Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2004
gepubliceerd op 22 april 2004

Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2004014076
pub.
22/04/2004
prom.
02/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/02/2004014076/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 APRIL 2004. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 4, eerste lid, 2°, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 december 1978 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden van het personeel van de Post, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 september 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbanen van de ambtenaren van het Ministerie van Vervoer en Infrastructuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 maart 1999 en 22 januari 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 1998 betreffende de werving en de bevordering van sommige personeelsleden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 april 1999 en 22 januari 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 april 1999, 3 november, 4 december 2001, 4 september 2002 en 18 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 maart 2001, 4 december 2001, 4 september 2002 en 18 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 september 2003;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 februari 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 1 april 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 24 februari 2004;

Gelet op het protocol nr. 2004/1 van 25 maart 2004 van het Sectorcomité VI;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de hervorming tot doel heeft de federale overheidsdienst om te vormen tot een dynamische organisatie die niet alleen een betere dienstverlening aan de gebruiker beoogt, maar ook een betere werkgever wil zijn;

Overwegende dat een radicale verandering van de oriëntatie in het personeelsbeleid één van de peilers is van genoemde hervorming en dat de modernisering van de loopbanen van de Rijksambtenaren hiervan een essentieel element uitmaakt;

Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbaan van het personeel van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer zo vlug mogelijk moet worden gerealiseerd, gebaseerd op de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 5 september 2002;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Integratie van gemene en bijzondere loopbanen bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer met uitzondering van de Afzonderlijke Personeelsformatie, in de nieuwe opgerichte loopbanen Afdeling 1. - Integratie van de ambtenaren van niveaus 3 en 4 in

niveau D

Artikel 1.De volgende graden worden geschrapt bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer : - in rang 30 : wegbrigadier (afgeschafte graad); werktuigkundige (Luchtvaart); - in rang 32 : hoofdwerktuigkundige (Luchtvaart).

Art. 2.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2003 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna opgenomen zijn in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : wegbrigadiertechnisch (afgeschafte graad) medewerker werktuigkundige (Luchtvaart) hoofdwerktuigkundige (Luchtvaart) § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, desgevallend, in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.

De anciënniteit verkregen in niveau 3 wordt geacht verkregen te zijn in niveau D.

Art. 3.§ 1. De in artikel 2, § 1 bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit. § 2. De door deze ambtenaren verworven geldelijke anciënniteit wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 4.§ 1. In afwijking van artikel 3, § 1, behouden de ambtenaren benoemd in de graad van technisch medewerker, voorheen bekleed met de geschrapte graad van wegbrigadier (afgeschafte graad) en voorheen begunstigde, bij wijze van overgangsmaatregel, van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 14.631,15 - 19.844,79 3/1 x 218,66 4/2 x 266,79 10/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A) § 2. In afwijking van artikel 3, § 1, behouden de ambtenaren benoemd in de graad van technisch medewerker, voorheen bekleed met de geschrapte graad van wegbrigadier (afgeschafte graad), laureaat van de beroepsproef ingericht tussen 1 juli 1998 en 1 juli 2000, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 14.631,15 - 19.844,79 3/1 x 218,66 4/2 x 266,79 10/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A) § 3. In afwijking van artikel 3, § 1, behouden de ambtenaren benoemd in de graad van technisch medewerker, voorheen bekleed met de geschrapte graad van werktuigkundige (Luchtvaart) en voorheen begunstigde, bij wijze van overgangsmaatregel, van één van de hierna vermelde weddenschalen, het voordeel van deze weddenschaal : 12.946,14 - 17.553,56 3/1 x 140,09 5/2 x 278,95 8/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A) 13.322,58 - 18.165,71 3/1 x 218,66 5/2 x 278,95 8/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A) 15.848,11 - 21.101,55 3/1 x 218,66 4/2 x 266,79 10/2 x 353,03 (Kl. 18j. - N. D - G. A)

