Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 september 2018
gepubliceerd op 09 november 2018

Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor de jaren 2018-2019

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2018031896
pub.
09/11/2018
prom.
02/09/2018
ELI
eli/besluit/2018/09/02/2018031896/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 SEPTEMBER 2018. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor de jaren 2018-2019


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 121 tot 124;

Gelet op de jaarlijkse wet houdende de algemene uitgavenbegroting;

Overwegende de veiligheids- en samenlevingscontracten die werden afgesloten tussen 29 steden of gemeenten en de Staat;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juli 2018;

Overwegende dat er moet worden voorzien in instrumenten om op lokaal niveau een coherent veiligheidsbeleid aan te moedigen in overeenstemming met de federale prioriteiten inzake preventie van de criminaliteit en de veiligheid;

Op voordracht van Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van onderhavig besluit moet worden verstaan onder: 1° minister : minister van Binnenlandse zaken;2° gemeente : de door de minister benoemde steden;3° overeenkomst: contract afgesloten tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en een gemeente, waarin de doelstellingen bepaald worden die de gemeente moet behalen op het einde van de overeenkomst.4° algemene doelstelling : doelstelling die de finaliteit van het project in zijn geheel beschouwt en die tot uiting komt in de globale impact die bereikt moet worden voor een welbepaalde situatie voor de gehele bevolking in kwestie.5° strategische doelstelling : doelstelling die zich vertaalt in de concretisering van een algemene doelstelling en, door een tussenfase te vormen, de realisatie hiervan in een nabije toekomstvisie vormt.6° operationele doelstelling : doelstelling, realisatie die definieert hoe een strategische doelstelling zal worden bereikt en die er op korte termijn zichtbare en meetbare resultaten van geeft.7° Gewelddadige radicalisering: een proces waardoor een individu of een groep dusdanig beïnvloed wordt dat het individu of de groep in kwestie mentaal bereid is om extremistische daden te plegen, gaande tot gewelddadige of zelfs terroristische handelingen.Het adjectief "gewelddadig" wordt hierbij gebruikt om een duidelijk onderscheid te maken tussen enerzijds niet strafbare denkbeelden en de uiting hiervan en anderzijds de misdrijven of handelingen die een gevaar zijn voor de openbare veiligheid die gepleegd worden om deze denkbeelden te realiseren of de intentie tot het plegen van deze misdrijven of handelingen. 8° toewijzingsbeginsel van de kredieten : het feit dat de toegekende kredieten verdeeld worden in categorieën van uitgaven, te weten in personeelskosten, werkingskosten, en investeringen;9° in aanmerking komende uitgaven : de vastgestelde uitgaven of voorziene uitgaven door middel van overeenkomst of afwijkend schriftelijk akkoord;10° opportuniteit van de uitgaven : het verband dat kan worden gelegd tussen uitgave en de realisatie van de in de overeenkomst vastgestelde doelstellingen;11° bewijsdocumenten: de loonfiches, de kopie van diploma, de aanwervingscontracten, de facturen die uitgaan van externe leveranciers, de bestelbons die van de steden of gemeenten uitgaan, gedetailleerde schuldvorderingen en interne facturen.De volledige en leesbare documenten kunnen: - de originele exemplaren zijn; - ofwel de voor eensluidend verklaarde afschriften; - ofwel de kopieën gepaard gaande van de verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin de gedetailleerde en volledige lijst van de ingezonden kopieën is opgenomen en waarin geattesteerd wordt dat zij met de originele documenten overeenstemmen; 12° betalingsbewijs: de kopieën van rekeninguittreksels of ieder door de begunstigde van een kwijting voorziene document of, bij gebreke daaraan, een verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin de gedetailleerde en volledige lijst van de gedane uitgaven is opgenomen en waarin verklaard wordt dat zij wel degelijk betaald werden.Kopieën van een betalingsopdracht of bevel hebben geen enkele bewijswaarde. 13° vastlegging: handeling waarbij de gemeente een verplichting jegens haar doet ontstaan of constateert die tot een begrotingslast, een schuld of uitgave ten laste van het gemeentebudget leidt. De uitgevoerde vastlegging vervult de goedkeuring en vermindert de beschikbare kredieten om vast te leggen. De betalingen die eventueel gebeuren in de loop van latere boekjaren zijn het gevolg van de vastlegging die een vervulling blijft van het boekjaar waarin deze is tussengekomen. 14° personeelskosten : geven kosten weer die de werkgever draagt voor de indienstneming van het in het kader van de overeenkomst aangeworven personeel.Deze kosten omvatten eveneens de kosten van de tewerkstelling van ambtenaren die in het kader van specifieke statuten of functies aangeworven worden. 15° werkingskosten : omvatten de administratiekosten, de reiskosten, de actiemiddelen die nodig zijn voor de uitvoering van de in het kader van de overeenkomst ontwikkelde initiatieven.16° investeringen : zijn de uitgaven die een eenheidswaarde hebben die tenminste 1000 euro bedraagt en waarvan het betrokken voorwerp een vermoedelijke gebruiksduur van meer dan één jaar heeft. TITEL 2. - Modaliteiten inzake de toekenning van de financiële toelagen - Prioriteiten Afdeling 1. - Financiering en prioriteiten

