Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 december 2006
gepubliceerd op 05 januari 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006203894
pub.
05/01/2007
prom.
03/12/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen werknemers.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006 Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 23 maart 2006 onder het nummer 79106/CO/328.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze overeenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest.

Voor de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst wordt onder "werknemers", de werklieden en werksters, de mannelijke en vrouwelijke bedienden verstaan inclusief het directiepersoneel. HOOFDSTUK II. - Principes en modaliteiten

Art. 2.De werknemers die met ingang van 1 januari 2006 de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt en die ontslagen zijn om een andere reden dan de dringende reden, genieten op het einde van hun opzegging tot de datum van inwerkingtreding van hun pensioen en uiterlijk wanneer zij de leeftijd van 65 jaar bereiken een aanvullende werkloosheidsuitkering die gelijk is aan 1 pct. van hun referentieloon per dienstjaar bij de maatschappij.

In afwijking van het 1ste lid, genieten de werknemers van de Nationale maatschappij der buurtspoorwegen die de leeftijd van 55 jaar niet hebben bereikt maar die een dienstanciënniteit hebben van 35 jaar met ingang van 1 januari 2006, in geval van ontslag om een andere reden dan de dringende reden, de aanvullende uitkering bedoeld in het 1ste lid, op het einde van hun opzegging, tot de datum van inwerkingtreding van hun rustpensioen en uiterlijk wanneer zij de leeftijd van 65 jaar bereiken.

Voor de berekening van de dienstjaren, moeten de jaren worden geteld die effectief werden doorgebracht ten dienste van een maatschappij voor stads- en streekvervoer uitgedrukt in voltijdse equivalenten.

Elke overschrijding van 6 maanden of meer van de volledige jaren dienst wordt beschouwd als een volledig jaar.

Werknemers van 50 jaar en ouder die deeltijds werken in het kader van de wettelijke en sectorale bepalingen betreffende de loopbaanonderbreking worden beschouwd als voltijdse werknemers voor de berekening van de dienstjaren.

Tijdens de periode dat de werknemer, bedoeld in het 1ste en 2de lid, geen werkloosheidsuitkeringen geniet aan 60 pct. ontvangt hij bovendien een aanvullende vergoeding die het verschil compenseert tussen de werkloosheidsvergoeding aan 60 pct. en de werkloosheidsvergoeding die hij werkelijk heeft ontvangen.

Wanneer de werkloosheidsvergoeding verminderd is in toepassing van een regeling inzake cumulatie van activiteiten, wordt de garantie vermeld in het vorig lid berekend op basis van de werkloosheidsvergoeding waarop de werknemer aanspraak had kunnen maken als de vergoeding niet verminderd was geweest ingevolge de cumulatie.

De datum van inwerkingtreding van het pensioen die in aanmerking genomen wordt voor de toepassing van deze collectieve overeenkomst is die welke voortvloeit uit de toepassing van artikel 64 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering; op uitdrukkelijk verzoek van de werknemers kan de datum van inwerkingtreding van het pensioen echter worden vervroegd vanaf 60 jaar.

Art 3. De vergoeding van de werknemer wordt als volgt berekend : Voor de arbeiders : (uurloon x normen) + vast bedrag.

Het uurloon dat in aanmerking wordt genomen is dat wat vermeld staat op de laatste betalingsfiche.

De jaarnorm is gelijk aan 1983,6 uren.

De waarde van het vast indexeerbaar bedrag is momenteel 1.283,97 EUR. Voor de bedienden : (bruto maandloon x 12) + vast bedrag.

Het maandloon dat in aanmerking wordt genomen is het baremaloon vermeld op de laatste betalingsfiche, met uitsluiting van de premies en vergoedingen die niet rechtstreeks verbonden zijn aan het recht op de loonschaal.

Voor deeltijdse werknemers is het loon dat in aanmerking wordt genomen echter het baremaloon waarop zij zouden kunnen aanspraak maken als zij voltijds werkten.

De waarde van het vast indexeerbaar bedrag is momenteel 1.283,97 EUR.

Art. 4.De aanvullende werkloosheidsvergoeding wordt geïndexeerd en wordt herberekend in geval van wijziging van de loonschalen die toepasbaar zijn op het actieve personeel, wijzigingen die zouden voortvloeien uit een collectieve overeenkomst, behalve als deze laatste hierover anders beschikt.

Art. 5.De aanvullende vergoeding vermeld in artikel 2 wordt maandelijks achteraf gestort aan de gerechtigde.

Art. 6.De aanvullende vergoeding vermeld in artikel 2, met uitsluiting van de leden 6 en 7, blijft verschuldigd wanneer de gerechtigde het recht op de werkloosheidsuitkeringen verliest ingevolge een werkhervatting bij een andere werkgever of als zelfstandige.

Art. 7.Om recht te hebben op de aanvullende vergoeding moet de werknemer, die gerechtigde is van deze overeenkomst, aan zijn laatste werkgever een attest bezorgen afgeleverd door zijn betalingsinstelling van de werkloosheidsvergoedingen, waaruit blijkt dat hij recht heeft op werkloosheidsuitkeringen.

Art. 8.De werknemer op wie de bepalingen van deze overeenkomst van toepassing zijn is verplicht om zijn laatste werkgever op de hoogte te brengen zodra hij met pensioen gaat.

Art. 9.De jaren tijdens dewelke de werknemer de bepalingen van deze overeenkomst geniet, komen in aanmerking om de factor "n" te bepalen die in aanmerking wordt genomen bij de berekening van het aanvullend pensioen.

Art. 10.De werknemers die ontslagen worden ter uitvoering van de bepalingen van deze overeenkomst ontvangen de eindejaarspremie voor het jaar tijdens hetwelk hun arbeidsovereenkomst ten einde loopt, naar rato van hun tewerkstellingsperiode in de loop van dit jaar.

Art. 11.De werkgever stort aan de werknemers die ontslagen worden ter uitvoering van de bepalingen van deze overeenkomst het eventuele saldo van hun kledingsfondsrekening.

Art. 12.Het eventuele saldo van het sociaal voorschot kan worden teruggewonnen bij het vertrek van de werknemer. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 13.Deze overeenkomst heft de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen werknemers op, die geregistreerd werd op 11 januari 2006 (nummer 77985).

Art. 14.Deze overeenkomst wordt van kracht op 1 januari 2006 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

Elke ondertekenende partij mag deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen met een opzeggingstermijn van drie maanden betekend per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest.

De partij die deze collectieve arbeidsovereenkomst opzegt is verplicht om een nieuw ontwerp van overeenkomst voor te stellen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 december 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^