Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 april 2013
gepubliceerd op 08 augustus 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013012127
pub.
08/08/2013
prom.
03/04/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011 Vaststelling van de arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2011 onder het nummer 105199/CO/102.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.

Onder "werknemers" worden : de werklieden en de werksters verstaan.

Zij heeft tot doel de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst te coördineren en aan te passen en zij mag geen afbreuk doen aan de gunstiger ondernemingsovereenkomsten die reeds werden gesloten, noch aan de voordeliger loonregelingen die werkelijk worden toegepast.

Art. 2.Classificatie :

Uitgeoefende functie -

Categorie -

Artikel -

Dienst

Helper in het atelier

5


Helper aan de kliefmachine

6


1e en 2e machinebankwerker

8

Onderhoudsatelier

Leerling-zager

7


Wagenmaker schrijnwerker

8

Onderhoudsatelier

Vrachtwagenbestuurder

7


Bestuurder van auto-elevator

5


Bestuurder van de laadschop, graafmachine, hydraulische kraan

5


Conducteur laadmachine op rubberbanden

5


Bestuurder van vrachtwagens van 20 tot en meer

5

Werk aan de breekmolen

Bestuurder van bulldozer op rupsbanden

5

Werk aan de breekmolen

Frezer

8

Mechanisch houwen

Steenzager

8

Mechanisch houwen

Afschaler van de laag

14


Legger van kettingen (aan de oppervlakte) Henegouwen

7


1e en 2e electricien

8

Onderhoudsatelier

Ploegenpremies

11


Draadzager

4


Boorder-springstaafsteker (of springbussteker) - Weger

5

Werk aan de breekmolen

1e en 2e smid

8

Onderhoudsatelier

Vervoerskosten

27-28


Voorslager

8

Onderhoudsatelier

Kranen

7


Machinist drill-wagon

11


1e kliefmachinist

7


Metser

19


Bediener boormachine

5

Werk aan de breekmolen

Hulparbeider

2


Hulparbeider zwaar werk

5


Steenopvuller

6


Slijper

8

Mechanisch houwen

1e legger van kettingen (op de bodem) (grote en kleine bruggen + kranen)

9


2e plaatser van kettingsbruggen (grote en kleine)

7


Schietmeester-boorder

6

10


Moeleerder

8

Mechanisch houwen

Bediener van de breekmolen

5

Werk aan de breekmolen

Polijster met de machine

7


Kanthouwer van blokken

20


Steenklover in de laag met drill-wagon

22


Steenklover in de laag-Henegouwen

23


Steenklover in de laag

4


Bediener diamantbladzaag

12


Lasser

8

Onderhoudsatelier

Steenhouwer

21


Degressieve bedragen

12


1e en 2e draaier

8

Onderhoudsatelier

Steendraaier

8

Mechanisch houwen

Bestuurder laadbrug

7


Brigadier : effectief betaald loon voor de uitgeoefende functie, vermeerderd met een minimum bedrag van 0,5231 EUR in een arbeidstijdregeling van 39 uur/week, geïndexeerd en inbegrepen in het loon van de uitgeoefende functie van brigadier.

Art. 3.Uurlonen in de verschillende arbeidstijdregelingen.

Op 30 april 2011, zijn twee indexanticipaties van toepassing op de gewoon geïndexeerde bedragen. Deze twee indexanticipaties stemmen overeen met de indexcijfers 115,06 en 116,21.

Wanneer de eerste index zal evenwel overschreden worden, zal het indexeringssyteem normaal verder zetten.

Rekening houdend met deze twee indexanticipaties van 1 pct. op 30 april 2011, zijn de nieuwe lonen aan het (vervroegd) index 116,21 zijn vastgesteld als volgt op 1 mei 2011 :

Categorieën

Regeling van 40 u/week

Produktiepremie inbegrepen

Regeling van 39 u/week

Produktiepremie inbegrepen

Regeling van 38 u/week

Produktiepremie inbegrepen

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

1e

11,9996

-

12,3073

-

12,6312

-

2e

12,0896

-

12,3996

-

12,7259

-

3e

12,1138

-

12,4244

-

12,7414

-

4e

12,1295

12,2189

12,4405

12,5322

12,7679

12,8620

5e

12,1657

12,2402

12,4777

12,5540

12,8060

12,8844

6e

12,2169

12,6931

12,5302

13,0186

12,8599

13,3612

7e

12,2366

12,3084

12,5504

12,6240

12,8806

12,9562

8e

12,2643

-

12,5887

-

12,9097

-

9e

12,3016

12,3741

12,6170

12,6914

12,9490

13,0254

10e

12,3265

-

12,6525

-

12,9752

-

11e

12,3565

-

12,6733

-

13,0068

-

12e

12,3711

-

12,6883

-

13,0222

-

13e

12,3869

-

12,7045

-

13,0388

-

14e

12,4275

-

12,7461

-

13,0815

-

15e

12,4283

-

12,7470

-

13,0824

-

16e

12,4432

-

12,7622

-

13,0981

-

17e

12,4791

-

12,7991

-

13,1359

-

18e

12,4962

-

12,8166

-

13,1539

-

19e

12,5121

-

12,8330

-

13,1707

-

20e

12,5477

-

12,8695

-

13,2081

-

21e

12,7973

-

13,1254

-

13,4708

-

22e

13,2228

-

13,5619

-

13,9188

-

23e

13,3822

-

13,7253

-

14,0865

-


N.B. : bij de bovenvermelde lonen is het gebruik van de werktuigen inbegrepen (steenklovers in de laag, kanthouwers van blokken, loshouwers).