Art. 5.§ 1. De ambtenaren die titularis waren van een geschrapte gemene graad van niveau 3 en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage 1 bij dit besluit. § 2. De door deze ambtenaren verworven geldelijke anciënniteit wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 6.§ 1. In afwijking van artikel 5, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker, voorheen bekleed met de geschrapte graad van klerk en voorheen begunstigde, bij wijze van overgangsmaatregel, van één van de hierna vermelde weddenschalen, het voordeel van deze weddenschaal : 12.861,40 - 17.180,42 3/1 x 140,09 5/2 x 221,27 8/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A) 12.989,76 - 17.597,18 3/1 x 140,09 5/2 x 278,95 8/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A) 13.953,44 - 16.198,16 3/1 x 108,72 2/2 x 151,28 10/2 x 161,60 (Kl. 18j. - N. D - G. A) 14.011,63 - 19.225,27 3/1 x 218,66 4/2 x 266,79 10/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A) 14.631,15 - 19.844,79 3/1 x 218,66 4/2 x 266,79 10/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A) 16.396,20 - 18.822,25 3/1 x 110,92 3/2 x 151,28 7/2 x 171,89 2/2 x 218,11 (Kl. 18j. - N. D - G. A) 16.686,13 - 21.947,94 3/1 x 218,66 4/2 x 262,42 1/2 x 349,78 1/2 x 352,61 8/2 x 356,72 (Kl. 18j. - N. D - G. A) § 2. In afwijking van artikel 3, § 1, behouden de ambtenaren benoemd in de graad van administratief medewerker, voorheen bekleed met de geschrapte graad van klerk, laureaat van de beroepsproef ingericht tussen 1 juli 1998 en 1 juli 2000, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 14.631,15 - 19.844,79 3/1 x 218,66 4/2 x 266,79 10/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A)

Art. 7.In afwijking van artikel 5, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van technisch medewerker, voorheen bekleed met de geschrapte graad van vakman en voorheen begunstigde, bij wijze van overgangsmaatregel, van één van de hierna vermelde weddenschalen, het voordeel van deze weddenschaal : 12.946,14 - 17.553,56 3/1 x 140,09 5/2 x 278,95 8/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A) 13.322,58 - 18.165,71 3/1 x 218,66 5/2 x 278,95 8/2 x 349,05 (Kl. 18j. - N. D - G. A) 15.848,11 - 21.101,55 3/1 x 218,66 4/2 x 266,79 10/2 x 353,03 (Kl. 18j. - N. D - G. A) Afdeling 2. - Integratie van de ambtenaren van niveau 2 in niveau C

Art. 8.De volgende graden worden geschrapt bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer : - in rang 20 : adjunct-controleur (Luchtvaart) (afgeschafte graad); controleur (Vervoer te Land); scheepvaartcontroleur; - in rang 22 : hoofdcontroleur (Vervoer te Land); hoofdscheepvaartcontroleur; vliegtuigbestuurder.

Art. 9.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2003 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna opgenomen zijn in de linkerkolom, worden op basis van hun functiebeschrijving, gevalideerd door de Directeur-generaal van het betrokken Directoraat-generaal, benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : controleur (Vervoer administratief te Land), administratieve assistent functie scheepvaartcontroleur, administratieve functie hoofdcontroleur (Vervoer te Land), administratieve functie hoofdscheepvaartcontroleur, administratieve functie controleur (Vervoer technisch te Land), technische assistent functie scheepvaartcontroleur, technische functie hoofdcontroleur (Vervoer te Land), technische functie hoofdscheepvaartcontroleur, technische functie § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren in aanmerking genomen.

De anciënniteit verworven in niveau 2 wordt geacht verkregen te zijn in niveau C.

Art. 10.§ 1. De in artikel 9, § 1 bedoelde ambtenaren worden op 1 december 2003 ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit. § 2. De geldelijke anciënniteit verworven door de in § 1 bedoelde ambtenaren wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 11.§ 1. In afwijking van artikel 10, § 1, behouden de ambtenaren benoemd in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdcontroleur (Vervoer te Land) of hoofdscheepvaartcontroleur en voorheen begunstigde van de weddenschaal 22B, het voordeel van deze weddenschaal, opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen. § 2. In afwijking van artikel 10, § 1, behouden de ambtenaren benoemd in de graad van technisch assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdcontroleur (Vervoer te Land) of hoofdscheepvaartcontroleur en voorheen begunstigde van de weddenschaal 22B, het voordeel van deze weddenschaal, opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen.

