Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 mei 2002
gepubliceerd op 10 augustus 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 mei 1994 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de Vlaamse Landmaatschappij

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000407
pub.
10/08/2002
prom.
02/05/2002
ELI
eli/besluit/2002/05/02/2002000407/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 MEI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 mei 1994 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de Vlaamse Landmaatschappij


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Bij koninklijk besluit van 30 mei 1994 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de Vlaamse Landmaatschappij (1), werd aan de Vlaamse Landmaatschappij toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en gebruik van het identificatienummer hiervan verleend voor het vervullen van de volgende taken : 1° de ruilverkaveling van landeigendommen in uitvoering van de wet van 22 juli 1970, aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 met bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaams Gewest, en het koninklijk besluit van 30 maart 1971;2° de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen in uitvoering van het decreet van 23 januari 1991. Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben het aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe het voornoemd koninklijk besluit van 30 mei 1994 te wijzigen om aan de Vlaamse Landmaatschappij toegang tot de informatiegegevens en gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister te verlenen voor het vervullen van de taken in verband met de natuurinrichtingsprojecten in uitvoering van het decreet van het Vlaams Parlement van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (2).

De rechtsgrond van het besluit wordt gevormd door de artikelen 5, eerste lid, en 8, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Artikel 47, § 3, eerste lid, van het voornoemde decreet van 21 oktober 1997 bepaalt dat de Vlaamse Landmaatschappij betrokken wordt bij de uitvoering van een natuurinrichtingsproject. Met natuurinrichtingsprojecten worden maatregelen en inrichtingswerkzaamheden beoogd die gericht zijn op een optimale inrichting van een gebied met het oog op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuur en natuurlijk milieu. De gemiddelde oppervlakte van een natuurinrichtingsproject bedraagt 300 ha. Er zullen acht projecten per jaar worden opgestart met een gemiddelde duur van vier jaar en waarbij gemiddeld 900 belanghebbenden zijn betrokken.

In uitvoering van artikel 47, § 3, tweede lid, van het voornoemde decreet van 21 oktober 1997, werden de nadere uitvoeringsmodaliteiten van dit decreet door de Vlaamse regering geregeld bij haar besluit van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (3).

De Vlaamse Landmaatschappij wordt door het voornoemde besluit van 23 juli 1998 belast met de volgende taken bij natuurinrichting : - bijstand aan het projectcomité voor het opmaken van de nominatieve lijst van belanghebbenden (artikelen 24 en 28); - bijstand aan het projectcomité voor het opmaken van een projectuitvoeringsplan (artikel 30) met bijbehorende plannen en lijsten (artikel 31). Het bedoelde projectuitvoeringsplan omvat inventarisatie-plannen, technische plannen, een visieplan en een financieringsplan. Wanneer het natuurinrichtinsproject maatregelen omvat zoals kavelruil, aanpassing van wegen of het wegenpatroon, opleggen van tijdelijke erfdienstbaarheden, waterhuishoudingswerken of grondwerken met invloed op de bedrijfsvoering van de belanghebbenden, zijn er bijkomende plannen en lijsten vereist. Zo wordt er een plan opgesteld met de situatie na de uitvoering van de natuurinrichtingsmaatregelen en een classificatieplan. Daarnaast wordt er een lijst opgesteld met per eigenaar, per vruchtgebruiker of per gebruiker, de vroegere percelen en de nieuwe percelen alsook een lijst met een financiële afrekening per eigenaar en een lijst met de regeling van het gebruik van de nieuwe percelen.

Om het natuurinrichtingsproject efficiënt te kunnen uitvoeren, vraagt de Vlaamse Landmaatschappij voor bepaalde taken te beschikken over correcte informatie met betrekking tot de identiteit, geboorteplaats en -datum, geslacht, nationaliteit, hoofdverblijfplaats, gebeurlijk overlijden, beroep en burgerlijke staat van de eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft op 8 februari 2001 over het ontworpen koninklijk besluit een gunstig advies uitgebracht, onder voorbehoud van de opmerkingen betreffende de toegang tot : - de informatiegegevens inzake de nationaliteit; - de opeenvolgende wijzigingen van alle informatiegegevens.

