Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 juni 1997
gepubliceerd op 09 juli 1997

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de vergunning om het beroep van privé-detective uit te oefenen

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1997000472
pub.
09/07/1997
prom.
02/06/1997
ELI
eli/besluit/1997/06/02/1997000472/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 JUNI 1997. **** besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de vergunning om het beroep van privé-detective uit te oefenen


VERSLAG AAN DE KONING ****, **** koninklijk besluit, waarvan wij de eer hebben het aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe het koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de vergunning om het beroep van **** uit te oefenen, te wijzigen.

Algemene toelichting **** aangebrachte wijzigingen strekken ertoe de bepalingen van artikel 1 van het voornoemd koninklijk besluit in overeenstemming te brengen met de door de wet van 30 december 1996 aan de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective aangebrachte wijzigingen.

Artikelsgewijs onderzoek

Artikel 1.Artikel 3 van de voornoemde wet van 19 juli 1991 maakt nu een onderscheid naargelang de kandidaat privé-detective al dan niet een vestigingsplaats heeft in België.

Duidelijkheidshalve worden de documenten en inlichtingen die door in België gevestigde of door in het buitenland gevestigde privé-detectives bij de aanvraag dienen gevoegd te worden, opgesomd.

Het punt 1° handelt over de in België gevestigde privé-detectives. Er wordt verduidelijkt dat de aanvrager, die een beroep **** te doen op de overgangsbepaling, voorzien in artikel 22, 1, van de voornoemde wet van 19 juli 1991, het bewijs dat hij aan de vereiste voorwaarden voldoet bij zijn aanvraag moet voegen.

**** de Minister van Binnenlandse Zaken in bepaalde uitzonderlijke gevallen tegemoet kan komen aan de vraag van de kandidaat detective om het beroep van privé-detective als **** uit te oefenen, wordt het opportuun geacht dat dit reeds in de aanvraag vermeld zou worden.

**** dient de kandidaat privé-detective dit verzoek te motiveren en inzonderheid aan te tonen dat de detective-activiteiten een inherent bestanddeel uitmaken van zijn hoofdactiviteit, of te vermelden dat hij als beginnende privé-detective de kans wil krijgen om zijn cliënteel geleidelijk op te bouwen gedurende de eerste **** van vijf jaar.

Het punt 2° handelt over niet in België gevestigde privé-detectives.

**** detectives kunnen bewijzen dat zij aan de **** voldoen door het bewijs voor te leggen dat zij in het buitenland, een opleiding, gelijkwaardig aan de opleiding bedoeld in artikel 3, 1, 4° van de voornoemde wet van 19 juli 1991 hebben genoten.

De niet in België gevestigde privé-detective dient ook een fictieve vestigingsplaats te kiezen bij een in België vergunde en gevestigde privé-detective die ervoor instaat dat de buitenlandse privé-detective de bepalingen van de artikelen 5, 6 en 7 van de voornoemde wet van 19 juli 1991 naleeft. **** bewijs van keuze van vestigingsplaats dient bij de aanvraag gevoegd te worden.

Art. 2 en 3. **** artikelen vergen geen enkel commentaar.

Ik heb de eer te zijn, ****, van Uwe ****, de zeer eerbiedige,en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse ****, ****. **** **** 2 JUNI 1997. **** besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de vergunning om het beroep van privé-detective uit te oefenen **** ****, **** der ****, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective, gewijzigd door de wet van 30 december 1996, inzonderheid op de artikelen 2, 3, 4 en 22;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de vergunning om het beroep van privé-detective uit te oefenen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de ****;

**** dat dit koninklijk besluit **** moet genomen worden rekening houdende met de uiterst korte ****, bepaald in artikel 22, 1, van de voornoemde wet; dat het noodzakelijk is dat de personen die zich wensen te beroepen op deze overgangsbepaling, kennis hebben van de documenten en inlichtingen die bij een aanvraag tot vergunning tot het uitoefenen van het beroep van privé-detective dienen gevoegd te worden;

**** de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben **** besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de vergunning om het beroep van privé-detective uit te oefenen wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 1.Elke persoon die een vergunning aanvraagt om het beroep van privé-detective uit te oefenen richt daartoe een verzoek bij ter post aangetekende brief aan de Minister van Binnenlandse ****, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie.

**** aanvraag dient de volgende documenten en inlichtingen te bevatten : 1° indien de aanvrager een vestigingsplaats heeft in België : ****) een origineel of een eensluidend afschrift van een getuigschrift van goed zedelijk gedrag bestemd voor een openbaar bestuur, of een gelijkwaardig getuigschrift indien de aanvrager zijn woonplaats heeft in het buitenland.Dit getuigschrift mag niet meer dan zes maanden oud zijn op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend; ****) het bewijs dat de aanvrager aan de voorwaarden inzake beroepsopleiding en ervaring voorzien in artikel 3, 1, 4°, van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective, gewijzigd door de wet van 30 december 1996, voldoet;****) indien de aanvrager het beroep van privé-detective **** uit te oefenen als ****, een schriftelijke verklaring houdende de bijzondere redenen die de uitoefening als **** staven;****) indien de aanvrager **** te genieten van de overgangsbepaling, bepaald in artikel 22, 1, van de voornoemde wet, het bewijs dat hij reeds op 15 april 1991 activiteiten, bepaald in artikel 1, 1, van dezelfde wet, uitoefende. **** artikel 22, 2, van dezelfde wet, kan dit bewijs geleverd worden door alle schriftelijke bewijsmiddelen, met uitzondering van de verklaring; 2° indien de aanvrager geen vestigingsplaats heeft in België : ****) de hierboven in punt 1°, ****, **** en ****, voorziene documenten;****) het bewijs dat hij de opleiding voorzien in punt 1°, ****, of een gelijkwaardige opleiding met goed gevolg heeft beëindigd;****) het bewijs dat hij een fictieve vestigingsplaats heeft gekozen bij een in België gevestigde vergunde privé-detective, die aanvaardt ervoor in te staan dat betrokkene de bepalingen van de artikelen 5, 6 en 7 van de voornoemde wet van 19 juli 1991 naleeft.»

Art. 2.**** besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te ****, 2 juni 1997.

**** **** **** : De Minister van Binnenlandse ****, ****. **** ****

^