van 26 september 2000.

Koninklijk besluit van 26 april 2000, Belgisch Staatsblad van 26 september 2000.

Koninklijk besluit van 26 april 2000, Belgisch Staatsblad van 3 oktober 2000.

Koninklijk besluit van 26 april 2000, Belgisch Staatsblad van 3 oktober 2000.

Koninklijk besluit van 27 april 2000, Belgisch Staatsblad van 22 maart 2001.

Koninklijk besluit van 31 mei 2001, Belgisch Staatsblad van 25 juli 2001.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2001 Nationaal akkoord 2001-2002 betreffende loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 19 april 2001 onder het nummer 57038/CO/207) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door dit paritair comité, met uitzondering van artikel 6, dat van toepassing is op de handelsvertegenwoordigers.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de vrouwelijke en mannelijke bedienden.

Duur

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een duur van twee jaar, van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002.

Basisafspraken voor het sociaal overleg op ondernemingsvlak

Art. 3.De sociale gesprekspartners van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid onderschrijven ten volle de basisafspraken opgenomen in het interprofessioneel akkoord 2001-2002 gesloten op 22 december 2000.

Zij vragen ondubbelzinnig aan de onderhandelaars op ondernemingsvlak om de bepalingen van het interprofessioneel akkoord, inzake loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling te volgen.

Minimumbarema

Art. 4.Vanaf 1 maart 2001 wordt het minimumbarema, vastgelegd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het minimumbarema en de maandwedden, (algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 april 2000 Belgisch Staatsblad van 3 oktober 2000), dat van kracht is op 28 februari 2001, met 1 pct. verhoogd.

Vanaf 1 januari 2002 wordt bedoeld minimumbarema, van kracht op 31 december 2001, met 12,39 EUR bruto verhoogd.

Weddenverhoging

Art. 5.De maandwedde, zoals bepaald op 31 december 2000, van de voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde bedienden van de ondernemingen zonder syndicale afvaardiging, wordt uiterlijk per 1 januari 2002 verhoogd met 18,59 EUR bruto, onverminderd de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst terzake van 17 maart 1998 (algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 april 1999, Belgisch Staatsblad van 3 juni 1999).

Deze verhoging gebeurt in voorafname en/of na verrekening van alle andere, volgens bedrijfseigen modaliteiten, effectieve verhogingen van het loon en/of andere geldelijke of in geld waardeerbare toegekende nieuwe voordelen waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever.

Deze verhogingen en/of voordelen zijn aan hun brutowaarde aan te rekenen op de verhoging bepaald door de huidige overeenkomst.

Voor de deeltijds tewerkgestelde gebaremiseerde bedienden wordt de maandwedde pro rata hun arbeidsprestaties en onder dezelfde voorwaarden als de voltijdsen verhoogd.

Handelsvertegenwoordigers

Art. 6.§ 1. Eindejaarspremie.

Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de specifieke regeling van eindejaarspremie van de handelsvertegenwoordigers, gesloten op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt door de volgende tekst vervangen : « De eindejaarspremie die toegekend wordt aan de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde bedienden wordt als volgt vastgesteld : - voor het jaar 2001, en uiterlijk betaalbaar in januari 2002, wordt door de werkgever een eindejaarspremie toegekend gelijk aan 60 pct. van het tot 1 735,25 EUR bruto begrensde maandloon (vaste wedde vermeerderd met eventuele gemiddelde commissielonen) van december 2001; - vanaf het jaar 2002, en uiterlijk betaalbaar in januari 2003, wordt door de werkgever een eindejaarspremie toegekend gelijk aan 70 pct. van het tot 1 735,25 EUR bruto begrensd maandloon (vaste wedde vermeerderd met eventuele gemiddelde commissielonen) van december 2002.

Voor de handelsvertegenwoordiger, waarvan de wedde geheel of gedeeltelijk samengesteld is uit commissielonen, wordt de premie berekend op het maandgemiddelde van dit loon van de laatste 12 maanden.

Deze toekenning gebeurt in voorafname en/of na verrekening van alle andere, volgens bedrijfseigen modaliteiten, geldelijke of in geld waardeerbare toegekende voordelen, welke ook hun benaming weze, waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever. » § 2. Minimumwedde.