Derhalve wordt voor de natuurinrichtingsprojecten in het koninklijk besluit toegang verleend tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 3° en 5° tot 9°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Die gegevens worden gebruikt bij het opstellen van de lijsten die per eigenaar, vruchtgebruiker of per gebruiker de nieuwe en vroegere percelen aangeven, alsook bij het opstellen van de lijsten die de financiële afrekening en de regeling van het gebruik bepalen (artikel 31, § 2, eerste lid, 3°, 4° en 5°, van het besluit van 23 juli 1998).

Bovendien worden de betrokkenen tijdens het natuurinrichtingsproject regelmatig aangeschreven (artikel 28 : vragen van inlichtingen over gebruikers; artikel 31 : oproepen van belanghebbenden om gehoord te worden; artikel 32 : raadplegen van belanghebbenden met betrekking tot de regeling van het gebruik). Hierbij is het noodzakelijk dat de betrokken personen correct worden geïdentificeerd en dat de Vlaamse Landmaatschappij beschikt over de juiste adressen. Hierdoor wordt vermeden dat de verzonden brieven niet of laattijdig ontvangen worden ofwel toekomen bij de verkeerde personen. Het opzoeken van de juiste adressen of personen gaat gepaard met grote moeite en kosten. Indien hierdoor de opgelegde termijnen niet gerespecteerd worden, kan dit de rechtszekerheid van de betrokkenen hypothekeren.

De toegang tot het informatiegegeven betreffende het beroep, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 7°, is eveneens noodzakelijk. Met betrekking tot de regeling van het gebruik namelijk, de regeling van de pacht, is het van groot belang dat de Vlaamse Landmaatschappij weet wie landbouwer is. Daarnaast moet met het oog op de waterhuishoudingswerken en de grondwerken die een invloed op de bedrijfsvoering hebben, nagegaan worden welke bedrijven er binnen het natuurinrichtingsproject liggen (artikel 31, § 2, eerste lid, van het besluit van 23 juli 1998).

Ook de toegang tot de gegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 8° en 9°, betreffende de burgerlijke staat en de samenstelling van het gezin zijn noodzakelijk. Bij het overlijden van de betrokkene kunnen deze gegevens een belangrijke aanwijzing geven over de vermoedelijke erfgenamen die de nieuwe belanghebbenden worden.

De toegang tot de gegevens van het Rijksregister zal waarborgen dat elke betrokkene in de natuurinrichting over zijn belangen behoorlijk wordt ingelicht en zal de natuurinrichting op een meer efficiënte manier helpen verlopen.

Wat de opeenvolgende wijzigingen van de informatiegegevens, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de voormelde wet van 8 augustus 1983 betreft, merkt de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in haar advies van 8 februari 2001 op, dat de toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de informatiegegevens niet in het oorspronkelijk koninklijk besluit van 30 mei 1994, noch in het thans aan de Commissie voorgelegde ontwerp wordt geregeld. Daarom vraagt zij dat deze kwestie geregeld zou worden of dat een termijn waarbinnen men terug kan gaan in de tijd in de opeenvolgende wijzigingen van de informatiegegevens, tenminste vastgesteld zou worden.

Bij navraag blijkt dat de toegang tot de opeenvolgende wijzigingen niet noodzakelijk is voor de doeleinden van de natuurinrichtingsprojecten en evenmin voor die bepaald in artikel 1, tweede lid, 1°, van het in de aanvang vermelde koninklijk besluit van 30 mei 1994 (de ruilverkaveling van landeigendommen). De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de informatiegegevens blijkt echter wel noodzakelijk voor de doeleinden bepaald in artikel 1, tweede lid, 2°, van hetzelfde koninklijk besluit van 30 mei 1994 (de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen). Voor dit laatste doeleinde dient de toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de informatiegegevens beperkt te worden tot een termijn van 10 jaar.

Derhalve wordt door het ontworpen koninklijk besluit het artikel 1, eerste en tweede lid, van het voormelde koninklijk besluit van 30 mei 1994 vervangen door een bepaling die ook rekening houdt met de opmerkingen die door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer op het vlak van de historiek van de informatiegegevens werden geformuleerd.