Art. 2.§ 1. Voor 2018 wordt een jaarlijkse financiële hulp toegekend van 14.467.000 euro voor 2018 en 14.166.000 euro voor 2019 aan de 29 gemeenten die een veiligheids- en samenlevingscontract hadden afgesloten met toepassing van het koninklijk besluit van 27 mei 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/05/2002 pub. 11/07/2002 numac 2002000491 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële toelage van de Staat te genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de criminaliteitspreventie sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële toelage van de Staat te genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de criminaliteitspreventie, teneinde de kosten te dekken die gepaard gaan met de oprichting van een lokaal veiligheids- en preventiebeleid.

De lijst met de toegekende bedragen per gemeente voor de jaren 2018 en 2019 wordt toegevoegd in de bijlagen 1a en 1b. § 2. De gefinanceerd projecten beantwoorden aan de regeringsprioriteiten die worden bepaald in de Kadernota integrale veiligheid en/of in het Nationaal Veiligheidsplan.

Zij kunnen bovendien bijdragen aan de uitvoering van de algemene doelstellingen die worden bepaald door de Minister en vertolken aldus de prioriteiten van de Minister, die met name in zijn algemene beleidsnota worden gedefinieerd. § 3. De aanwending van de financiële toelage beoogt eveneens een maximale synergie met het zonaal veiligheidsplan en het strategisch veiligheids- en preventieplan te waarborgen, en viseert de 3 volgende activiteitssectoren: 1° Activiteitssector 1: Bijdrage aan de werking van de politiezones;2° Activiteitssector 2: Bestrijding van de criminaliteit, de overlast en het onveiligheidsgevoel;3° Activiteitssector 3: Bestrijding van de Gewelddadige radicalisering. § 4. De acties met betrekking tot activiteitssector 1 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de twee volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Storting van een deel van of de hele toelage aan de politiezone in het kader van specifieke projecten; - Domein: Storting van een deel of van de hele toelage aan de politiezone die in mindering wordt gebracht van het verschuldigde bedrag door de gemeente voor de werking van de politiezone.

De acties met betrekking tot activiteitssector 2 verband houden met één of meerdere schakels van de veiligheidsketen, m.a.w. met preventie, reactie/repressie en nazorg van de daders en de slachtoffers, en dit in het kader van de bevoegdheden van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken.

De acties met betrekking tot activiteitssector 3 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Veiligheids- en/of socio-preventieve en gemeentelijke projecten: o Socio-preventief werk, met inbegrip van het tot stand brengen van netwerken; o Verhoging van het veiligheidsgevoel; o Analyse - Diagnose - Monitoring; o Coördinatie en opvolging van de lokale veiligheids- en/of socio-preventieve projecten. - Domein: Storten van een deel of van de volledige toelage aan de politiezone in het kader van specifieke projecten: o Dreigingsanalyse o Monitoring o Opsporing en inlichting o Follow-up van de « returnees » De uitgaven/acties in verband met de algemene opdrachten van lokale politie, de interventie en de ordehandhaving zijn dus uitgesloten. § 5. Kunnen in aanmerking genomen worden voor de financiële toelagen, enkel de uitgaven die betrekking hebben op het lokale veiligheids- en preventiebeleid.