Art. 4.Op 1 mei 2011, is de opleidingsloonschaal voor de steenklover de volgende :

In de regeling van 40 uren/week

In de regeling van 39 uren/week

In de regeling van 38 uren/week

EUR

EUR

EUR

Aanvang (kanthouwers van blokken)

12,8127

13,1410

13,4868

Steenklover 3 maanden

12,9164

13,2476

13,5963

Steenklover 6 maanden

13,0204

13,3542

13,7057

Steenklover 9 maanden

13,1243

13,4608

13,8151

Steenklover 12 maanden

13,2440

13,5835

13,9410


In de "Carrières du Hainaut" moeten de vier trimestriële verhogingen worden aangepast met 0,02479 EUR.

Art. 5.Op 1 mei 2011, worden de hieronder vermelde categorieën tegen de volgende minimum uurlonen betaald :

In de regeling van 40 uren/week

In de regeling van 39 uren/week

In de regeling van 38 uren/week

EUR

EUR

EUR

van

tot

van

tot

van

tot

Bestuurder van auto-elevator

12,2340

12,6231

12,5475

12,9467

12,8778

13,2874

Bestuurder van de laadschop, graafmachine of hydraulische kraan

12,2340

12,7528

12,5475

13,0797

12,8778

13,4238

Bestuurder laadmachine of rubberbanden

12,2340

12,7528

12,5475

13,0797

12,8778

13,4238


Personeel dat werkt aan de breekmolen :

In de regeling van 40 uren/week

In de regeling van 39 uren/week

In de regeling van 38 uren/week

EUR

EUR

EUR

van

tot

van

tot

van

tot

Bestuurder van vrachtwagens van 20 ton en meer

12,6500

12,9136

12,9741

13,2447

13,3155

13,5931

Bediener van de breekmolen

13,0022

13,1793

13,3356

13,5170

13,6864

13,8727

Bulldozerbestuurder

12,9792

13,5637

13,3119

13,9115

13,6622

14,2775

Bediener van boormachine

12,7996

13,1793

13,1278

13,5170

13,4733

13,8727

Boorder-springstaafsteker (of springbussteker) - weger

12,3231

12,8152

12,6390

13,1437

12,9716

13,4894


Art. 6.De steenopvullers hebben geen vast loon : zij ontvangen een bijslag bij hun loon als steenhouwer op het ogenblik waarop zij steenopvullers worden, hetzij :

In de regeling van 40 uren/week

In de regeling van 39 uren/week

In de regeling van 38 uren/week

EUR

EUR

EUR

0,0933

0,0962

0,0984


Art. 7.Op 1 mei 2011 zijn de lonen van de werknemers van het onderhoudsatelier en van het atelier voor het mechanisch kappen de volgende : a) Onderhoudsatelier

In de regeling van 40 uren/week

In de regeling van 39 uren/week

In de regeling van 38 uren/week

EUR

EUR

EUR

1ste smid

12,8625

13,1922

13,5395

2e smid en voorslager

12,5895

12,9121

13,2518

1e draaier

13,1686

13,1922

13,5395

2e draaier

12,5895

12,9121

13,2518

Lasser

12,8625

13,1922

13,8912

1e electricien

12,8625

13,1922

13,5395

2e electricien

12,6805

13,0055

13,3477

1e machinebankwerker

12,9333

13,2649

13,6139

2e machinebankwerker

12,6805

13,0055

13,3477

Gereedschapsmaker

12,6805

13,0055

13,3477

Wagenmaker en andere schrijnwerker

12,6805

13,0055

13,3477


b) Mechanisch houwen

In de regeling van 40 uren/week

In de regeling van 39 uren/week

In de regeling van 38 uren/week

Frezer

Steenzager

Frezer

Steenzager

Frezer

Steenzager

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

Aanvang

12,0666

12,3122

12,3759

12,6279

12,7017

12,9631

Na 3 maanden

12,4854

12,4854

12,8054

12,8054

13,1424

13,1424

Na 6 maanden

12,6560

-

12,9702

-

13,3114

-

Na 12 maanden

12,7720

12,6466

12,9972

12,9709

13,4357

13,3122

Na 18 maanden

-

12,7720

-

13,0992

-

13,4440

Keurarbeiders

12,8025

12,8378

13,1306

13,1667

13,4762

13,5134


(1)

(2)

(1)

(2)

(1)

(2)

Aanvang

12,3071

12,3071

12,6224

12,6224

12,9546

12,9546

Na 3 maanden

12,5668

12,5668

12,8889

13,0018

13,2279

13,3438

Na 12 maanden

12,7206

12,7206

13,0467

13,1228

13,3900

13,4680

Na 18 maanden

12,8378

12,8378

13,1667

13,2515

13,5134

13,6003

Keurarbeiders

12,9205

12,9205

13,2515

13,3272

13,6003

13,6778

(1) steendraaier, mouleerder

(2) slijper


Art.8. Op 1 januari 2011 ontvangen de non-stop diamantzagers : a) hetzij een bijslag per uur van : - 0,0554 EUR in de regeling van de 40 uren/week; - 0,0567 EUR in de regeling van de 39 uren/week; - 0,0580 EUR in de regeling van de 38 uren/week. b) hetzij een premie waarvan het bedrag in elke onderneming wordt bepaald.