Artikel 2, tweede lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de minimumwedde voor de handelsvertegenwoordigers, wordt vervangen als volgt : « Het minimumloon wordt maandelijks als voorschot op het eventueel commissieloon betaald en de eindrekening wordt op het einde van elk jaar vastgesteld op basis van de lonen berekend op een gemiddelde van twaalf maanden. » Mobiliteit

Art. 7.De collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de vervoerskosten van de bedienden, gesloten op 5 juli 1972 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, zal gewijzigd worden om, overeenkomstig het interprofessioneel akkoord 2001-2002, gesloten op 22 december 2000, behalve in het geval waarin de werkgevers zelf het vervoer van hun bedienden organiseren en financieren, de bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten gedragen door de bedienden tot maximum 60 pct. van de prijs van de treinkaart, 2de klasse van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen te brengen. Een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst zal de modaliteiten van voornoemde bijdrage van de werkgevers vastleggen.

Conventioneel brugpensioen

Art. 8.§ 1. Brugpensioen vanaf 58 jaar.

De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 4 mei 1999, in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die per 31 december 2000 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd met behoud van de erin vastgelegde modaliteiten. § 2. Brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan.

De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 4 mei 1999, in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2000 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd met behoud van de erin vastgelegde modaliteiten. § 3. Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar.

Het halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar wordt, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, voor de bedienden mogelijk gemaakt via een toetredingsprocedure die door een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst zal worden vastgesteld.

Syndicale vorming

Art. 9.§ 1. In lid 1 en lid 3 van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de syndicale vorming, gesloten op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid wordt het cijfer "117" vervangen door het cijfer "150". § 2. Het bedrag van 74 368,06 EUR vermeld in het eerste lid van artikel 8 van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 4 mei 1999 wordt, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, gebracht op 99 157,41 EUR per jaar.

Art. 10.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de gebruiksmodaliteiten van de syndicale vorming in een daartoe op te richten werkgroep besproken worden.

Financiering van het voordeel aan de gesyndiceerde bedienden

Art. 11.Artikel 8, tweede lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de syndicale vorming, gesloten op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt als volgt gewijzigd : « Met ingang van 1 januari 2002 zorgt deze financiële reserve bovendien voor de dekking van een gedeelte van de jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden onder de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde bedienden, ten belope van jaarlijks 1 536 939,85 EUR. » Fonds voor vorming (0,10 pct. - risicogroepen)

Art. 12.De collectieve arbeidsovereenkomst tot verlenging van het fonds voor beroepsvorming van de bedienden uit de scheikundige nijverheid, gesloten op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid zal voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden verlengd. Hetzelfde zal gelden voor de collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan voornoemd fonds, eveneens gesloten op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Tijdskrediet - 1/5e loopbaanvermindering

Art. 13.§ 1. Tijdskrediet.

Het recht op tijdskrediet, voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 gesloten op 14 februari 2001 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt uitgebreid tot een duur van maximum 5 jaar over de gehele loopbaan.

Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77, te gebeuren per minimumperiode van 3 maanden.

Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van het tweede tot en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve voorwaarden nageleefd te worden : - het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar; - de bedienden die van dat recht op tijdskrediet gebruik wensen te maken, dienen minstens vijf jaar anciënniteit bereikt te hebben.

De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren. § 2. 1/5e loopbaanvermindering.

De ondernemingen kunnen, overeenkomstig artikel 6, § 2, van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van de Nationale Arbeidsraad, de concrete toepassingsmodaliteiten bepalen van het stelsel van 1/5e loopbaanvermindering voor de voltijdse bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld.

De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren.

Stress - Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 van de Nationale Arbeidsraad

Art. 14.Overeenkomstig punt 9 van het voornoemd interprofessioneel akkoord, wijzen de ondertekenende partijen op de belangrijkheid van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, voor het welzijn van de bedienden en voor de goede werking van de onderneming. Zij sluiten zich aan bij de aanbeveling van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 om de in deze collectieve arbeidsovereenkomst naar voren gebrachte voorstellen in praktijk om te zetten en vestigen de aandacht op de positieve inbreng die de preventiediensten kunnen hebben.

Overgang naar de euro

Art. 15.De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de eerste en vierde kolom van de volgende rij(en) van onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Overleg en sociale vrede

Art. 16.Met inachtneming van de sociale vrede en van de procedures eigen aan de scheikundige nijverheid, erkennen de ondertekenende partijen namens hun mandaatgevers, dat zij voor de materies die deel uitmaken van deze collectieve arbeidsovereenkomst aan elkaars verwachtingen hebben voldaan.

Zij is gesloten te goeder trouw, en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze bij hun mandaatgevers te doen toepassen, zowel naar de letter als naar de geest.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^