De uitgaven hebben betrekking op de domeinen van criminaliteitsbestrijding, overlast en over het algemeen het onveiligheidsgevoel. Deze uitgaven kunnen specifiek worden geboekt op de 3 activiteitssectorenbedoeld op artikel 2 § 3 .

De lijst met de in aanmerking komende uitgaven per activiteitssector bevindt zich in bijlagen 2a, 2b en 2c bij dit besluit.

Art. 3.§ 1. Een bijkomende financiële hulp van 600.000 euro wordt toegekend aan de door de minister aangewezene gemeenten voor de financiering van projecten in het kader van de preventie van gewelddadige radicalisering .

In dat kader wordt een financiële steun van 60.000 euro toegekend aan elk van de gemeenten betrokken bij de financiering van projecten ter veiligheid en/of preventie van gewelddadige radicalisering.

De aangewezen gemeenten zijn Anderlecht, Antwerpen, Brussel, Luik, Maaseik, Mechelen, Schaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek, Verviers en Vilvoorde. § 2. De gefinanceerd projecten beantwoorden aan de regeringsprioriteiten die worden bepaald in de Kadernota integrale veiligheid en/of in het Nationaal Veiligheidsplan.

Zij kunnen bovendien bijdragen aan de uitvoering van de algemene doelstellingen die worden bepaald door de Minister en vertolken aldus de prioriteiten van de Minister, die met name in zijn algemene beleidsnota worden gedefinieerd.

De gefinancierde projecten moeten betrekking hebben op de federale bevoegdheden van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en geen inbreuk maken op de bevoegdheden van de gemeenschappen. § 3. De aanwending van de financiële toelage beoogt eveneens een maximale synergie met het zonaal veiligheidsplan en het strategisch veiligheids- en preventieplan te waarborgen, en viseert de twee volgende activiteitssectoren: 1° Activiteitssector 1 : veiligheids- en/of socio-preventieve en gemeentelijke projecten;2° Activiteitssector 2 : storten van een deel of van de volledige toelage aan de politiezone in het kader van specifieke projecten. § 4. De acties met betrekking tot activiteitssector 2 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Socio-preventief werk, met inbegrip van het tot stand brengen van netwerken; - Domein: Verhoging van het veiligheidsgevoel; - Domein: Analyse - Diagnose - Monitoring; - Domein: Coördinatie en opvolging van de lokale veiligheids- en/of socio-preventieve projecten.

De acties met betrekking tot activiteitssector 2 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Dreigingsanalyse - Domein: Monitoring - Domein: Opsporing en inlichting - Domein: Follow-up van de « returnees » De uitgaven in verband met de algemene opdrachten van lokale politie, de interventie en de ordehandhaving zijn dus uitgesloten.

De lijst met de in aanmerking komende uitgaven bevindt zich in bijlage 2d bij dit besluit.

Art. 4.§ 1. Een specifieke jaarlijkse financiële hulp van 790.000 euro wordt toegekend aan de stad Mechelen in 2018 en in 2019 voor de financiering van een pilootproject inzake online detectie en interventie in het kader van de strijd tegen gewelddadige radicalisering. § 2. De aanwending van de financiële toelage beoogt eveneens een maximale synergie met het zonaal veiligheidsplan en het strategisch veiligheids- en preventieplan te waarborgen, en viseert de 2 volgende activiteitssectoren: 1° Activiteitssector 1 : Preventie luik;2° Activiteitssector 2 : Politioneel luik. § 3. De acties met betrekking tot activiteitssector 1 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Online detectie - Screening sociale media - Domein: Vroegtijdig ingrijpen na detectie - Domein: Counternarrative opzetten De acties met betrekking tot activiteitssector 2 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Diversiteit in het politiekorps - Domein: Multidisciplinaire aanpak

Art. 5.§ 1. De financiële toelage bedoeld op artikel 2 wordt aangerekend op het begrotingsartikel 56 82 432202 van de sectie 13 van de algemene uitgavenbegroting. § 2. Voor het jaar 2018 wordt de financiële hulp bedoeld in artikel 3 aangerekend ten bedrage van 400.000 euro op begrotingsartikel 56 82 432202 van de sectie 13 van de algemene uitgavenbegroting en ten bedrage van 200.000 euro op het begrotingsartikel 1383032396C8.