Art. 12.§ 1. In afwijking van artikel 10, § 1, behouden de ambtenaren benoemd in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van controleur (Vervoer te Land) of hoofdcontroleur (Vervoer te Land) of scheepvaartcontroleur of hoofdscheepvaartcontroleur en voorheen begunstigde van één van de hierna vermelde weddenschalen, bij wijze van overgangsmaatregel, het voordeel van deze weddenschaal : 1° 14.485,59 - 22.859,91 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 11/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 2° 14.886,10 - 23.438,48 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 3° 19.086,35 - 28.262,34 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 4° 19.532,24 - 28.708,23 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 5° 20.334,86 - 29.510,85 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 6° 23.009,87 - 32.106,47 3/1 x 267,60 2/2 x 312,15 2/2 x 713,40 10/2 x 624,27 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 2. De ambtenaren bedoeld in § 1, 1° en 2°, kunnen deelnemen aan competentiemeting 1.

De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 3. In afwijking van § 2, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal CA1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in § 1, 1° en 2°.

Art. 13.§ 1. In afwijking van artikel 10, § 1, behouden de ambtenaren benoemd in de graad van technisch assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van controleur (Vervoer te Land) of hoofdcontroleur (Vervoer te Land) of scheepvaartcontroleur of hoofdscheepvaartcontroleur en voorheen begunstigde van één van de hierna vermelde weddenschalen, bij wijze van overgangsmaatregel, het voordeel van deze weddenschaal : 1° 14.485,59 - 22.859,91 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 11/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 2° 14.886,10 - 23.438,48 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 3° 19.086,35 - 28.262,34 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 4° 19.532,24 - 28.708,23 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 5° 20.334,86 - 29.510,85 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 6° 23.009,87 - 32.106,47 3/1 x 267,60 2/2 x 312,15 2/2 x 713,40 10/2 x 624,27 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 2. De ambtenaren bedoeld in § 1, 1°en 2°, kunnen deelnemen aan competentiemeting 1.

De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 3. In afwijking van § 2, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal CT1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in § 1, 1° en 2°. § 4. In afwijking van § 2, kunnen de ambtenaren, benoemd in de graad van technisch assistent en voorheen bekleed met de geschrapte graad van controleur (Vervoer te Land), die bezoldigd werden in de weddenschaal 20A, 20B of één van de weddenschalen opgenomen in § 1, 1°en 2°, deelnemen aan competentiemeting 2.

Art. 14.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 9 voorheen begunstigden van de weddenschaal 20B of van de in de artikelen 12, § 1, 1°en 2°, en 13, § 1, 1°en 2°, vermelde weddenschaal, bekomen, na afloop van de periode van 8 jaar gedurende dewelke zij recht hadden op de jaarlijkse competentietoelage verbonden aan competentiemeting 1, desgevallend, de weddenschaal CA2 of CT2.

Zij kunnen deelnemen aan competentiemeting 3. § 2. In afwijking van § 1, bekomen de ambtenaren, benoemd in de graad van technisch assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van controleur (Vervoer te Land) en voorheen begunstigden van de weddenschaal 20A, 20B of van de in het artikel 13, § 1, 1°en 2°, vermelde weddenschaal, de weddenschaal CT2, nadat ze geslaagd zijn voor competentiemeting 2. § 3. De ambtenaren die overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit ingeschaald zijn in CA2 of CT2, kunnen deelnemen aan competentiemeting 4.

De geslaagden van deze competentiemeting die een anciënniteit van 4 jaar hebben in de weddenschaal CA2 of CT2, bekomen de weddenschaal CA3 of CT3.

De anciënniteit verworven in de oude weddenschaal 20 E wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze 4 jaar.

De ambtenaren die gedurende 6 jaar de weddenschaal CA3 of CT3 hebben genoten, bekomen, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 22B opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen. § 4. De ambtenaren titularis van de geschrapte graad van hoofdcontroleur (Vervoer te land) of van hoofdscheepvaartcontroleur en voorheen begunstigden van de weddenschaal 22A, die overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit ingeschaald zijn in CA3 of CT3, bekomen bij voorrang na 6 jaar de weddenschaal 22B opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, voor zover er betrekkingen vacant zijn in deze weddenschaal en in de volgende orde van voorkeur : 1° de ambtenaar met de grootste graadanciënniteit;2° bij gelijkheid van graadanciënniteit, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit;3° bij gelijkheid van dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar. Hun graadanciënniteit wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze periode van 6 jaar.