Art. 9.Op 1 mei 2011 ontvangen de werknemers die het brevet van mijnwerker hebben bekomen een loon van : - 12,8886 EUR in de regeling van de 40 uren/week; - 13,2189 EUR in de regeling van de 39 uren/week; - 13,5667 EUR in de regeling van de 38 uren/week. HOOFDSTUK II. - Ploegenpremies - verplaatste arbeidstijdregelingen

Art. 10.Onverminderd de wettelijke bepalingen terzake, worden de ploegenpremies vastgesteld als volgt op 1 mei 2011, op index 116,21.

De ploegenpremies worden geïndexeerd zoals de lonen (cfr. Artikel 12). a) in de regeling van de 40 uren/week : - 0,5501 EUR voor de arbeidsprestaties die worden verricht tussen 65 en 14 uren en voor die welke begrepen zijn tussen 14 en 22 uur; - 2,0257 EUR voor de arbeidsprestaties die begrepen zijn tussen 22 en 6 uur. b) in de regeling van de 39 uren/week : - 0,5642 EUR voor de arbeidsprestaties die worden verricht tussen 6 en 14 uur en voor die welke worden verricht tussen 14 en 22 uur; - 2,0776 EUR voor de arbeidsprestaties die worden verricht tussen 22 en 6 uur. c) in de regeling van de 38 uren/week : - 0,5791 EUR voor de arbeidsprestaties die begrepen zijn tussen 6 en 14 uur en voor die welke begrepen zijn tussen 14 en 22 uur; - 2,1323 EUR voor de arbeidsprestaties die begrepen zijn tussen 22 en 6 uur.

Deze bijdragen worden toegekend aan de werknemers die volgens een verplaatste arbeidstijdregeling werken voor zover het tijdverschil overeenstemt met een van de ploegen die in de onderneming bestaan.

Ingeval de regeling van de ploegenarbeid tijdelijk wordt afgeschaft, zullen de werkgevers pogen de betrokken werknemers tewerk te stellen in een categorie die overeenstemt met het vroegere loon, met inbegrip van de bijslag voor ploegenarbeid.

Voor de toepassing van dit artikel in sommige ondernemingen worden de vermeldingen 6 uur, 14 uur en 22 uur respectievelijk vervangen door 5 uur, 13 uur en 21 uur. HOOFDSTUK III. - Premies voor moeilijke werken

Art. 11.a) Werken in een kast of opgehangen boven de afgrond om een muur te schilderen : uurpremie gelijk aan 20 pct. van het basisloon. b) Herstelling van de brug boven de groeve : beperkt tot de herstelling van de trolleydraden : - uurpremie van 0,1606 EUR in een regeling van 40 uren/week; - uurpremie van 0,1645 EUR in een regeling van 39 uren/week; - uurpremie van 0,1688 EUR in een regeling van 38 uren/week. c) Aanbrengen van een katrol of plaatsen van een koord in de groef van een katrol die aan de muur van de groeve is bevestigd in een kast boven de groeve : - uurpremie van 0,4170 EUR in een regeling van 40 uren/week; - uurpremie van 0,4278 EUR in een regeling van 39 uren/week; - uurpremie van 0,4380 EUR in een regeling van 38 uren/week. d) Werken op een mast tijdens de winter, beperkt tot het werk dat wordt verricht wanneer de arbeid in de groeve wordt stopgezet wegens slecht weer : premie van 0,07 EUR per uur. De premies die reeds werden toegekend en die gunstiger zijn dan die waarin hierboven is voorzien zullen verworven blijven. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 12.De minimum uurlonen, de werkelijk betaalde lonen, alsmede de verschillende premies, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat maandelijks wordt vastgesteld door de Federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, behoudens uitzonderingen die in deze overeenkomst worden vermeld.

Art. 13.Deze lonen en premies schommelen naar boven of naar onder toe per reeks van 1 pct. van hun waarde voor elke wijziging van het indexcijfer met hetzelfde percentage, waarbij het spilindexcijfer de grondslag is.

Wat betreft de uurlonen en rekening houdend met de toepassing van twee voortijdige indexaanpassingen op 30 april 2011, tijdens de periode van 1 mei 2011 tot 31 december 2012, zullen de lonen opnieuw worden geïndexeerd vanaf de derde indexering, met uitzondering van de ploegen die zullen verder geïndexeerd worden.

De in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde lonen en ploegenpremies worden tegenover het indexcijfer 113,92 geplaatst.

Het eerste spilindexcijfer naar boven toe dat zal worden toegepast wordt vastgesteld op 115,06. De opeenvolgende spillen naar boven toe zijn dus : 115,06 - 116,21 - 117,37 - 118,54.

Art. 14.De schommelingen van de in artikel 12 bedoelde lonen en premies gaan in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het spilindexcijfer wordt overschreden. HOOFDSTUK V. - Eindejaarspremie

Art. 15.1°. Een jaarlijkse toelage wordt toegekend in verhouding tot de gepresteerde en gelijkgestelde uren. Zij wordt ook toegekend aan de rechthebbenden van een arbeider overleden in de loop van het sociaal dienstjaar, aan de bruggepensioneerde of gepensioneerde arbeiders. Zij wordt ook uitbetaald naar pro rata temporis aan de arbeiders die het bedrijf verlaten met de uitzondering van de gevallen van ontslag of ontslag om dringende reden. 2° De toekenningsvoorwaarden voor de "Carrières du Hainaut" worden bepaald in een ondernemingsovereenkomst. 3° In 2011, zal de eindejaarspremie 1.902,76 EUR bedrage, berekening referte : 1 700 uren/jaar gepresteerd en/of gelijkgesteld. 4° In 2012, zal de eindejaarspremie 2.002,76 EUR bedragen, berekening referte : 1 700 uren/jaar gepresteerd en/of gelijkgesteld. 5° Deze premie wordt betaald vóór 25 december van elk jaar aan het personeel dat op 30 november aanwezig is, behalve voor gevallen bepaalt in § 1. Dit bedrag is onderworpen aan de bepalingen betreffende de eindejaarspremie, behalve wat de werkloosheidsdagen betreft, die worden gelijkgesteld met arbeidsdagen.