Bij het uitvoeren van de taken inzake natuurinrichting verzamelt de Vlaamse Landmaatschappij informatie over de eigendomstitel en pachtvoorwaarden, over de kadastrale beschrijvingen en hypothecaire toestand van de betrokken percelen. Deze gegevens worden ingewonnen bij het kadaster, de registratie en de hypotheekbewaarder. Aangezien de diensten van het kadaster en de registratie zelf reeds toegang en gebruik van het identificatienummer hebben bekomen, wil de Vlaamse Landmaatschappij in het kader van de natuurinrichting ook het nummer als uniek identificatienummer gebruiken. Dit zal de efficiëntie van de dienst verhogen en vergissingen voorkomen.

Bovendien deelt de Vlaamse Landmaatschappij, na de ondertekening van de natuurinrichtingsakte aan het kadaster, de nieuwe eigendomstoestand mee. Het gebruik van het identificatienummer zal de uitwisseling van de gegevens tussen het kadaster en de Vlaamse Landmaatschappij vlotter en nauwkeuriger laten verlopen, wat de rechtszekerheid ten goede zal komen.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer verleende advies op 8 februari 2001 en de Raad van State op 28 januari 2002.

Het ontwerp van besluit houdt rekening met de zowel door deze Commissie als door dit Hoge Rechtscollege, gemaakte opmerkingen. (1) Belgisch Staatsblad van 15 juni 1994.(2) Belgisch Staatsblad van 10 januari 1998.(3) Belgisch Staatsblad van 10 september 1998. Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer ADVIES NR. 03/2001 VAN 8 FEBRUARI 2001 Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 mei 1994 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de Vlaamse Landmaatschappij De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29;

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid artikel 5, eerste lid, en artikel 8;

Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Binnenlandse Zaken, d.d. 21 december 2000;

Gelet op het verslag van de voorzitter, Brengt op 8 februari 2001 volgend advies uit : I. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG EN PRECEDENTEN : Het aan de Commissie ter advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit heeft tot doel de Vlaamse Landmaatschappij toegang te verlenen tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en tot het gebruik van het identificatienummer voor nieuwe doelstellingen, namelijk voor het vervullen van de taken in verband met de natuurinrichtingsprojecten in uitvoering van het decreet van het Vlaams Parlement van 21 oktober 1997.

Het koninklijk besluit van 30 mei 1994 verleent de Vlaamse Landmaatschappij reeds toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen voor het vervullen van de taken betreffende : 1° de ruilverkaveling van landeigendommen in uitvoering van de wet van 22 juli 1970;2° de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen in uitvoering van het decreet van 23 januari 1991. Dit zelfde besluit verleent de Vlaamse Landmaatschappij toegang tot het gebruik van het identificatienummer voor het vervullen van de taken betreffende de ruilverkaveling van landeigendommen in toepassing van de wet van 22 juli 1970.

Betreffende dit koninklijk besluit had de Commissie op 4 oktober 1992 het advies nr. 14/92 uitgebracht. In dit advies heeft de Commissie geen enkel bezwaar geopperd tegen het verlenen van toegang aan de Vlaamse Landmaatschappij tot de gegevens van het Rijksregister voor het vervullen van de twee voornoemde taken; ze heeft echter een ongunstig advies uitgebracht wegens het ontbreken van een rechtvaardiging inzake het gebruik van het identificatienummer voor het vervullen van de taken betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen in uitvoering van het decreet van 23 januari 1991.

Het ontwerp van besluit waarvan sprake voegt ten opzichte van de eerste hierboven vermelde finaliteiten een derde finaliteit toe die de toegang rechtvaardigt tot de informatiegegevens en tot het gebruik van het nummer.

II. STRUCTUUR VAN HET KONINKLIJK BESLUIT : Artikel 1 van het ontwerp voert een punt 3° in artikel 1, tweede lid, van voornoemd besluit van 30 mei 1994 in en definieert aldus een nieuwe finaliteit waarvoor de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister verleend wordt, namelijk voor het vervuilen van de taken in verband met de natuurinrichtingsprojecten in uitvoering van het decreet van het Vlaams Parlement van 21 oktober 1997.

