Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 december 2006
gepubliceerd op 25 januari 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 29 april 1996 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 24 juni 1996 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de loonvoorwaarden voor de sector "Centra voor Integrale Gezinszorg", voormalig genoemd "Sector Bijzondere Opvang" van "Kind en Gezin, Tehuizen voor moeder en kind"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006203907
pub.
25/01/2007
prom.
03/12/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 29 april 1996 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 24 juni 1996 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de loonvoorwaarden voor de sector "Centra voor Integrale Gezinszorg", voormalig genoemd "Sector Bijzondere Opvang" van "Kind en Gezin, Tehuizen voor moeder en kind" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 29 april 1996 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 24 juni 1996 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de loonvoorwaarden voor de sector "Centra voor Integrale Gezinszorg", voormalig genoemd "Sector Bijzondere Opvang" van "Kind en Gezin, Tehuizen voor moeder en kind."

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 29 april 1996 in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd op 24 juni 1996 in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Loonvoorwaarden voor de sector "Centra voor Integrale Gezinszorg", voormalig genoemd "Sector Bijzondere Opvang" van "Kind en Gezin, Tehuizen voor moeder en kind" (Overeenkomst geregistreerd op 24 december 1996 onder het nummer 43152/CO/319)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en voorzover zij erkend worden binnen het besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenning en de subsidiëring van de "Centra voor Integrale Gezinszorg" van 21 december 1994. Meer bepaald is deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing op de voormalige "Tehuizen voor moeder en kind" uit de "Sector Bijzondere Opvang" van "Kind en Gezin", bij voormeld besluit van de Vlaamse Regering genoemd als "Centra voor Integrale Gezinszorg".

Onder werknemers wordt verstaan, het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 1 maart 1994, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, tot vaststelling van de loonvoorwaarden in de gehandicaptenzorg en de bijzondere jeugdbijstand, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 maart 1995 (Belgisch Staatsblad van 22 april 1995), is met ingang van 1 januari 1994 van toepassing op de werkgevers en de werknemers waarvan sprake in artikel 1 hierboven.

Daarenboven zullen vanaf 1 januari 1994 eveneens van toepassing zijn : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 maart 1994 tot toekenning van een eindejaarstoelage in de gehandicaptenzorg, de bijzondere jeugdbijstand en de thuislozenzorg, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 november 1994 (Belgisch Staatsblad van 23 februari 1995), aangevuld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1994, geregistreerd onder het nummer 37086/CO/319; - de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 maart 1994 betreffende de financiële bijdrage van de werkgever in de vervoerskosten van de werknemers in de gehandicaptenzorg en de bijzondere jeugdbijstand, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 oktober 1994 (Belgisch Staatsblad van 20 december 1994).

Art. 3.Voor de sector "Centra voor Integrale Gezinszorg" worden voor de uitvoering van artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst volgende afwijkingen overeengekomen : 3.1. Aan de kinderverzorg(st)ers met een opleiding van zes jaar beroepsonderwijs zal het barema opvoeder/begeleider klasse 3 (salarisschaal B3) worden toegekend. 3.2. Aan de kinderverzorg(st)ers met een opleiding secundair beroepsonderwijs (= zeven jaar opleiding), zal het barema opvoeder (begeleider klasse 2B - salarisschaal B2b) worden toegekend. 3.3. Aan de kinderverzorg(st)ers die op datum van ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, reeds ingeschaald en betaald zijn in de salarisschaal B2a, wordt het loon verder gewaarborgd totdat het door de toepassing van de salarisschaal B2b wordt overschreden. 3.4. De kampvergoeding is niet van toepassing op de instellingen en voorzieningen van het toepassingsgebied.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.

De effectieve uitbetaling van de aldus toegekende voordelen zal voor het deel dat nog niet toegekend werd met terugwerkende kracht onder de vorm van een eenmalig bedrag geschieden vanaf 1 januari 1994.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan verlengd worden op verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 december 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^