Met werkelijk gewerkte uren worden gelijkgesteld : - de uren tijdens welke de volgende syndicale opdrachten worden vervuld; - het bijwonen van officiële of officieuze vergaderingen van het paritair comité of van een verzoeningsbureau; - de uren studie, vakbondsopleiding en opleiding voor de ondernemingsraden, die beperkt zijn tot maximum 80 uren; - het verlies van arbeidsuren tengevolge van een arbeidsongeval of van een ongeval op de weg van en naar het werk, naar rata van 480 uren per jaar; - ongevallen van meer dan 30 kalenderdagen worden betaald door de verzekering (eindejaarspremie inbegrepen), zijn niet gelijkgesteld en worden niet verrekend in de 480 uren per jaar, voor de duur boven de 30 dagen; - ongevallen van minder dan 30 kalenderdagen worden gelijkgesteld door de werkgever; - het verlies van arbeidsuren tengevolge van ziekte, naar rata van 400 uren per jaar; - de bijzondere en specifieke reglementen die in de verschillende ondernemingen van kracht zijn, blijven toepasselijk.

Wordt niet gelijkgesteld : Ziekte van minder dan 15 opeenvolgende werkdagen.

Het refertebedrag is het bedrag dat respectievelijk op 31 december 2011 voor het jaar 2011 en op 31 december 2012 voor het jaar 2012 van kracht is.

Art. 16.De werknemers die nier meer dan twee dagen ongeoorloofd afwezig zijn geweest in de referteperiode, hebben recht op de volledige eindejaarspremie.

Deze premie wordt, per refertejaar, als volgt verminderd : a) voor 3 dagen tot 5 dagen ongeoorloofde afwezigheid : met 25 pct.; b) voor 6 dagen tot 10 dagen ongeoorloofde afwezigheid : met 50 pct.; c) voor 11 dagen ongeoorloofde afwezigheid : de werknemers hebben geen recht op de premie.

Art. 17.Voor de werknemer die in de loop van het refertejaar in dienst treedt bij een werkgever, wordt het bedrag van de eindejaarspremie berekend naar verhouding van het aantal gewerkte maanden in de onderneming tijdens het refertejaar; de dagen ongeoorloofde afwezigheid worden eveneens vastgesteld naar verhouding van het aantal gewerkte maanden tijdens het refertejaar. HOOFDSTUK VI. - Stiptheidspremie

Art. 18.De stiptheidspremie wordt berekend op basis van een gemiddeld loon van 12,9702 EUR/uur (in een arbeidsstelsel van 39 uren per week).

Voor 2009, naargelang het aantal dagen dat jaarlijks wordt gewerkt, de werknemers die in totaal zijn afwezig geweest tussen :

Afwezigheidsdagen -

Berekening eindejaarspremie

0 en 5

4 uren meer

6 en 10

3 uren meer

11 en15

2 uren meer

Meer dan 15

0 uren meer


Alle afwezigheden inbegrepen behalve vakbondsopdrachten en economische werkloosheid en/of werkloosheid wegens weersomstandigheden. Voor 2012 blijft dit systeem van toepassing. HOOFDSTUK VII. - Patroonsfeest van de "IV Gekroonden" werknemers

Art. 19.Naar aanleiding van het feest van de gedecoreerde werknemers is sedert 1993 een jaarlijkse premie van 57,51 EUR toegekend aan alle werknemers onder contract op 8 november en die minstens één dag hebben gewerkt sedert 8 november van het voorgaande jaar.

Vanaf 1 januari 1994, is deze premie geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de maand die de betaling voorafgaat. Deze bepaling is niet meer van toepassing vanaf de overeenkomst 2005-2006.

De evolutie van de premie is de volgende geweest :

-

EUR -

1993

57,51

1994

58,08

1995

58,65

1996

59,84

1997

61,03

1998

61,65

1999

70,92

2000

72,68

2001

74,54

2002

75,51

2003

76,71

2004

78,03

2005

78,03

2006

78,03

2007

78,03

2008

78,03

2009

78,03

2010

78,03

2011

78,03

2012

78,03


De dag van de IV Gekroonden (8 november) is uitgesteld als deze op een zaterdag of op een zondag valt. HOOFDSTUK VIII. - Zaterdagarbeid

Art. 20.De werknemer die door de werkgever wordt opgeroepen om op zaterdag vanaf 6 uur in de ochtend te komen werken, ontvangt een overloon van 35 pct., met uitsluiting van : a) het personeel dat in het stelsel van de 6-dagenweek werkt;b) het personeel dat in 3 ploegen werkt, waarvoor het overloon wordt berekend op maximum 40 uren/week;c) het personeel dat op zaterdag overuren verricht en het wettelijk overloon geniet. HOOFDSTUK IX. - Terugbetaling van de vervoerskosten

Art. 21.Onverminderd de toepassing van de wettelijke bepalingen, betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, ontvangen de werknemers een geïndexeerde vergoeding van 0,0870 EUR per werkelijk gewerkt uur tegen het indexcijfer 116,21.

