Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 augustus 2016
gepubliceerd op 10 augustus 2016

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2016009404
pub.
10/08/2016
prom.
03/08/2016
ELI
eli/besluit/2016/08/03/2016009404/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 AUGUSTUS 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2003 pub. 24/12/2003 numac 2003009879 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand sluiten tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikelen 508/13, tweede lid, 508/17, § 1, vierde lid, § 2 en § 4, tweede lid ingevoegd bij de wet van 23 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/1998 pub. 22/12/1998 numac 1998009936 bron ministerie van justitie Wet betreffende de juridische bijstand sluiten betreffende de juridische bijstand en vervangen door de wet van 6 juli 2016 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de juridische bijstand, en artikel 676, vervangen door de wet van 23 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/1998 pub. 22/12/1998 numac 1998009936 bron ministerie van justitie Wet betreffende de juridische bijstand sluiten betreffende de juridische bijstand;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2003 pub. 24/12/2003 numac 2003009879 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand sluiten tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand gewijzigd door het Koninklijk besluit van 7 juli 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 mei 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 22 juni 2016;

Gelet op het advies van de Raad van State 59.718/3, gegeven op 18 juli 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2003 pub. 24/12/2003 numac 2003009879 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand sluiten tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand, wordt vervangen als volgt: "

Artikel 1.§ 1. Behoudens internationale of nationale bepalingen op grond waarvan voor sommige personen wordt voorzien in de toekenning zonder voorwaarden van volledig kosteloze juridische tweedelijnsbijstand of rechtsbijstand kunnen de hierna vermelde personen de volledige kosteloosheid genieten: 1° de alleenstaande persoon die bewijst, aan de hand van om het even welk document te beoordelen door het bureau voor juridische bijstand of, voor rechtsbijstand, al naargelang het geval, door het bureau voor rechtsbijstand of door de rechter, dat zijn maandelijks netto-inkomen lager is dan 953 euro;2° de alleenstaande persoon met iemand ten laste of de samenwonende met zijn echtgenoot of met iedere andere persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt, indien hij bewijst aan de hand van om het even welk document te beoordelen door het bureau voor juridische bijstand of, voor rechtsbijstand, al naargelang het geval, door het bureau voor rechtsbijstand of door de rechter, dat het maandelijks netto-inkomen van het gezin lager is dan 1224 euro; Voor de vaststelling van de in 2° bedoelde inkomsten wordt rekening gehouden met een aftrek van 15 % van het leefloon per persoon ten laste.

Voor de vaststelling van de in 1° en 2° bedoelde inkomsten wordt rekening gehouden met de lasten die voortvloeien uit een buitengewone schuldenlast alsook met elk ander bestaansmiddel, met name beroepsinkomsten, inkomsten van onroerende goederen, inkomsten van roerende goederen en diverse inkomsten, kapitalen, voordelen, alsmede tekenen en aanwijzingen waaruit een hogere graad van gegoedheid blijkt dan uit de aangegeven bestaansmiddelen, behoudens de kinderbijslag en de enige en eigen woning.

Onder de samenwoning bedoeld in het 2° wordt verstaan het feit dat twee of meerdere personen samen onder hetzelfde dak wonen en hoofdzakelijk huishoudelijke onkosten gezamenlijk regelen.

