Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 april 2003
gepubliceerd op 25 april 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot toekenning van een toelage voor tweetaligheid aan sommige militairen in actieve dienst

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2003007126
pub.
25/04/2003
prom.
03/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/03/2003007126/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot toekenning van een toelage voor tweetaligheid aan sommige militairen in actieve dienst


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger, inzonderheid op artikel 9bis, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2001 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de statuten van het militair personeel;

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op artikel 11, § 2, gewijzigd bij de wet van 22 maart 2001, en § 3, en op artikel 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot toekenning van een toelage voor tweetaligheid aan sommige militairen in actieve dienst, inzonderheid op artikel 1, §§ 1 en 2, en op artikel 2;

Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 23 juli 2001;

Gelet op het advies nummer D.I.322.0 - D.I.415.03/110 van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 december 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 februari 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, in het sectoraal akkoord van Defensie van 19 april 2001, 31 december 2002 reeds vooropgesteld werd als streefdoel van de inwerkingtreding van de met dit besluit beoogde maatregel;

Overwegende dat de termijn verlopen tussen de syndicale onderhandelingen en het bekomen van de akkoorden der autoriteiten belast met de administratieve- en begrotingscontrole zeer lang is;

Overwegende dat dit wachten een nefaste invloed kan hebben op het vertrouwensklimaat dat de relaties met de syndicale organisaties kenmerkt;

Overwegende dat de beoogde maatregel dus een geldelijke incentive inhoudt, waarmee de vrijwilligers van de krijgsmacht kunnen aangemoedigd worden om zo spoedig mogelijk de wettelijke kennis van tweede landstaal te verwerven, waardoor de cohesie, de korpsgeest en de operationaliteit op onbetwistbare manier wordt bevorderd;

Overwegende dat het billijkheidsprincipe eist dat de toelage bedoeld bij dit besluit zonder uitstel dient toegekend te worden aan de vrijwilligers net zoals deze reeds wordt toegekend aan de officieren en onderofficieren;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot toekenning van een toelage voor tweetaligheid aan sommige militairen in actieve dienst wordt aangevuld als volgt : « 3° als vrijwilliger, blijk hebben gegeven van de werkelijke kennis van het Nederlands en het Frans overeenkomstig artikel 9bis van dezelfde wet. » .

Art. 2.In artikel 1, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « De in 1° bedoelde officier en de in 2° bedoelde onderofficier moeten » vervangen door de woorden « De in het eerste lid bedoelde militair moet ».

Art. 3.In artikel 1, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « De officier of de onderofficier » vervangen door de woorden « De militair ».

Art. 4.Artikel 2, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.Het maandbedrag van de toelage voor tweetaligheid wordt vastgesteld op : 1° 24,79 EUR voor de officier;2° 12,40 EUR voor de militair beneden de rang van officier.» .

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

^