Artikel 2 van het ontwerp verleent de in artikel 1, derde lid, van het aldus gewijzigde besluit bedoelde personen machtiging het identificatienummer voor dezelfde finaliteit te gebruiken.

Artikel 3 van het besluit wijzigt in die zin artikel 4 (voorwaarden betreffende het gebruik van het nummer).

III. TOEPASBARE WETGEVINGEN : De problematiek van de toegang tot het Rijksregister verleend aan de Vlaamse Landmaatschappij voor nieuwe doelstellingen dient zowel in het kader van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna de wet van 8 augustus 1983) als in het kader van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna de wet van 8 december 1992) beschouwd te worden.

A . Wet van 8 augustus 1983 : De wet van 8 augustus 1983 legt de grenzen vast wat betreft de personen en de instellingen die toegang krijgen tot het Rijksregister en die het identificatienummer van de natuurlijke personen mogen raadplegen.

Deze beperkingen slaan op de hoedanigheid van de instellingen en van de personen (zie in deze zin de artikelen 5 en 8 van voornoemde wet).

De toegang tot het Rijksregister wordt gevraagd op basis van artikel 5, eerste lid van voornoemde wet waarin bepaald wordt : « De Koning verleent toegang tot het Rijksregister aan de openbare overheden, de instellingen van openbaar nut bedoeld bij de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, de notarissen en gerechtsdeurwaarders, voor de informatie die zij krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn te kennen, alsmede de Belgische Nationale Orde van advocaten, met als enig doel aan de advocaten de informatie mede te delen die zij nodig hebben voor de taken die zij als medewerkers van het gerecht vervullen. » De Vlaamse Landmaatschappij is een instelling van openbaar nut, zoals bedoeld bij de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut (cf. advies nr. 14/92, nr. 2) en bijgevolg kan haar op basis van deze bepaling toegang verleend worden tot het Rijksregister.

Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister wordt gevraagd op basis van artikel 8 van dezelfde wet waardoor, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de Koning bij in Ministerraad overlegd besluit, de openbare overheden en de instellingen bedoeld bij artikel 5 kan machtigen om het identificatienummer te gebruiken binnen de grenzen en voor de doeleinden door Hem bepaald.

B . Wet van 8 december 1992 : De wet van 8 december 1992 strekt ertoe "(..) een evenwicht tot stand te brengen tussen de vereisten van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en die van een goed georganiseerd bestuurlijk, economisch en sociaal bestel" (Verslag Merckx-Van Goey, Parl. St. Kamer, 1991-1992, nr. 413/12, blz. 6).

In voornoemde wet worden de algemene beginselen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer geformuleerd en zij is van toepassing op alle gegevensbanken die persoonsgegevens bevatten (zie in dit verband de uiteenzetting van de Minister van Justitie, verslag Merckx-Van Goey, op. cit.).

De gegevens die in het Rijksregister zijn opgenomen, met inbegrip van het identificatienummer, zijn persoonsgegevens in de zin van het nieuwe artikel 1, § 1, van voornoemde wet van 8 december 1992 (1). (1) Zoals gewijzigd door de wet van 11 december 1998 tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens. Derhalve mogen zij slechts worden medegedeeld mits inachtneming van het bepaalde in artikel 4, § 1, 2° en 3°, van voornoemde wet, waarin is gesteld dat de "persoonsgegevens (...) 2° voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden dienen te worden verkregen en niet verder dienen te worden verwerkt op een wijze die, rekening houdend met alle relevante factoren, met name met de redelijke verwachtingen en met de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, onverenigbaar is met die doeleinden (...); 3° toereikend, ter zake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt.» C . Conclusie : De Commissie moet derhalve onderzoeken of de doeleinden waarvoor de Vlaamse Landmaatschappij de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen vraagt, "duidelijk omschreven en wettig" zijn en, zo ja, of de informatiegegevens die in het Rijksregister zijn opgenomen, "toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn" ten opzichte van die doeleinden.