Voor de werknemers die een productiepremie ontvangen, wordt deze vergoeding afgetrokken van de genoemde premie, naar verhouding van : - 0,0471 EUR per uur in de regeling van 40 uren/week; - 0,0471 EUR per uur in de regeling van 39 uren/week; - 0,0471 EUR per uur in de regeling van 38 uren/week.

Bij gebruik van het openbaar vervoer en zonder voorbehoud van de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,0870 EUR per werkelijk gewerkt uur in artikel 21 bij gebruik van het openbaar vervoer, bedraagt de werkgeverstussenkomst 75 pct. van het week abonnement van het openbaar vervoer. Verwezen wordt naar de tarieven van het algemeen barema van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19.

Bij gebruik van eigen vervoer en zonder voorbehoud van de toepassing van de geïndexeerde vergoeding van 0,0870 EUR per werkelijk gewerkt uur vastgesteld in artikel 21 in geval van openbaar verover, bedraagt de werkgeverstussenkomst 50 pct. van de werkgeverstussenkomst in de kost van het wekelijks abonnement van het openbaar vervoer.

Voor de arbeiders die zich met de fiets verplaatsen, zal de terugbetaling volgens de wettelijke bepalingen gebeuren.

Art. 22.De terugbetaling geschiedt tenminste maandelijks. HOOFDSTUK X. - Vastheid van betrekking

Art. 23.Vanaf 1 januari 2011, wat de tewerkstelling betreft, vermindering aan vier opeenvolgende contracten voor bepaalde duur voor een maximaal tewerkstellingsduur van 24 maanden.

De werkgevers zullen, voor zover mogelijk, de gepaste maatregelen nemen teneinde het huidige tewerkstellingsniveau te handhaven.

Als de economische toestand zou achteruitgaan, zullen de werkgevers er zo veel mogelijk voor zorgen dat er na overleg tussen de partijen, een beurtregeling wordt opgesteld voor het tijdelijk werkloos personeel om economische redenen, ten einde de gevolgen ervan voor de betrokken werknemers te beperken.

Indien een ondernemingen in de toekomst onvermijdelijk wordt geconfronteerd met ernstige economische moeilijkheden, brengt de directe van deze onderneming de vakbondsafgevaardigden hiervan vooraf op de hoogste en wint zij hun advies in over de maatregelen die volgens haar op sociaal niveau moeten worden genomen.

Tijdens het overleg dat hierop volgt, bevelen de partners aan bij de maatregelen die worden overwogen in de wet van 26 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/1999 pub. 01/04/1999 numac 1999012205 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen sluiten betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999). HOOFDSTUK XI. - Arbeidsduur

Art. 24.Vanaf 1 juli 2005, bestaan vier arbeidstijdregelingen : a) de arbeidstijdregeling van 40 uren/week met toekenning van 18 inhaalrustdagen;b) de arbeidstijdregeling van 39 uren/week met toekenning van 12 inhaalrustdagen;c) de arbeidstijdregeling van 38 uren/week met toekenning van 6 inhaalrustdagen;d) de arbeidstijdregeling van 37 uren/week zonder toekenning van inhaalrustdagen. HOOFDSTUK XII. - Vormingsvergoeding

Art. 25.Een vormingsvergoeding van een bedrag van 120,27 EUR wordt toegekend vanaf 1 januari 2001, verhoogd met 5,5 pct. voor administratiekosten.

In 2010 blijft deze vergoeding vastgesteld op 120,57 EUR, betaalbaar in de loop van het jaar (bovenop de administratieve kosten).

Overeenkomstig hoofdstuk XVII van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, zullen de vergoedingen worden gestort aan het "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf". HOOFDSTUK XIII. - Vakbonds- en opdrachtsopleiding

Art. 26.Het krediet dat voor de vormingscursussen wordt toegekend bedraagt 5 dagen per jaar en per gewoon of plaatsvervangend afgevaardigde in het comité voor veiligheid en gezondheid en in de ondernemingsraad.

Dit krediet vormt een totaal dat kan worden aangewend door de vakorganisaties, in overleg met de in het paritair subcomité vertegenwoordigde werkgevers.

De afgevaardigden beschikken over de nodige tijd voor het uitoefenen van hun vakbondsopdrachten.

Als voor deze opdrachten een bezoek buiten de onderneming noodzakelijk is, zal de vakbondsvrijgestelde, voor zover mogelijk, de werkgever hiervan binnen een redelijke termijn op de hoogte brengen.

De vakbondsopdrachten buitenshuis worden uitgebreid om het voor de afgevaardigden mogelijk te maken om de begrafenis bij te wonen van ouders en verwanten in de eerste graad van een werknemer en dit onaangezien het statuut van deze laatste.

Bij een interne opdracht moeten de afgevaardigden hun hiërarchische oversten hiervan op de hoogte brengen. HOOFDSTUK XIV. - Vergoedingen in geval van arbeidsongevallen

Art. 27.De vergoedingen in geval van arbeidsongevallen zullen worden betaald zodra de verzekeringsinstellingen het ongeval heeft erkend en tijdens dezelfde periodes als die welke gelden voor de betaling van de lonen. HOOFDSTUK XV. - Hospitalisatieverzekering

Art. 28.De werkgever verbindt zich ertoe een sectorale hospitalisatieverzekering (collectief contract) te onderschrijven per werknemer met een anciënniteit van minstens één jaar in de sector.