Art. 15.§ 1. Bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer omvat het niveau C de afgeschafte graad van vliegtuigbestuurder. § 2. De ambtenaren die op 1 december 2003 titularis zijn van de geschrapte graad van vliegtuigbestuurder worden ambtshalve benoemd in de afgeschafte graad van vliegtuigbestuurder. § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de in § 2 bedoelde ambtenaren, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren in aanmerking genomen.

De anciënniteit verkregen in niveau 2 wordt geacht verkregen te zijn in niveau C. § 4. De weddenschaal verbonden aan de afgeschafte graad van vliegtuigbestuurder wordt vastgesteld als volgt : 24.346, 18 - 32.017,34 3/1 x 623,61 5/2 x 958,71 1/ 2 x 1.006,78 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 5. In afwijking van § 3, behouden de ambtenaren titularis van de afgeschafte graad van vliegtuigbestuurder, voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, bij wijze van overgangsmaatregel, het voordeel van deze weddenschaal : 24.105,14 - 33.310,55 3/1 x 623,61 7/2 x 958,71 1/ 2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 6. De geldelijke anciënniteit verworven door de in § 2 en §§ 4 tot 5 bedoelde ambtenaren, wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 16.§ 1. De ambtenaren die titularis waren van een geschrapte gemene graad van niveau 2 en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage 1 bij dit besluit. § 2. De door deze ambtenaren verworven geldelijke anciënniteit wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 17.§ 1. In afwijking van artikel 16, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent of technisch assistent voorheen bekleed, in voorkomend geval, met de geschrapte graad van bestuursassistent of technicus, en voorheen begunstigde, bij wijze van overgangsmaatregel, van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 16.416,43 - 24.968,81 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren worden overeenkomstig de bijlage 1 bij dit besluit ingeschaald in CA1 of CT1.

Deze ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 1.

De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 3. In afwijking van § 2, derde lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal CA1 of CT1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in § 1. § 4. Deze ambtenaren bekomen, na afloop van de periode van 8 jaar gedurende dewelke zij recht hadden op de jaarlijkse competentietoelage verbonden aan competentiemeting 1, desgevallend, de weddenschaal CA2 of CT2.

Zij kunnen deelnemen aan competentiemeting 3.

De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 5. In afwijking van § 4, derde lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal CA2 of CT2 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in § 1.

Art. 18.§ 1. In afwijking van artikel 16, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent of technisch assistent voorheen bekleed, in voorkomend geval, met de geschrapte graad van bestuursassistent of technicus, en voorheen begunstigde, bij wijze van overgangsmaatregel, van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 19.086,35 - 28.262,34 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 2. In afwijking van artikel 16, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent of technisch assistent, voorheen bekleed, in voorkomend geval, met de geschrapte graad van bestuurschef of hoofdtechnicus, en voorheen begunstigde, bij wijze van overgangsmaatregel, van één van de hierna vermelde weddenschalen, het voordeel van deze weddenschaal : 19.086,35 - 28.262,34 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 20.334,86 - 29.510,85 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 20.869,91 - 30.045,90 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) 23.009,87 - 32.106,47 3/1 x 267,60 2/2 x 312,15 2/2 x 713,40 10/2 x 624,27 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 3. De in §§ 1 en 2 bedoelde ambtenaren worden overeenkomstig de bijlage 1 bij dit besluit ingeschaald in de weddenschaal CA3 of CT3. Afdeling 3. - Integratie van de ambtenaren van niveau 2+ in niveau B

Art. 19.De volgende graden worden geschrapt bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer : - in rang 26 : officier-werktuigkundige A (afgeschafte graad); controleur (Luchtvaart); scheepvaartdeskundige; - in rang 28 : eerstaanwezend controleur (Luchtvaart); hoofdscheepvaartdeskundige; scheepvaartinspecteur (machines).

Art. 20.§ 1. Bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer omvat niveau B de graad van scheepvaartinspecteur (machines). § 2. De ambtenaren die op 1 december 2003 titularis zijn van de geschrapte graad van scheepvaartinspecteur (machines) worden ambtshalve benoemd in de graad van scheepvaartinspecteur (machines). § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de in § 2 bedoelde ambtenaren, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad in aanmerking genomen.

