Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 augustus 2002
gepubliceerd op 03 september 2002

Koninklijk besluit waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren de toelating wordt verleend om sommige leerlingen-stagiairs op zondag tewerk te stellen (1)

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012930
pub.
03/09/2002
prom.
02/08/2002
ELI
eli/besluit/2002/08/02/2002012930/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202) de toelating wordt verleend om sommige leerlingen-stagiairs op zondag tewerk te stellen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 32, § 2, en artikel 34bis , § 1, derde en vierde lid, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997;

Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de werkgevers van de bedienden uit de sector van de kleinhandel in voedingswaren onverwijld op de hoogte moeten worden gebracht van de wijziging van de bepalingen inzake zondagarbeid voor jeugdige werknemers die binnen deze sector gelden, waarbij in bepaalde gevallen en binnen bepaalde grenzen de mogelijkheid wordt geboden om leerlingen-stagiairs in het kader van een leerlingenstage op zondag tewerk te stellen;

Dat de betrokken instanties en onderwijsinstellingen onverwijld op de hoogte moeten worden gebracht van de aldus toegestane afwijkingen op het verbod van zondagarbeid, teneinde de nodige praktische voorbereidingen te kunnen treffen voor de organisatie van de leerlingenstages binnen de betrokken studierichtingen voor het schooljaar 2002-2003;

Dat het, binnen het raam van een zorgvuldig bestuur en een goede voorbereiding van een nieuw schooljaar, binnen het onderwijs gebruikelijk is om, geruime tijd vóór de start van het nieuwe schooljaar, alle noodzakelijke nieuwe onderrichtingen, ook die inzake de organisatie van de leerlingenstages, duidelijk en volledig aan de scholen en hun besturen kenbaar te maken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren ressorteren en op de leerlingen-stagiairs die door hen in het kader van de bij artikel 2 bedoelde stage worden tewerkgesteld.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « leerlingen-stagiairs » : de leerlingen die 15 jaar of ouder zijn, die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht en die ingeschreven zijn in het Nederlandstalig voltijds secundair onderwijs, welke tijdelijk in een onderneming worden tewerkgesteld in het kader van een stage die voorzien wordt in het leerprogramma van de studierichting die zij volgen.

Art. 3.De bij artikel 1 bedoelde werkgevers mogen de leerlingen-stagairs in het kader van de bij artikel 2 bedoelde stage gedurende drie zondagen per schooljaar tewerkstellen, onder de bij de artikelen 32, § 3, en 33, § 2, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalde voorwaarden, voor zover het leerlingen betreft van het derde leerjaar van de derde graad (specialisatie) van het technisch secundair onderwijs, studierichting verkoop en distributie of van het derde leerjaar van de derde graad (specialisatie) van het beroepssecundair onderwijs, studierichting verkoop en vertegenwoordiging.

De bij het vorig lid bedoelde zondagen moeten worden gekozen onder die zondagen waarop de tewerkstelling van werknemers voor de bij artikel 1 bedoelde werkgevers mogelijk is overeenkomstig het koninklijk besluit van 7 november 1966 betreffende de tewerkstelling op zondag in kleinhandelszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra of het koninklijk besluit van 3 december 1987 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de distributiesector.

De werkgever die gebruik wenst te maken van de bij het eerste lid bepaalde afwijking van het verbod om werknemers 's zondags tewerk te stellen, brengt vooraf de inspecteur-districtshoofd van de Inspectie van de sociale wetten, bevoegd voor de plaats waar de onderneming gelegen is, en, in voorkomend geval, de vakbondsafvaardiging op de hoogte overeenkomstig de voorschriften bepaald bij de voornoemde koninklijke besluiten van 7 november 1966 en 3 december 1987.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002.

Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Punat, 2 augustus 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. Wet van 17 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 8 april 1997.

^