Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2003
gepubliceerd op 05 juni 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de groentennijverheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012152
pub.
05/06/2003
prom.
02/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/02/2003012152/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de groentennijverheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de groentennijverheid.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 Loon- en arbeidsvoorwaarden in de groentennijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 25 juli 2001 onder het nummer 58093/CO/118.09) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van groentenconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepbevroren groenten, het schoonmaken of bereiden van verse groenten.

Tot de sector van de groentenconservennijverheid behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige producten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries. § 2. Met "arbeiders" wordt de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Uurlonen

Art. 2.Op 1 mei 2001 gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders, ongeacht hun leeftijd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze minimumuurlonen worden verhoogd op 1 juni 2002 met 1 pct. en op 1 november 2002 met een percentage bepaald overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 betreffende de loonevolutie 2001-2002 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid.

Het resultaat van deze loonsverhogingen wordt afgerond op twee decimalen.

Art. 3.In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) de volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK III. - Seizoenpremie

Art. 4.De volgende seizoenpremies worden betaald : - voor categorie I : na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0124 EUR per uur; na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0248 EUR per uur. - voor categorie II : na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,0124 EUR per uur; na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0248 EUR per uur; na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0370 EUR per uur.

Deze premies worden beperkt tot een seizoen van vier maanden, in principe vastgesteld van 1 juli tot 31 oktober.

Deze periode van vier maanden kan lichtelijk verplaatst worden voor redenen van klimaat; in dit geval zal de werkgeversfederatie op voorhand de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en de erin vertegenwoordigde organisaties verwittigen.

De seizoenpremie mag onderworpen worden aan getrouwheidsvoorwaarden; deze dienen in de onderneming in gemeenschappelijk akkoord vastgesteld te worden.

Art. 5.Deze premies zijn niet van toepassing op de ondernemingen waar reeds een gelijkaardig of gelijkwaardig voordeel wordt toegekend in een andere vorm, of wanneer de werkelijk uitbetaalde lonen de minimumuurlonen overschrijden met een bedrag dat gelijk is aan of hoger is dan deze premies.

Wanneer de werkelijk uitbetaalde lonen de minimumlonen overschrijden zonder dat het verschil het bedrag van de premies bereikt, moeten de nodige aanvullingen toegepast worden. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 6.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid. Zij stemmen overeen met de stabilisatieschijf 102,82 inbegrepen - 106,98 niet inbegrepen, zoals deze voortvloeit uit de toepassing van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Premie voor nachtarbeid

Art. 7.Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10 pct. met een minimum van 0,50 EUR wordt toegekend aan de arbeiders die 's nachts tewerkgesteld worden.

Deze uurtoeslag wordt op 1 oktober 2002 gebracht op 10 pct. met een minimum van 0,93 EUR.

Art. 8.De nacht omvat een periode van 8 uren, die beschouwd worden als zijnde vastgesteld van 22 tot 6 uur.

Deze periode kan nochtans van 21 tot 5 uur, of van 23 tot 7 uur, vastgesteld worden, mits dit vermeld wordt in het arbeidsreglement.

Art. 9.Deze premie wordt slechts geheel of gedeeltelijk betaald als in de onderneming nog geen voordelen van gelijke waarde, gebaseerd op dezelfde criteria, bestaan.

Art. 10.De nachtpremie is niet van toepassing op de uren waarvoor een loontoeslag van 50 of 100 pct. voor overwerk van toepassing is. HOOFDSTUK VI. - Premie voor ploegenarbeid

Art. 11.Een minimumuurtoeslag van : - 0,27 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de ochtendploeg; - 0,27 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de middagploeg.

Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 0,54 EUR voor het geheel van deze 2 ploegen.

Deze minimumuurtoeslagen worden op 1 oktober 2002 gebracht op : - 0,30 EUR voor de arbeid geleverd in de ochtendploeg; - 0,30 EUR voor de arbeid geleverd in de middagploeg.

Deze premies mogen vanaf 1 oktober 2002 vervangen worden door een premie van 0,60 EUR voor het geheel van deze 2 ploegen.

Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld : - voor de ochtendploeg : van 6 tot 14 uur; - voor de middagploeg : van 14 tot 22 uur.

Art. 12.De in artikel 11 voorziene premies mogen verminderd worden ten belope van bestaande premies toegekend volgens gelijkwaardige criteria.

Art. 13.De niet betaalde rust voor ploegenwerk is tot 1/2 uur veralgemeend voor alle categorieën. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt die van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de groentennijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 september 2000 (Belgisch Staatsblad van 31 oktober 2000).

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

Commentaar : De in artikel 2, vermelde minimumuurlonen op 1 mei 2001 bedragen in Belgische frank : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De in artikel 4 vermelde seizoenpremie op 1 mei 2001 bedragen in Belgische frank : - voor categorie I : na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,50 BEF per uur; na 4 opeenvolgende seizoenen : 1,00 BEF per uur. - voor categorie II : na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,50 BEF per uur; na 3 opeenvolgende seizoenen : 1,00 BEF per uur; na 4 opeenvolgende seizoenen : 1,50 BEF per uur.

De in artikel 7 vermelde minimum nachtpremie bedraagt 20 BEF op 1 mei 2001.

De in artikel 11 vermelde ploegenpremies op 1 mei 2001 bedragen in Belgische frank : - 11 BEF voor de arbeid geleverd in de ochtendploeg; - 11 BEF voor de arbeid geleverd in de middagploeg.

Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 22 BEF voor het geheel van deze 2 ploegen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2003 De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^