De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B. § 4. De weddenschaal verbonden aan de graad van scheepvaartinspecteur (machines) wordt vastgesteld als volgt, met ingang van 1 december 2003 : 24.527,57 - 33.597,79 3/1 x 267,31 2/2 x 312,09 4/2 x 712,64 5/2 x 958,71 (Kl. 24j. - N. B - G. A) § 5. De weddenschaal verbonden aan de graad van scheepvaartinspecteur (machines) wordt vastgesteld als volgt, met ingang van 1 januari 2005 : 24.533,00 - 35.196,00 3/1 x 372,00 2/2 x 293,00 3/2 x 673,00 3/2 x 839,00 3/2 x 1.030,00 3/2 x 445,00 (Kl. 24j. - N. B - G. A) § 6. In afwijking van § 5, wordt de weddenschaal bepaald in § 5, toegekend met ingang van 1 januari 2004, op voorwaarde dat de controledoelstellingen, vastgelegd voor het jaar 2004, gerespecteerd zijn en dit in verhouding tot de realisatie van deze doelstellingen. § 7. De geldelijke anciënniteit verworven door de in § 2 en §§ 4 tot 5 bedoelde ambtenaren, wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 21.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2003 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna in de linkerkolom zijn opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : controleur (Luchtvaart) technisch eerstaanwezend deskundige controleur (Luchtvaart) § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, in voorkomend geval, de diensten gepresteerd in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.

De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B.

Art. 22.§ 1. De in artikel 21, § 1, bedoelde ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van controleur (Luchtvaart) en voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, worden, overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit op 1 december 2003 ingeschaald in de weddenschaal BT1 : 16.064,05 - 26.230,24 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 2. De door de in § 1 bedoelde ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 behouden de ambtenaren voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 16.064,05 - 26.230,24 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 4. In afwijking van § 1 behouden de ambtenaren voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 18.101,57 - 28.258,64 3/1 x 535,13 12/2 x 712,64 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 5. De in § 3 en § 4 bedoelde ambtenaren bekomen, wanneer zij 9 jaar graadanciënniteit hebben, automatisch de hierna vermelde weddenschaal : 18.556,82 - 28.723,01 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 6. De in § 1 en §§ 3 tot 5 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2.

De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 7. In afwijking van § 6, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal BT1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld, in voorkomend geval, in § 3 tot § 5.

Art. 23.§ 1. De in artikel 21, § 1, bedoelde ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van controleur (Luchtvaart) en voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, worden overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit op 1 december 2003 ingeschaald in de weddenschaal BT2 : 18.556,82 - 28.723,01 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 3.

Art. 24.De in artikel 21, § 1, bedoelde ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend controleur (Luchtvaart) en voorheen begunstigde van één van de hierna vermelde weddenschalen, worden overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit op 1 december 2003 ingeschaald in de weddenschaal BT3 : 21.528,69 - 31.694,88 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) 22.639,89 - 32.092,68 3/1 x 535,13 11/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A)

Art. 25.De in de artikelen 23, § 1, en 24, bedoelde ambtenaren bekomen, in voorkomend geval, in BT2 of BT3 een wedde gelijk aan of onmiddellijk hoger dan de wedde die ze genoten in de oude graad.

De nuttige anciënniteit van deze ambtenaren wordt vastgesteld op basis van het resultaat van hun inschaling.

In afwijking van de artikelen 14, 15, 17 en 18 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, wordt deze nuttige anciënniteit de fictieve geldelijke anciënniteit bepaald in het niveau B. Het verschil tussen de geldelijke en de nuttige anciënniteit verworven in de oude weddenschaal wordt meegenomen in de nieuwe weddenschaal.

Dit verschil is beperkt tot elf maanden.

Wanneer in hun weddenschaal van het niveau 2+, de ambtenaren aan de maximumwedde van deze weddenschaal worden bezoldigd, worden zij, in voorkomend geval, in de weddenschaal BT2 of BT3 geïntegreerd op de eerste trap van de tussentijdse verhoging die uit de integratie voortvloeit. In dit geval is het vierde lid niet van toepassing.

Art. 26.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2003 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna in de linkerkolom zijn opgenomen, worden op basis van hun functiebeschrijving, gevalideerd door de Directeur-generaal van het betrokken Directoraat-generaal, benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : scheepvaartdeskundige, technisch technische functie deskundige hoofdscheepvaartdeskundige, technische functie scheepvaartdeskundige, financieel financiële functie deskundige hoofdscheepvaartdeskundige, financiële functie § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, in voorkomend geval, de diensten gepresteerd in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.