Voor 2011, is de jaarlijkse tegemoetkoming van de werkgever op 120 EUR per werknemer vastgelegd. Voor 2012, wordt die op 140,52 EUR per werknemer gebracht.

De werkgevers komen gedurende deze collectieve arbeidsovereenkomst voor 100 EUR tegemoet in de vrijstelling, ten belope van één ongeval per schadejaar.

De werkgevers verbinden zich ertoe om met de directie van het verzekeringsorganisme de manieren te bespreken om de verschillende dysfuncties die uit deze verzekering voortkomen te regelen en anderzijds, samen met de ondernemingen van Zinnik, de voorwaarden te heronderhandelen teneinde de dekking van de hospitalisatieverzekering te verbeteren.

De waarborg aan de bruggepensioneerden wordt uitgebreid met de gelijkwaardige franchisemogelijkheden tot de actieve werknemers op vrijwillige basis uiterlijk op de datum waarop het brugpensioen ingaat. HOOFDSTUK XVI. - Geschenkcheque

Art. 29.Ieder jaar, vanaf 2011, ontvangt iedere werknemer, ingeschreven in het personeelsregister en die minstens één dag heeft gewerkt in het refertejaar, een cadeaucheque met een waarde van 35 EUR. Deze cheque vervangt de oudere die werd gegeven in het kader van het feest van de Franstalige Gemeenschap. HOOFDSTUK XVII. - Premie aan de georganiseerden

Art. 30.Vanaf 2011 verbinden de werkgevers zich er toe om uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar aan de VZW "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" waarvan de zetel gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, een bedrag te storten van 135 EUR per jaar, + administratieve kosten, per werkman die op 31 december van het vorige jaar werkelijk is ingeschreven in het personeelsregister alsmede voor de bruggepensioneerde werklieden.

Voor iedere werknemer die tijdens de referteperiode meer dan één jaar afwezig is, stort de onderneming niet in het fonds. Met dit bedrag kan het sociaal fonds aan de werknemers een premie van 135 EUR toekennen.

Deze bedragen worden niet geïndexeerd.

Art. 31.Deze storting die per werkgever en onderneming geschiedt, is afhankelijk van de naleving van de voorwaarden betreffende de verzoenings- en opzeggingsprocedure in geval van stopzetting van de arbeid en zij wordt verricht wanneer noch collectief, noch individueel het werk in de onderneming wordt belemmerd.

Elke actie die tot gevolg heeft dat de in het eerste lid van dit artikel vermelde punten niet in acht worden genomen kan een vermindering met een vierde van de storting meebrengen; de beslissing van de werkgever wordt slechts genomen nadat er in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties een onderzoek is verricht.

Art. 32.De premie wordt door toedoen van de VZW "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf", Hoogstyraat 26-28 te Brussel, aan de rechthebbenden betaald en door het fonds pro rata temporis verdeeld onder de werklieden die aangesloten zijn bij één van de drie erkende vakorganisaties en tewerkgesteld in de hardsteengroeven op 31 december alsook onder de gepensioneerde, de bruggepensioneerde werklieden, de werklieden ontslagen wegens economische redenen, de werklieden die hun militaire dienstplicht vervullen, de werklieden die een individuele opleiding in de onderneming volgen alsmede aan de rechtverkrijgenden van de tijdens het refertejaar overleden werklieden.

Art. 33.De rekeningen van de VZW "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" worden, voor goedkeuring, éénmaal per jaar, en ten laatste op 1 juni, aan de vertegenwoordiger van de werkgevers voorgelegd en aan het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de hardsteengroeven en van de groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen. HOOFDSTUK XVIII. - Tijdelijke werkloosheid

Art. 34.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 27 en 50 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), hebben de in artikel 1 bedoelde werklieden, ten laste van hun werkgever, recht op de betaling van een dagelijkse uitkering in geval van volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeid wegens tijdelijke werkloosheidsredenen.

Art. 35.Vanaf 1 januari 2011, garandeert de supplementaire uitkering voor de werkloosheid 90 pct. van het normaal netto dagloon, verhoogd met de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque.

Voor de werknemers die geen recht hebben op een werkloosheidsuitkering, zullen de werkgevers, in de mate van het mogelijke, proberen deze tewerk te stellen in verschillende taken, aangepast aan de omstandigheden van het ogenblik. Ingeval zij niet kunnen worden tewerkgesteld, zal de aanvullende vergoeding berekend worden in verhouding tot een theoretische werkloosheidsuitkering, dit wil zeggen die zij als rechthebbenden zouden hebben ontvangen.

Art. 36.De beslissing om de arbeid al dan niet te onderbreken wordt genomen door de werkgever (in geval van onderbreking wordt deze aan het personeel medegedeeld door middel van het gebruikelijke aanplakbiljet) die de arbeidsproblemen onderzoekt en zowel binnen als buiten de maatschappij als mogelijke informatie inwint over de mogelijke evolutie van de technische en klimatologische omstandigheden.

In geval van betwisting wordt deze beslissing genomen na rechtstreeks contact met de hoofdafgevaardigde van de werklieden vergezeld van - indien er een is - een afgevaardigde van het comité voor veiligheid en gezondheid en, indien nodig, na een paritaire vergadering met de afgevaardigden van de werkgevers en van de werklieden van de ondernemingen uit het bekken. Deze vergadering wordt, indien mogelijk, de dag zelf dringend bijeengeroepen.

Wanneer besloten wordt het werk te staken wordt de informatie ten laatste op 21 uur beschikbaar gesteld op het daartoe bestemd telefonisch antwoordapparaat.