Voor het jaar 2019 wordt deze financiële hulp aangerekend op begrotingsartikel 56 82 432202 van de sectie 13 van de algemene uitgavenbegroting. § 3. De financiële toelage bedoeld op artikel 4 wordt aangerekend op het begrotingsartikel 56 82 432202 van de sectie 13 van de algemene uitgavenbegroting. Afdeling 2. - Financiële modaliteiten inzake de toekenning van de

financiële toelagen

Art. 6.§ 1. De toekenning van de financiële toelagen bedoeld op artikelen 2, 3 en 4 is afhankelijk van het afsluiten van een ondertekende overeenkomst tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en de gemeente.

De overeenkomst is geldig voor een periode van twee jaren met ingang van 1 januari 2018. § 2. Het basismodel dat ter beschikking gesteld wordt vanuit de Administratie, zullen bestaan uit algemene, strategische en operationele doelstellingen en zijn gericht op de te behalen resultaten op het einde van de geldigheidsperiode van de overeenkomst.

TITEL 3. - Financiële modaliteiten inzake de aanwending, betaling en controlewerkwijze voor de financiële toelagen Afdeling 1. - Financiële modaliteiten inzake de aanwending van de

toelagen

Art. 7.Elke financiële toelage wordt toegekend als tussenkomst in de kosten die voortkomen uit de uitvoering van de overeenkomst bedoelde in artikel 6.

Art. 8.§ 1. Het jaarlijks bedrag van de toegekende toelage ligt vast, en kan niet verhoogd worden met de beschikbare saldi die vastgesteld worden naar aanleiding van de jaarlijkse afrekeningen die door de Administratie opgesteld worden.

Het bedrag van de jaarlijkse toelage die niet aangewend is op 31 december van het desbetreffende jaar, gaat definitief verloren § 2. De voorzien toelagen worden toegekend volgens het principe van globale jaarlijkse enveloppen. Er is geen enkele overdracht toegelaten tussen de verschillende toegekende enveloppen.

De modaliteiten voor de verdeling van de kredieten binnen de globale enveloppe worden vastgesteld door de Minister, die de maximale en minimale quota.

Art. 9.De aanwending van de toelage is onderworpen aan het annualiteitsbeginsel van de uitgaven. Alleen de tussen 1 januari en 31 december van het betreffende jaar vastgelegde uitgaven zullen in overweging genomen worden.

Art. 10.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het beginsel van de bestemming van de uitgaven.

Art. 11.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het beginsel van het in aanmerking komen der uitgaven.

Art. 12.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het opportuniteitsbeginsel van de uitgaven. § 2. Kunnen in aanmerking genomen worden voor de financiële toelage, enkel de uitgaven die betrekking hebben op het lokale veiligheids- en preventiebeleid en verband houden met de bevoegdheden van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken. § 3. De verrichte uitgaven verband houden met één of meerdere doelstellingen van de overeenkomst bedoelde in artikel 6. Afdeling 2. - Betalingsmodaliteiten

Art. 13.§ 1. De vastlegging en de vereffening van deze toelagen gebeurt onder voorbehoud van de beschikbare kredieten. § 2. De vereffening van de verschuldigde toelagen gebeurt volgens een voorschot/saldosysteem.

Een voorschot van 90% van het totaal van de toegekende toelage zal worden gestort aan de gemeente.

Het saldo zal worden gestort na grondige controle van de door de gemeente ingediende uitgaven.

Art. 14.De onverschuldigde bedragen, die na grondige controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden van rechtswege teruggevorderd door de Algemene Directie Veiligheid en Preventie. Afdeling 3. - Controlewerkwijze voor de financiële toelagen

Onderafdeling 1. - Voorstelling van het financieel dossier

Art. 15.§ 1. De gemeenten rechtvaardigen hun uitgaven door een financieel dossier voor te stellen voor elke toelage en voor elk van de twee begrotingsjaren waarvoor de toelage is gewaarborgd. § 2. Elke voorgelegde uitgave moet vergezeld worden door een bewijsdocument en een betalingsbewijs.