De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B.

Art. 27.§ 1. De in artikel 26, § 1, bedoelde ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartdeskundige, technische of financiële functie, en voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, worden overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit op 1 december 2003 ingeschaald, in voorkomend geval, in de weddenschaal BT1 of BF1 : 16.064,05 - 26.230,24 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 2. De door de in § 1 bedoelde ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 behouden de ambtenaren voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 16.064,05 - 26.230,24 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 4. In afwijking van § 1, behouden de ambtenaren voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 19.086,35 - 28.262,34 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 5. De in § 1 en §§ 3 tot 4 bedoelde ambtenaren bekomen, wanneer zij 9 jaar graadanciënniteit hebben, automatisch de hierna vermelde weddenschaal : 18.556,82 - 28.723,01 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 6. De in § 1 en §§ 3 tot 5 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2.

De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 7. In afwijking van § 6, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal BT1 of BF1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld, in voorkomend geval, in § 3 tot § 5.

Art. 28.§ 1. De in artikel 26, § 1, bedoelde ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartdeskundige, technische of financiële functie, en voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, worden overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit op 1 december 2003 ingeschaald, in voorkomend geval, in de weddenschaal BT2 of BF2 : 18.556,82 - 28.723,01 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 3.

Art. 29.De in artikel 26, § 1, bedoelde ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdscheepvaartdeskundige, technische of financiële functie, en voorheen begunstigde van één van de hierna vermelde weddenschalen, worden overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit op 1 december 2003 ingeschaald, in voorkomend geval, in de weddenschaal BT3 of BF3 : 21.528,69 - 31.694,88 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) 22.639,89 - 32.092,68 3/1 x 535,13 11/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A)

Art. 30.De in de artikelen 28, § 1 en 29, bedoelde ambtenaren bekomen, in voorkomend geval, in BT2, BF2, BT3 of BF3 een wedde gelijk aan of onmiddellijk hoger dan de wedde die ze genoten in de oude graad.

De nuttige anciënniteit van deze ambtenaren wordt vastgesteld op basis van het resultaat van hun inschaling.

In afwijking van de artikelen 14, 15, 17 en 18 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, wordt deze nuttige anciënniteit de fictieve geldelijke anciënniteit bepaald in het niveau B. Het verschil tussen de geldelijke en de nuttige anciënniteit verworven in de oude weddenschaal wordt meegenomen in de nieuwe weddenschaal.

Dit verschil is beperkt tot elf maanden.

Wanneer in hun weddenschaal van het niveau 2+, de ambtenaren aan de maximumwedde van deze weddenschaal worden bezoldigd, worden zij, in voorkomend geval, in de weddenschaal BT2, BF2, BT3 of BF3 geïntegreerd op de eerste trap van de tussentijdse verhoging die uit de integratie voortvloeit. In dit geval is het vierde lid niet van toepassing.

Art. 31.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2003 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna in de linkerkolom zijn opgenomen, worden op basis van hun functiebeschrijving, gevalideerd door de Directeur-generaal van het betrokken Directoraat-generaal, benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : scheepvaart- administratief deskundige, deskundige administratieve functie hoofdscheepvaartdeskundige, administratieve functie § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, in voorkomend geval, de diensten gepresteerd in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.

De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B.

Art. 32.§ 1. De in artikel 31, § 1, bedoelde ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartdeskundige, administratieve functie, en voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, worden overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit op 1 december 2003 ingeschaald in de weddenschaal BA1 : 16.064,05 - 26.230,24 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 2. De door de in § 1 bedoelde ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 behouden de ambtenaren voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 16.064,05 - 26.230,24 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 4. In afwijking van § 1 behouden de ambtenaren voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 19.086,35 - 28.262,34 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 5. De in § 1 en §§ 3 tot 4 bedoelde ambtenaren bekomen, wanneer zij 9 jaar graadanciënniteit hebben, automatisch de hierna vermelde weddenschaal : 18.556,82 - 28.723,01 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 6. De in § 1 en §§ 3 tot 5 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2.