IV. ONDERZOEK NAAR DE DOELEINDEN VAN HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT : A . Finaliteiten : De Vlaamse Landmaatschappij vraagt de toegang tot het Rijksregister teneinde te beschikken over een nominatieve lijst van de door een natuurinrichtingsproject (2) betrokken eigenaars, vruchtgebruikers en, gebruikers met het oog op de uitvoering van dit ontwerp en krachtens artikel 47, § 3, eerste lid, van het decreet van het Vlaams Parlement van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Ze wenst het identificatienummer te gebruiken als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die worden bijgehouden voor het vervullen van dezelfde taak (zie de artikelen 2 en 3 van het ontwerp van koninklijk besluit) en voor haar contacten met bepaalde openbare diensten aan wie reeds de toegang verleend werd tot het nummer als uniek identificatiemiddel (zoals het kadaster en de registratie-administratie).

B . Rechtvaardiging van de aanvraag : Volgens het verslag aan de Koning dat in bijlage bij het ontwerp van koninklijk besluit opgenomen is (blz. 4) berust de rechtvaardiging van het verzoek tot toegang tot het Rijksregister op de noodzaak te beschikken over correcte en betrouwbare informatiegegevens en in het bijzonder het adres van de door een natuurinrichtingsproject betrokken eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers. Bovendien houdt de uitvoering van dergelijke projecten vele contacten in tussen de Vlaamse Landmaatschappij en de betrokken personen.

C . Standpunt van de Commissie : De Commissie meent dat deze doeleinden waarvoor de Vlaamse Landmaatschappij toegang vraagt tot het Rijksregister en tot het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister, "duidelijk omschreven en gerechtvaardigd" zijn in de zin van het nieuwe artikel 4, § 1, 2°, van de wet van 8 december 1992 voor zover ze deel uitmaken van de haar door de reglementering verleende opdracht van algemeen belang. (2) Geheel van maatregelen en inrichtingswerkzaamheden die gericht zijn op een optimale inrichting van een gebied met een gemiddelde oppervlakte van 300 ha, met het oog op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuur en natuurlijk milieu. V. ONDERZOEK NAAR HET PROPORTIONALITEITSCRITERIUM : In toepassing van het nieuwe artikel 4, § 1, 3°, van de wet van 8 december 1992 moet de Commissie tevens onderzoeken of de toegang tot het Rijksregister en het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister "toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn".

A . Gegevens waartoe de toegang gevraagd wordt en rechtvaardiging : De Commissie stelt vast dat het ontwerp van koninklijk besluit toegang verleent aan alle in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, opgesomde informatiegegevens van de wet van 8 augustus 1983.

Het verslag aan de Koning dat als bijlage bij het ontwerp opgenomen is, preciseert in detail "het belang" van de toegang tot elk van deze gegevens : Volgens dit verslag (blzn. 4 en 5) zijn de gegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot en met 6°, van de wet van 8 augustus 1983 noodzakelijk om het dossier samen te stellen. Vooral de vele schriftelijke contacten met door een natuurinrichtingsproject betrokken personen vereisen natuurlijk een precieze en betrouwbare informatie betreffende hun hoofdverblijfplaats (5°). Het verslag rechtvaardigt ook de toegang tot het beroep (7°) door het feit dat het voor de Vlaamse Landmaatschappij van groot belang is te weten wie landbouwer is voor de toepassing van de pachtregeling. Bovendien is het noodzakelijk te bepalen welke landbouwbedrijven belang hebben bij bepaalde projecten met het oog op waterhuishoudingswerken en grondwerken.

Het verslag rechtvaardigt ten slote de toegang tot de burgerlijke staat (8°) en de samenstelling van het gezin (9°) door het feit dat het bij overlijden van de betrokkene noodzakelijk is snel te bepalen wie de erfgenamen die de nieuwe belanghebbenden worden, zijn.

B . Standpunt van de Commissie : De Commissie is van oordeel dat in casu enkel de informatiegegevens met betrekking tot de naam en voornamen, de geboorteplaats en -datum, het geslacht en de verblijfplaats en, in voorkomend geval, de plaats en datum van overlijden de minimale gegevens zijn die noodzakelijk zijn om een dossier met betrekking tot een natuurlijke persoon samen te stellen.