Art. 16.§ 1. Het financieel dossier van elke toelage is samengesteld uit twee delen: 1° De financiële vordering die ter beschikking gesteld wordt via het ICT-platform online van de Administratie; De financiële vordering zal pas gevalideerd worden op voorwaarde dat de datum van goedkeuring van de schuldvordering ingevoerd wordt in het systeem en dat de beslissing van de Gemeenteraad of het College van Burgemeester en Schepenen als bijlage doorgezonden wordt. De beslissing moet voor de invoering van de financiële vordering gedateerd worden.

De vordering zal online vervolledigd en gevalideerd worden en dat ten laatste op 31 maart van het jaar dat volgt op het betreffende begrotingsjaar.

De beveiligde toegangscodes die de vertrouwelijkheid van de gegevens waarborgen, en tevens een handleiding van de webtoepassing, worden verspreid aan elke door de gemeentelijke overheid aangestelde verantwoordelijke via besluit van het College van Burgemeester en Schepenen.

De gemeentelijke overheid blijft verantwoordelijk voor de geleverde toegangen en geeft informatie aan de Administratie over de bestemmingsveranderingen en toegangswijzigingen noodzakelijk voor de goede opvolging van de financiële controleprocedures. 2° De bewijsdocumenten van het referentiejaar betreffende de personeels-, werkings- en investeringsuitgaven, die uitsluitend via het ICT-platform online worden bezorgd.Deze documenten worden ten laatste op 31 maart van het jaar dat volgt op het betreffende begrotingsjaar ingezonden.

De lijst met vereiste bewijsdocumenten bevindt zich in bijlagen 3 en 4. § 2. De documenten zullen bewaard worden gedurende tien jaar. Die termijn gaat in vanaf de afsluiting van de procedure van de financiële controle.

Onderafdeling 2. - Controlewerkwijze en toepassingsprocedures voor de totstandbrenging van de jaarlijkse financiële afrekening

Art. 17.De Algemene Directie Veiligheid en Preventie voert een grondige controle uit van de bestanddelen van het financieel dossier dat door de steden en gemeenten wordt ingediend. De controle heeft betrekking op: 1° de ontvankelijkheid van de ingediende bewijsdocumenten.Een document wordt als ontvankelijk beschouwd zodra de in onderhavig besluit vermelde voorwaarden worden nageleefd; 2° het in aanmerking komen van de uitgaven die door de gemeente worden ingediend en gerechtvaardigd;3° het opportuniteit van de uitgaven die door de gemeente worden ingediend en gerechtvaardigd.

Art. 18.De Algemene Directie Veiligheid en Preventie kan bijkomende informatie of bewijsdocumenten opvragen. Het niet bezorgen van de opgevraagde aanvullingen leidt tot de afwijzing van de betrokken uitgaven.

Art. 19.Na afloop van de controle ontvangt elke gemeente een jaarlijkse voorlopige afrekening en beschikt ze over twintig werkdagen om haar akkoord te geven of, in geval van niet-akkoord over de toegekende bedragen, haar argumenten voor te leggen. Deze termijn begint te lopen op de datum van voorlegging van de afrekening. Die wordt voorgelegd via het online ICT-platform.

Wanneer de termijn overschreden is of in geval van akkoord over de bedragen van de afrekening, stelt de Administratie de definitieve jaarlijkse afrekening op.

Wanneer er geen akkoord is over de voorlopige afrekening, worden de motiveringen en/of bijkomende bewijzen aangevoerd door de gemeenten, bestudeerd om de definitieve jaarlijkse afrekening op te stellen.

Onderafdeling 3. - Afsluiten van de berekeningen Tweejaarlijkse afrekening

Art. 20.§ 1. Op het einde van de twee jaar van de overeenkomst, stelt de Administratie een voorlopige tweejaarlijkse afrekening op en dat op basis van de jaarlijkse afrekeningen, waarin het restsaldo dat gestort moet worden of het definitief bedrag van de onverschuldigde bedragen die moeten terugbetaald worden, vastgesteld wordt.