De procedure voor heroproeping van het personeel in geval van werkloosheid wegens slechte weersomstandigheden zal worden verbeterd.

De beslissing omtrent de hervatting van de arbeid en de datum van de hervatting wordt aan het personeel medegedeeld volgens dezelfde procedure.

Art. 37.De oorzaken die niet afhankelijk zijn van de onderneming, zoals de gedeeltelijke of totale stilligging van het vervoer, de schorsing van de arbeid bij leveranciers of kopers, kunnen geen aanleiding geven tot de betaling van de uitkering indien de onderneming, die enkel om deze vreemde redenen de arbeid moet staken, haar personeel uit dien hoofde de werkloosheid oplegt.

Art. 38.De bij artikel 35 bedoelde daguitkering is alleen dan aan de in deze overeenkomst beoogde werklieden verschuldigd, wanneer zij gedurende de uren die onmiddellijk de schorsing van de arbeid voorafgaan (bijvoorbeeld : de vooravond) persoonlijk blijk hebben gegeven van de noodzakelijke goede wil in klimatologische omstandigheden die door sneeuw, vorst of ijzel worden bemoeilijkt.

Het personeel moet, in geval van sneeuw en/of ijzel die tijdens deze uren optreedt, meer bepaald aanvaard hebben om de doorgang en de werkplaats vrij te maken zodat er kan worden voortgewerkt tot aan de door de werkgever bevolen schorsing. Deze arbeidsprestaties moeten onder normale voorwaarden inzake veiligheid ten aanzien van de betrokkenen worden verricht.

Art. 39.De uitkering wordt niet toegekend voor de dagen slecht weer wegens vorst, sneeuw of ijzel tijdens periodes van staking of lock-out.

Art. 40.Ingeval dit nodig is en zonder dat hij hierop systematisch een beroep doet, heeft de werkgever de mogelijkheid de in artikel 35 bedoelde werklieden tewerk te stellen in een andere sector die niet afhankelijk is van het slechte weer en/of van economische redenen, en arbeid te laten verrichten die overeenstemt met hun bekwaamheid.

Art. 41.Een bijkomende uitkering, berekend op 2,5 pct. van het normaal nette dagloon, wordt uitsluitend in geval van werkloosheid wegens slecht weer betaald (met name in geval van vorst, sneeuw of ijzel).

Deze bijkomende uitkering compenseert de gevolgen van het niet gelijkstellen, van de dagen die verloren zijn gegaan, door de "Kas voor Jaarlijkse Vakantie" voor de periode van 1 januari tot 31 december van het voorgaande jaar.

De bijslag wordt betaald bij de eerste loonuitbetaling na 30 juni.

Deze uitkering wordt verhoogd met 5 pct. van het normaal netto dagloon voor de werklieden die, op het ogenblik van het slechte weer, een loon ontvangen dat lager ligt dan dat van de eerste categorie van de loonschaal.

Art. 42.De in artikel 35 bedoelde werknemers hebben recht op de betaling van de uitkering, voor zover : a) zij zonder onderbreking in dezelfde onderneming in dienst van hun werkgever zijn gebleven, gedurende tenminste één maand die onmiddellijk de onderbreking van de arbeid in de onderneming voorafgaat;b) zij vóór de datum van de uitbetaling van de uitkering hun arbeidsovereenkomst voor werklieden niet hebben opgezegd of niet om dringende redenen door hun werkgever zijn ontslagen.

Art. 43.De uitkering wordt rechtstreeks aan de werknemer betaald door de werkgever die hem tewerkstelt.

De betaling van de uitkering gebeurt op de gewone dag van de uitbetaling van de lonen voor de periode waarin de arbeid is geschorst of op een tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging overeen te komen datum.

Art. 44.Duur van de tegemoetkoming De uitkeringen die vastgesteld zijn in hoofdstuk XVIII zijn verschuldigd tot maximum 200 werkdagen per kalenderjaar, in het stelsel van de vijfdaagse werkweek. HOOFDSTUK XIX. - Anciënniteitsverloven

Art. 45.Een betaalde verlofdag wordt jaarlijks toegekend aan de werknemer, op de verjaardag van zijn indiensttreding, na 8 jaar dienstanciënniteit in de onderneming, dan een dag per 5 jaar dienstanciënniteit (4 keer, na 13, 18, 23, 28 jaren) met een maximum van 5 dagen per jaar. Degenen die langdurig ziek zijn, zijn uitgesloten van dit voordeel.

Wat betreft de uitzendarbeiders en de werknemers met een overeenkomst van bepaalde duur, de volledige duur van de prestaties wordt inachtgenomen voor de berekening van het anciënniteitsverlof.

Als de werknemer een onderneming verlaat voor een andere onderneming van deze sector, met een onderbreking van minder dan 8 dagen, en wat ook het statuut van de werknemer is, wordt de totale duur van de prestaties in aanmerking genomen voor de berekening van het anciënniteitsverlof. HOOFDSTUK XX. - Gevallen van overlijden

Art. 46.Er wordt een vergoeding van 2 974,74 EUR betaald aan de persoon die de begrafeniskosten van een werknemer die overleden is tengevolge van een arbeidsongeval of op de wet van de arbeid ten laste neemt.

De rechthebbende overlegt een bewijs van overlijden en een attest van het ziekenfonds, waaruit blijkt dat hij wel degelijk rechthebbende is. HOOFDSTUK XXI. - Arbeid en gezin

Art. 47.Inzake tijdskrediet wordt er verwezen naar de bepalingen van het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003.