De Commissie ziet niet de noodzaak om te beschikken over de nationaliteit van de betrokkene.

De Commissie heeft geen enkele opmerking inzake de toegang tot de andere gegevens.

De Commissie merkt tevens op dat de toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de informatiegegevens niet in het oorspronkelijk besluit van 30 mei 1994, noch in het nu aan de Commissie ter advies voorgelegde ontwerp geregeld wordt. Daarom vraagt zij dat deze kwestie geregeld zou worden of dat een termijn waarbinnen men terug kan gaan in de tijd in de opeenvolgende wijzigingen van de informatiegegevens, tenminste vastgesteld zou worden, rekening houdend met de omstandigheden van de oorzaak.

VI. VOORWAARDEN TOT GEBRUIK VAN HET IDENTIFICATIENUMMER : De Vlaamse Landmaatschappij vraagt de toelating het identificatienummer te gebruiken en haalt daarvoor als reden aan dat ze informatie verzamelt over de eigendomstitel en pachtvoorwaarden, over de kadastrale beschrijvingen en hypothecaire toestand van de betrokken percelen. Ze wint deze gegevens in bij het kadaster, de registratie en de hypotheekbewaarder. Aangezien deze eerste twee diensten zelf reeds gebruik van het Rijksregistemummer hebben verkregen, wil de Vlaamse Landmaatschappij in het kader van haar contacten met vooral het kadaster en de registratie het nummer als uniek identificatienummer teneinde de efficiëntie van de dienst te verhogen en vergissingen te voorkomen (Verslag aan de Koning, blz. 6).

Om deze redenen, Verleent de Commissie, onder voorbehoud van de opmerkingen betreffende de toegang : - tot de informatiegevens inzake de nationaliteit; - tot de opeenvolgende wijzigingen van alle informatiegegevens; aan het ontwerp van koninklijk besluit een gunstig advies.

Voor de secretaris, wettig verhinderd, De voorzitter, (get.) G.POPLEU (get.) P. THOMAS adjunct-adviseur.

Advies 32.431/2 van de afdeling wetgeving van de Raad van State De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 24 oktober 2001 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 mei 1994 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de Vlaamse Landmaatschappij" heeft op 28 januari 2002 het volgende advies gegeven : Onderzoek van het ontwerp Aanhef Eerste lid Dit lid dient als volgt te worden gesteld : « ..., inzonderheid op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 19 juli 1991, 30 maart 1995 en 31 mei 2001, en op artikel 8, gewijzigd bij de wet van 15 januari 1990;".

Tweede tot zesde lid Het ontworpen besluit wordt uitgevaardigd met toepassing van de artikelen 5, eerste lid, en 8, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, welke artikelen worden genoemd in het eerste lid van de aanhef. De ontworpen regeling bezit geen andere rechtsgrond dan deze bepalingen.

Naar de overige bepalingen die in de aanhef vermeld worden, wordt alleen verwezen om de reikwijdte van de regeling te bepalen, door te vermelden binnen welk wettelijk en reglementair kader ze wordt ingevoerd.

Het verdient aanbeveling deze bepalingen op te nemen in het verslag aan de Koning, waarin er reeds enkele worden vermeld. Aangezien in het verslag aan de Koning juridische regels worden aangegeven die de wettelijke voorwaarden vormen waaronder de Koning gemachtigd is om op te treden, is het niet noodzakelijk deze in de aanhef in herinnering te brengen (1) (1) Zie advies 30.675/2 dat de Raad van State op 16 mei 2001 heeft gegeven over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 26 september 2001 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de afdeling Pensioenen van de directie van het Personeel en Sociale Zaken van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.

Mochten deze juridische regels niettemin in de aanhef worden gehandhaafd, dan moeten zij ingeleid worden met het woord "overwegende", en niet met de woorden "gelet op", op zodanige wijze dat de hogere regelingen voorafgaan aan de lagere, en dat zij gerangschikt zijn naar tijdsorde. De volgorde van de leden van de aanhef behoort in die zin te worden verbeterd.

