Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 mei 2006
gepubliceerd op 02 juni 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de bevordering van initiatieven ten behoeve van risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201369
pub.
02/06/2006
prom.
02/05/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 MEI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de bevordering van initiatieven ten behoeve van risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de bevordering van initiatieven ten behoeve van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 Bevordering van initiatieven ten behoeve van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 2 september 2005 onder het nummer 76281/CO/319.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Beschikkingen

Art. 2.De werkgevers verbinden zich er toe om de bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 1 juni 1989, 15 april 1991, 30 juni 1993, 27 juni 1995, 20 juni 1997, 4 juni 1999, 18 juni 2001 en 23 mei 2003 genomen initiatieven ten behoeve van risicogroepen verder te zetten en/of nieuwe initiatieven te ontwikkelen, zoals hierna bepaald.

Art. 3.De kost van deze initiatieven staat gelijk met de opbrengst tijdens de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 van een bijdrage van 0,10 pct. op het loon van de werknemers uit de betrokken sector, zoals blijkt uit de aangiften aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 4.Als risicogroepen worden voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst beschouwd : - werknemers met een onvolledige scholing of met een scholingsgraad die ten hoogste overeenkomt met een diploma of eindgetuigschrift van het secundair onderwijs; in dit kader zullen bij voorkeur de middelen voor nieuwe initiatieven aangewend worden voor het doelpubliek waartoe de voorzieningen van het paritair subcomité zich richten; - werknemers die na een onderbreking van hun beroepsactiviteit opnieuw in het arbeidscircuit wensen ingeschakeld te worden; - andere categorieën van werknemers opgenomen in het koninklijk besluit van 12 april 1991 tot uitvoering van artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen; alsmede de binnen voormelde collectieve arbeidsovereenkomsten van 1 juni 1989, 15 april 1991, 30 juni 1993, 27 juni 1995, 20 juni 1997, 4 juni 1999, 18 juni 2001 en 23 mei 2003 aangeworven personeelsleden; - werknemers waartoe het bevoegde fonds voor bestaanszekerheid bijzondere maatregelen heeft bepaald. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 5.Partijen komen overeen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de inning toe te vertrouwen van de onder artikel 3 vernoemde bijdrage en de in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geïnde bedragen door het fonds voor bestaanszekerheid "Sociaal Fonds voor de Vlaamse Opvoedings- en Huisvestingsinrichtingen" genaamd, verder te laten ontvangen, beheren en toewijzen, voor de objectieven waarvoor ze bestemd zijn. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^