Inzake tijdskrediet en loopbaanvermindering besluiten de ondertekenende werkgevers- en werknemersorganisaties, vanaf 1 januari 2003 de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten op 19 december 2001 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 januari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/01/2002 pub. 16/02/2002 numac 2002012192 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking type koninklijk besluit prom. 25/01/2002 pub. 05/04/2002 numac 2002012191 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de overgang naar de euro sluiten, in het Belgisch Staatsblad verschenen op 5 maart 2002, in het Belgisch Staatsblad verschenen op 5 maart 2002, laatst gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77septies gesloten Nationale Arbeidsraad toe te passen. HOOFDSTUK XXII.- Beperkte inschakeling van externe firma's

Art. 48.De sociale partners wensen de voorrang te verlenen aan de tewerkstelling van de werknemers in de sector.

De werkzaamheden die gewoonlijk van permanente aard zijn zullen, voor zover mogelijk, niet worden uitbesteed.

In geval van moeilijkheden in verband met de aanstelling, verbinden de werkgevers zich ertoe de onderaanneming opnieuw te bespreken en zij verbinden zich ertoe een aangepaste herinschakeling voor te stellen, mits het personeel wordt opgeleid.

De ondernemingsdirecties, die verantwoordelijk zijn voor het beheer en het beroep dat gedaan wordt op onderaanneming, erkennen het recht op informatie van het personeel en zijn vertegenwoordigers.

Zij verbinden zich ertoe de dialoog te verbeteren met de vertegenwoordigers van het personeel waarbij de respectieve rol van de vakbondsafvaardiging en van de ondernemingsraad wordt bevoorrecht.

De directies zullen vooraf informeren over alle belangrijke werkzaamheden die bekend en gepland zijn.

De bijzondere modaliteiten van de informatieprocedure en van de inhoud van de informatie zullen plaatselijk worden bepaald waarbij de reeds bestaande praktijken worden inachtgenomen.

De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 53, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, zal worden nageleefd (koninklijk besluit van 2 april 1993, Belgisch Staatsblad van 29 april 1993). HOOFDSTUK XXIII. - Bevordering van de tewerkstelling

Art. 49.De partijen komen overeen om in 2009 een percentage van 0,40 pct. van de loonsom aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan te wenden ten behoeve van het "Centre de formation aux métiers de la pierre" (CEFOMEPI).

Dit bedrag blijft vastgesteld op 0,40 pct. in 2012.

De opdrachten van de CEFOMEPI zouden kunnen uitgebreid worden tot technische en onderhoudsvorming en bedrag van 0,15 pct. voor een specifieke vorming in de onderneming.

Een studie van de situatie wat betreft de risicogroepen en de bijkomende vormingsinspanningen zal plaatsvinden vóór 1 september 2011.

Art. 50.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2001 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (koninklijk besluit van 10 september 2010 - Belgisch Staatsblad van 14 oktober 2010) die niet worden gewijzigd door de artikelen van deze overeenkomst, worden verlengd onder dezelfde voorwaarden tot 31 december 2010. HOOFDSTUK XXIV. - Maaltijdcheques

Art. 51.Voor iedere werkelijke arbeidsdag zal aan elke werknemer een maaltijdcheque worden toegekend. Sinds 1 juni 2009 wordt de nominale waarde van de maaltijdcheque vastgesteld op 5,29 EUR. De bijdrage van de werknemer zal 1,09 EUR per maaltijdcheque bedragen. Deze bijdrage zal worden ingehouden op het loonbriefje volgens de modaliteiten die moeten worden vastgesteld op ondernemingsniveau.

De maaltijdcheque zal worden afgeleverd op naam van de werknemer. Om aan deze voorwaarde te voldoen zal de toekenning van de maaltijdcheque, evenals de gegevens die erop betrekking hebben, vermeld worden op de individuele rekening van de werknemer. Op elke maaltijdcheque zal duidelijk worden vermeld dat deze slechts kan worden gebruikt voor het betalen van een maaltijd of voor de aankoop van gebruiksklare levensmiddelen.

Deze blijven van toepassing voor de ondernemingen waar gunstiger toestanden bestaan. HOOFDSTUK XXV. - Wettelijk kader

Art. 52.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst houden rekening met de maatregelen die vervat zijn in de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord (Belgisch Staatsblad van 28 april 2011) en in de wet van 26 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/1999 pub. 01/04/1999 numac 1999012205 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen sluiten betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen. HOOFDSTUK XXVI. - Clausule van de sociale vrede

Art. 53.De sociale vrede is gewaarborgd gedurende de volledige duurtijd van de overeenkomst. HOOFDSTUK XXVII. - Verlenging van de bestaande akkoorden

Art. 54.De bestaande akkoorden, niet gewijzigd door deze collectieve arbeidsovereenkomst, blijven van toepassing. HOOFDSTUK XXVIII. - Werknemers met beperkte geschiktheid

Art. 55.Na raadpleging van de sociale organen, zal in de mate van het mogelijk de voorkeur worden gegeven aan de indienstneming, integratie of het aan het werk houden van personen met beperkte mentale en/of fysieke geschiktheid al dan niet ten gevolge van een (arbeids)ongeval of een beroepsziekte. HOOFDSTUK XXIX. - Groepsverzekering

Art. 56.Een werkgeversbijdrage gelijk aan 1 pct. van de loonmassa wordt aangewend aan de sectorale groepsverzekering. HOOFDSTUK XXX. - Geldigheidsduur

Art. 57.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^