Wanneer de belangen van de persoon bedoeld in 2° strijdig zijn met deze van zijn echtgenoot of met deze van een persoon met wie hij samenwoont, wordt er met het inkomen van deze laatste geen rekening gehouden. § 2. Behoudens tegenbewijs wordt beschouwd als een persoon wiens bestaansmiddelen onvoldoende zijn: 1° degene die bedragen geniet uitgekeerd als leefloon of als maatschappelijke bijstand, minstens op overlegging van de geldige beslissing van het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;2° degene die bedragen geniet uitgekeerd als gewaarborgd inkomen voor bejaarden, minstens op overlegging van het jaarlijks attest van de Rijksdienst voor Pensioenen;3° degene die een inkomensvervangende tegemoetkoming voor gehandicapten geniet, minstens op overlegging van de beslissing van de minister tot wiens bevoegdheid de sociale zekerheid behoort of van de door hem afgevaardigde ambtenaar;4° de persoon die een kind ten laste heeft dat gewaarborgde kinderbijslag geniet, minstens op overlegging van het attest van het Federaal agentschap voor de kinderbijslag (Famifed);5° de huurder van een sociale woning die in het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een huur betaalt die overeenkomt met de helft van de basishuurprijs of die in het Waals Gewest een minimumhuur betaalt, minstens op overlegging van de laatste huurberekeningsfiche;6° de gedetineerde, op overlegging van bewijsstukken met betrekking tot het statuut van gedetineerde;7° de beklaagde bedoeld in de artikelen 216quinquies tot 216septies van het Wet-boek van Strafvordering;8° de persoon van de geesteszieke voor wat betreft de toepassing van de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, op overlegging van bewijsstukken;9° de vreemdeling, voor wat betreft de in-diening van het verzoek tot machtiging van verblijf, of van een administratief of rechter-lijk beroep tegen een beslissing die geno-men werd met toepassing van de wetten betreffende de toegang, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, op overlegging van bewijsstukken;10° de asielaanvrager of de persoon die een aanvraag indient van het statuut van ontheemde, op overlegging van bewijsstukken;11° de persoon belast met overmatige schulden op overlegging van een verklaring van hem waaruit blijkt dat de toekenning van de rechtsbijstand of van de juridische tweedelijnsbijstand aangevraagd wordt met het oog op de inleiding van een procedure van collectieve schuldenregeling. § 3. Het bureau voor juridische bijstand of naargelang het geval, het bureau voor rechtsbijstand of de rechter, kan hetzij aan de rechtzoekende hetzij aan derden, inclusief overheidsinstanties alle informatie opvragen die nuttig wordt geacht, waaronder het laatste aanslagbiljet, om zich ervan te vergewissen dat de voorwaarden van de juridische tweedelijnsbijstand en rechtsbijstand vervuld zijn. § 4. De minderjarige geniet van de volledige kosteloosheid op voorlegging van zijn identiteitskaart of van enig ander document waaruit zijn staat blijkt;

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° In het eerste lid, 1°, worden de getallen "822" en "1056" respectievelijk vervangen door "953" en "1224";2° In het eerste lid, 2°, worden de getallen "1056" en "1289" respectievelijk vervangen door "1224" en "1493"; 3° Het derde lid wordt vervangen als volgt: "Voor de vaststelling van de in 1° en 2° bedoelde inkomsten wordt rekening gehouden met de lasten die voortvloeien uit een buitengewone schuldenlast alsook met elk ander bestaansmiddel, met name beroeps-inkomsten, inkomsten van onroerende goederen, inkomsten van roerende goederen en diverse inkomsten, kapitalen, voordelen, alsmede tekenen en aanwijzingen waaruit een hogere graad van gegoedheid blijkt dan uit de aangegeven bestaansmiddelen, behoudens de kinderbijslag en de enige en eigen woning." 4° in het laatste lid wordt de zin "De persoon die van de gedeeltelijke kosteloosheid geniet, betaalt een eigen bijdrage aan de advocaat in de kosten van juridische bijstand per aanstelling door het bureau van juridische bijstand." vervangen als volgt: "Onverminderd artikel 2bis betaalt de persoon die de gedeeltelijke kosteloosheid geniet, een eigen bijdrage aan de advocaat in de kosten van juridische bijstand per aanstelling door het bureau van juridische bijstand, behoudens in geval van opvolging van advocaten." 5° het artikel wordt aangevuld met een laatste lid, luidende: "Het bureau voor juridische bijstand of naargelang het geval, het bureau voor rechtsbijstand of de rechter, kan hetzij aan de rechtzoekende hetzij aan derden, inclusief overheidsinstanties alle informatie opvragen die nuttig wordt geacht, waaronder het laatste aanslagbiljet, om zich ervan te vergewissen dat de voorwaarden van de juridische tweedelijnsbijstand en rechtsbijstand vervuld zijn."

Art. 3.In Hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende: "

Art. 2bis."Het bedrag bedoeld in artikel 508/17, § 1, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt vastgesteld op 20 euro.

Het bedrag bedoeld in artikel 508/17, § 1, derde lid, van hetzelfde wetboek wordt vastgesteld op 30 euro."

Art. 4.In Hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidende: "

Art. 2ter." Ongeacht de artikelen 1 en 2 van dit besluit wordt de kosteloze juridische bijstand geweigerd indien blijkt dat de rechtzoekende beschikt over kapitalen, en voordelen en indien uit andere tekenen en aanwijzingen een hogere graad van gegoedheid blijkt dan uit de aangegeven bestaansmiddelen, waaruit kan besloten worden dat hij in de mogelijkheid is zelf zijn advocaat te betalen."

Art. 5.In artikel 3, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "juli 2007" vervangen door de woorden "juli 2015".

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2016.

Art. 7.De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 augustus 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS

^