Deze overwegingen dienen als volgt te worden gesteld : « Overwegende dat de wet (het decreet, het koninklijk besluit, het besluit van de Vlaamse Regering...) van..., inzonderheid artikel..., van toepassing is;" Deze opmerking geldt voor het derde tot het zesde lid.

Tweede lid De overweging dient als volgt te worden gesteld : « Overwegende dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, gewijzigd bij de wet van 11 december 1998, welke wet op 1 september 2001 in werking is getreden, inzonderheid artikel 4 van eerstgenoemde wet, van toepassing is. » Vierde lid Dit lid behoort als volgt te worden verbeterd : « Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, inzonderheid de artikelen 24, § 1, 28, § 2, 31, § 4, en 36, § 2, van toepassing is. » Negende en tiende lid De leden betreffende het advies van de Raad van State dienen door de volgende twee leden te worden vervangen : « Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies 32.431/2 van de Raad van State, gegeven op 28 januari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. » De kamer was samengesteld uit : De heren : Y. Kreins, kamervoorzitter;

P. Quertainmont en J. Jaumotte, staatsraden;

J. Van Compernolle en B. Glansdorff, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. G. Minnaert, toegevoegd griffier.

Het verslag werd opgesteld door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door Mevr. G. Martou, adjunct-referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. Jaumotte.

De griffier, De voorzitter, G. Minnaert. Y. Kreins.

2 MEI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 mei 1994 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de Vlaamse Landmaatschappij ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995, en op artikel 8, gewijzigd bij de wet van 15 januari 1990;

Overwegende dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, gewijzigd bij de wet van 11 december 1998, welke wet op 1 september 2001 in werking is getreden, inzonderheid het artikel 4 van eerstgenoemde wet, van toepassing is;

Overwegende dat het decreet van het Vlaams Parlement van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu, inzonderheid artikel 47, § 3, van toepassing is;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 30 mei 1994 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de Vlaamse Landmaatschappij van toepassing is;

Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, inzonderheid de artikelen 24, § 1, 28, § 2, 31, § 4, en 36, § 2, van toepassing is;

Gelet op het advies nr. 03/2001 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 8 februari 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 juli 2001;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies 32.431/2 van de Raad van State, gegeven op 28 januari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 mei 1994 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de Vlaamse Landmaatschappij, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste en het tweede lid worden vervangen door de volgende bepaling : « Artikel 1.De Vlaamse Landmaatschappij, instelling van openbaar nut opgericht bij het decreet van de Vlaamse Raad van 21 december 1988, wordt gemachtigd om toegang te hebben tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen voor de hierna onder 1° vermelde opdrachten, tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid, van dezelfde wet voor de hierna onder 2° vermelde opdrachten en tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 3°, en 5° tot 9°, van dezelfde wet voor de hierna onder 3° vermelde opdrachten : 1° de ruilverkaveling van landeigendommen in uitvoering van de wet van 22 juli 1970, aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 met bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaams Gewest en het koninklijk besluit van 30 maart 1971;2° de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen in uitvoering van het decreet van 23 januari 1991;3° de natuurinrichtingsprojecten in uitvoering van het decreet van het Vlaams Parlement van 21 oktober 1997.; 2° na het derde lid, dat het tweede lid wordt, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : « Voor de in het eerste lid, 2° bepaalde opdrachten, wordt de toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de informatiegegevens beperkt tot een periode van tien jaar die aan de datum van de opvraging van de gegevens voorafgaat.»

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit worden in het eerste en het tweede lid, 2°, de woorden « artikel 1, tweede lid » vervangen door de woorden « artikel 1, eerste lid, 1°, 2° en 3° ».

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « artikel 1, derde lid » vervangen door de woorden « artikel 1, tweede lid »;2° in het tweede lid worden de woorden « artikel 1, tweede lid, 1° » vervangen door de woorden « artikel 1, eerste lid, 1° en 3° ».

Art. 4.In artikel 4, eerste en tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « artikel 1, tweede lid, 1° » vervangen door de woorden « artikel 1, eerste lid, 1° en 3° ».

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « artikelen 1, derde lid, en 3 » vervangen door de woorden « artikelen 1, tweede lid, en 3 ».

Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 mei 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^