De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 7. In afwijking van § 6, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal BA1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld, in voorkomend geval, in § 3 tot § 5.

Art. 33.§ 1. De in artikel 31, § 1, bedoelde ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartdeskundige, administratieve functie, en voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, worden overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit op 1 december 2003 ingeschaald in de weddenschaal BA2 : 18.556,82 - 28.723,01 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 2. De door de in § 1 bedoelde ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 behouden de ambtenaren voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 18.556,82 - 28.723,01 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 4. De in §§ 1 en 3 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 3.

De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 5. In afwijking van § 4, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal BA2 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld, in voorkomend geval, in § 3.

Art. 34.§ 1. De in artikel 31, § 1, bedoelde ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdscheepvaartdeskundige, administratieve functie, en voorheen begunstigde van één van de hierna vermelde weddenschalen, worden overeenkomstig de bijlage 2 bij dit besluit op 1 december 2003 ingeschaald in de weddenschaal BA3 : 21.528,69 - 31.694,88 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) 22.639,89 - 32.092,68 3/1 x 535,13 11/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 2. De door de in § 1 bedoelde ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 behouden de ambtenaren voorheen begunstigde van één van de hierna vermelde weddenschalen, het voordeel van deze weddenschaal : 21.528,69 - 31.694,88 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) 22.639,89 - 32.092,68 3/1 x 535,13 11/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A)

Art. 35.§ 1. Voor de ambtenaren die, overeenkomstig het artikel 26, § 1, eerste lid, op 1 december 2003 benoemd zijn in de graad van technisch deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graden van scheepvaartdeskundige of van hoofdscheepvaartdeskundige, wordt eenmalig een bijzondere selectieproef ingericht, waarbij de praktische en technische kennis voor de uitoefening van een ICT-functie onderzocht wordt.

Deze bijzondere selectieproef zal georganiseerd worden binnen de twaalf maanden die volgen op de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. § 2. De laureaten van deze bijzondere selectieproef worden benoemd in de graad van ICT-deskundige de eerste dag van de maand die volgt op de datum van het proces-verbaal van deze selectieproef : technisch ICT- deskundige, deskundige voorheen scheepvaartdeskundige of hoofdscheepvaartdeskundige § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren bedoeld in § 2, worden de diensten gepresteerd in de graad van technisch deskundige, in aanmerking genomen.

Art. 36.§ 1. De in artikel 35, § 2, bedoelde ambtenaren, voorheen benoemd in de graad van technisch deskundige, vóór 1 december 2003 bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartdeskundige, en begunstigde van de weddenschaal BT1, worden, overeenkomstig de bijlage 3 bij dit besluit, ingeschaald in de weddenschaal BI1. § 2. De door de in § 1 bedoelde ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1, behouden de ambtenaren voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van één van de hierna vermelde weddenschalen, het voordeel van deze weddenschaal : 16.064,05 - 26.230,24 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G.A) 18.556,82 - 28.723,01 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) 19.086,35 - 28.262,34 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 23j. - N. B - G.A) § 4. De in §§ 1 en 3 bedoelde ambtenaren bekomen, wanneer zij 9 jaar graadanciënniteit hebben, automatisch de hierna vermelde weddenschaal : 18.556,82 - 28.723,01 3/1 x 535,13 12/2 x 713,40 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 5. De in § 1 en §§ 3 tot 4 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 3.

De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 6. In afwijking van § 5, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal BI1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld, in voorkomend geval, in § 3 tot § 4.

Art. 37.§ 1. De in artikel 35, § 2, bedoelde ambtenaren, voorheen benoemd in de graad van technisch deskundige, vóór 1 december 2003 bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartdeskundige, en begunstigde van de weddenschaal BT2, worden, overeenkomstig de bijlage 3 bij dit besluit, ingeschaald in de weddenschaal BI2. § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 5.

Art. 38.De in artikel 35, § 2, bedoelde ambtenaren, voorheen benoemd in de graad van technisch deskundige, vóór 1 december 2003 bekleed met de geschrapte graad van hoofdscheepvaartdeskundige, en begunstigde van de weddenschaal BT3, worden, overeenkomstig de bijlage 3 bij dit besluit, ingeschaald in de weddenschaal BI3.