Elke gemeente beschikt over een termijn van maximum twintig werkdagen om haar akkoord te geven over het afsluiten van de berekeningen of haar argumenten voor te leggen in geval van niet-akkoord over de toegekende bedragen. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum waarop de gemeente de voorlopige tweejaarlijkse afrekening ontvangen heeft.

Wanneer de termijn overschreden is of in geval van akkoord over de bedragen van de afrekening, stelt de Administratie de definitieve tweejaarlijkse afrekening op.

Wanneer er geen akkoord is over de tweejaarlijkse afrekening, worden de motiveringen aangevoerd door de gemeente, bestudeerd om de definitieve tweejaarlijkse afrekening op te stellen. § 2. Uitsluitend de motiveringen betreffende de afrekening van de twee jaren kunnen worden aangevoerd door de gemeente bij de afsluitingsprocedure. Zijn dus geenszins ontvankelijk de betwistingen aangaande: - de motiveringen die reeds naar voren werden gebracht tijdens de jaarlijkse financiële afrekeningsprocedure en geweigerd door de administratie - de nieuwe motiveringen die niet zouden zijn aangevoerd door de gemeente tijdens de tegenstrijdige jaarlijkse afrekeningsprocedure, met name wanneer de gemeente geen gebruik heeft gemaakt van haar tegenstrijdig recht binnen de reglementaire termijn van 20 werkdagen. Afdeling 5. - Terugvorderingen en Financiële sancties

Art. 21.De Administratie onderbreekt de betalingen: 1° in geval het door de gemeente ingediende voorstel van overeenkomst geweigerd wordt door de Minister of zijn afgevaardigde ;2° in geval het niet naleven van de algemene verplichtingen wordt vastgesteld;3° in geval wordt vastgesteld dat een deel of het geheel van de overeenkomst niet wordt uitgevoerd.

Art. 22.§ 1. Er moet een verband kunnen worden gelegd tussen het resultaat en de uitvoering van de overeenkomst. § 2. De opvolging en de evaluatie van de overeenkomst kunnen aanleiding geven tot financiële sancties, welke van toepassing gedurende de overeenkomst en/of van op het einde van de overeenkomst zijn.

Art. 23.Budgetbegeleiding kan opgestart worden, op beslissing van de Minister of zijn afgevaardigde, voor de steden en gemeenten waarvoor uit de opvolging en/of evaluatie de aanwezigheid blijkt van : - tekortkomingen bij de uitvoering van het strategisch plan, - tekortkomingen bij de realisatie van de doelstellingen of het bereiken van de resultaten.

Art. 24.§ 1. De onverschuldigde bedragen, die na grondige controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden jaarlijks teruggevorderd via een invorderingsprocedure. § 2.Bovendien kunnen de onverschuldigde bedragen die in het kader van de resultaatsverbintenis vastgesteld worden, teruggevorderd worden.

In dit geval: 1° wordt de terugvordering ingezet op het einde van de overeenkomst;4° gebeurt de terugvordering op verzoek van de Minister of zijn afgevaardigde in het kader van de uitvoering van het tweede lid. TITEL 4. - Opvolging en evaluatie

Art. 25.§ 1. De resultaatsverbintenis die voortvloeit uit de overeenkomst, brengt voor de gemeente de noodzaak met zich mee om regelmatig over te gaan tot de opvolging en de evaluatie van haar doelstellingen. § 2. Op basis van de vaststellingen op het terrein en een gedetailleerde analyse van elke doelstelling, realiseert de gemeente een zelfevaluatie teneinde de uitvoering van de verschillende doelstellingen en resultaten binnen de conventie te verifiëren. § 3. Op verzoek van de gemeente of op haar eigen initiatief kan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie de activiteiten tot uitvoering van de afgesloten conventie bestuderen. De bezoeken die hiertoe werden uitgevoerd, hebben als doel de begunstigde gemeente zo goed mogelijk te ondersteunen bij de lancering, de uitvoering en de evaluatie van haar activiteiten.

Art. 26.De gemeenten overmaken tegen uiterlijk 31/03/2019 hun evaluatierapport door aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie via het online ICT-platform.

TITEL 5. - Eindbepalingen

Art. 27.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.

Art. 28.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 september 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 september 2018 houdende de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor de jaren 2018-2019 Gegeven te Brussel, 2 september 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

^