Art. 39.De in de artikelen 37, § 1 en 38, bedoelde ambtenaren bekomen, in voorkomend geval, in BI2 of BI3 een wedde gelijk aan of onmiddellijk hoger dan de wedde die ze genoten in de oude graad.

De nuttige anciënniteit van deze ambtenaren wordt vastgesteld op basis van het resultaat van hun inschaling.

In afwijking van de artikelen 14, 15, 17 en 18 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, wordt deze nuttige anciënniteit de fictieve geldelijke anciënniteit bepaald in het niveau B. Het verschil tussen de geldelijke en de nuttige anciënniteit verworven in de oude weddenschaal wordt meegenomen in de nieuwe weddenschaal.

Dit verschil is beperkt tot elf maanden. HOOFDSTUK II. - Overgangs- en opheffingsbepalingen.

Art. 40.§ 1. De ambtenaren, op 1 december 2003 titularis van de geschrapte graad van scheepvaartcontroleur, die op dezelfde datum laureaat zijn van de bijzondere selectie voor overgang naar het niveau 2+ in de geschrapte graad van scheepvaartdeskundige, worden vrijgesteld van de algemene proef van de vergelijkende selectie voor overgang naar het niveau B, bij het directoraat-generaal Maritiem Vervoer. § 2. Nadat ze geslaagd zijn voor de vergelijkende selectie voor overgang naar het niveau B in de graad van technisch deskundige of van financieel deskundige en nadat ze benoemd zijn in één van deze graden, kunnen de in § 1 bedoelde ambtenaren deelnemen aan competentiemeting 2. § 3. Nadat ze geslaagd zijn voor de vergelijkende selectie voor overgang naar het niveau B in de graad van administratief deskundige en nadat ze benoemd zijn in deze graad, bekomen de in § 1 bedoelde ambtenaren de weddenschaal BA2.

Art. 41.§ 1. De ambtenaren, die op 1 december 2003 titularis zijn van de geschrapte graad van hoofdscheepvaartcontroleur en die op dezelfde datum laureaat zijn van de bijzondere selectie voor overgang naar het niveau 2+ in de geschrapte graad van hoofdscheepvaartdeskundige, worden vrijgesteld van de algemene proef van de vergelijkende selectie voor overgang naar het niveau B, bij het directoraat-generaal Maritiem Vervoer. § 2. Nadat ze geslaagd zijn voor de vergelijkende selectie voor overgang naar het niveau B in de graad van administratief deskundige, van technisch deskundige of van financieel deskundige en nadat ze benoemd zijn in één van deze graden, bekomen de in § 1 bedoelde ambtenaren, in voorkomend geval, de weddenschaal BA3, BT3 of BF3.

Art. 42.In afwijking van artikel 35, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, worden de personeelsleden, bekleed met een bijzondere graad van de niveaus 2 en 2+, die voldoen aan de voorwaarden om deel te nemen aan een competentiemeting op datum van 30 november 2003 en die geslaagd zijn voor deze meting ten laatste op 31 augustus 2004, beschouwd zich ingeschreven te hebben in de maand die voorafgaat aan 1 september 2003.

Art. 43.De overgangsbepalingen opgenomen in het artikel 226 en in het Hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, zijn eveneens van toepassing op de graden opgenomen in het onderhavig besluit.

Art. 44.In het koninklijk besluit van 22 juni 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, worden opgeheven : 1° vanaf 1 januari 2002 : de artikelen betreffende de gemene graden van het niveau 3;2° vanaf 1 juni 2002 : de artikelen betreffende de gemene graden van het niveau 2;3° vanaf 1 oktober 2002 : de artikelen betreffende de gemene graden van het niveau 2+;4° vanaf 1 december 2002 : de artikelen betreffende de gemene graden van het niveau 4;5° vanaf 1 december 2003 : de artikelen betreffende de bijzondere graden van de niveaus 4, 3, 2 en 2+. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.

Art. 45.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2003, met uitzondering van : 1° de bepalingen betreffende de gemene graden van het niveau D, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002;2° de bepalingen betreffende de gemene graden van het niveau C, die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2002;3° de bepalingen betreffende de gemene graden van het niveau B, die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2002.

Art. 46.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Mobiliteit, B. ANCIAUX

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 april 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Mobiliteit, B. ANCIAUX

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 april 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Mobiliteit, B. ANCIAUX

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 april 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Mobiliteit, B. ANCIAUX

^