Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 december 2019
gepubliceerd op 23 december 2019

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019204621
pub.
23/12/2019
prom.
03/12/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid" (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 december 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019 Vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 24 juli 2019 onder het nummer 152824/CO/207)

Artikel 1.Bij toepassing van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, heeft het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de statuten hierna worden vastgesteld.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011 (nr. 105184/CO/207) betreffende het "Sociaal Fonds voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid", gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking vanaf 21 mei 2019 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 december 2019.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid" Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming en zetel

Artikel 1.Met ingang van 1 juli 2011 wordt een fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid opgericht, "Sociaal Fonds voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid" genaamd, hierna genoemd het fonds.

De zetel van het "Sociaal Fonds voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid" is gevestigd te Koningsstraat 45, 1000 Brussel. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 2.Het fonds verzekert de financiering, de toekenning en de vereffening van sociale voordelen, vastgesteld door collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit, ten voordele van de bedienden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van voornoemd paritair comité ressorteren : - een sociaal voordeel zoals bedoeld in artikel 19, § 2, 7° van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de arbeiders; - de syndicale vorming van de vertegenwoordigers van de bedienden uit de scheikundige nijverheid; - de vorming van de vertegenwoordigers van de werkgevers uit de scheikundige nijverheid. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 3.Het fonds beschikt over de bijdragen gestort door de werkgevers ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en over de opbrengst van de intresten van de kapitalen.

Art. 4.Het bedrag van de werkgeversbijdrage moet worden vastgesteld door middel van een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Art. 4bis.De berekening van de bijdragen geschiedt derwijze dat een financiële reserve wordt verzekerd die overeenstemt met 10 pct. van het bedrag van de werkgeversbijdragen van het voorgaande dienstjaar, met dien verstande dat men rekening moet houden met het bedrag dat voortvloeit uit het toevoegen van de intresten verworven uit de bijdragemassa.

Deze reserve is bestemd voor de uitbetaling van de sociale voordelen zoals omschreven in artikel 2 en voor de bijdrage inzake syndicale vorming, bedoeld in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011 betreffende de syndicale vorming, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Het bedrag van de werkgeversbijdragen wordt herzien indien : - de opbrengst van de bijdragen de financiële reserve boven de in het eerste lid vermelde 10 pct. doet stijgen; - de opbrengst van de bijdragen niet meer volstaat om de voorziene financiële reserve van 10 pct. te waarborgen.

De uitvoering van artikelen 4 en 4bis mag niet gebonden worden aan de onderhandeling van bepaalde eisen.

Art. 5.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 6.De administratiekosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door het beheerscomité, voorzien in artikel 9. Deze kosten worden gedekt door de renten van de kapitalen voortkomende van de storting van de bijdragen bedoeld in de artikelen 3 en 4 en eventueel door een afhouding op deze bijdragen, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door het beheerscomité. HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden en toekenningsmodaliteiten

Art. 7.De bedienden waarvan sprake in artikel 2 hebben recht op sociale voordelen waarvan het bedrag, de aard en de toekenningsvoorwaarden worden bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit scheikundige nijverheid en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 8.De vereffening van de voordelen kan in geen geval afhankelijk worden gemaakt van de betaling van de bijdrage, verschuldigd door de werkgevers en vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 4. HOOFDSTUK V. - Beheer

Art. 9.Het fonds wordt beheerd door een beheerscomité, bestaande uit tien effectieve leden en uit een gelijk aantal plaatsvervangende leden.

De helft van deze leden wordt aangeduid door en onder de leden van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, benoemd op voordracht van de beroepsorganisatie van de werkgevers; de andere helft van de leden wordt aangeduid door en onder de effectieve en plaatsvervangende leden van hetzelfde paritair comité die de bedienden vertegenwoordigen. De leden van dit beheerscomité worden aangesteld voor een periode gelijk aan deze van hun mandaat van lid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

De plaatsvervangende leden vervangen de afwezige effectieve leden met dezelfde bevoegdheden.

Het mandaat van effectief of plaatsvervangend lid eindigt door ontslag, overlijden, wanneer het mandaat bij het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid een einde neemt of wegens ontslag gegeven door de verantwoordelijke organisatie. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van degene die hij vervangt.

De mandaten van effectief of plaatsvervangend lid zijn hernieuwbaar, onder dezelfde voorwaarden als waaronder zij worden aangeduid.

Art. 10.De beheerders van het fonds gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen van het fonds. Hun verantwoordelijkheid beperkt zicht tot de uitvoering van het mandaat van beheerder dat zij hebben ontvangen.

Art. 11.Elk jaar kiest het beheerscomité onder zijn leden een voorzitter en een ondervoorzitter.

Het duidt eveneens de perso(o)n(en) aan die met het secretariaat word(t)(en) belast.

Het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap worden beurtelings toevertrouwd aan een lid van de werknemersafvaardiging en aan een lid van de werkgeversafvaardiging.

Art. 12.Het beheerscomité beschikt over de meest uitgebreide rechten voor het beheer en de administratie van het fonds, zonder nochtans te schaden aan de wettelijke bepalingen of aan deze die door de huidige statuten worden voorbehouden aan het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Art. 13.Het beheerscomité vergadert minstens éénmaal per jaar in de zetel van het fonds, hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van tenminste de helft van de leden van het beheerscomité of op vraag van één van de vertegenwoordigde organisaties.

Art. 14.Het beheerscomité kan slechts geldig beslissen in aanwezigheid van minstens de helft van de leden behorende tot de werknemersafvaardiging en minstens de helft van de leden behorende tot de werkgeversafvaardiging.

Art. 15.§ 1. Wanneer er moet worden overgegaan tot een stemming, moet een gelijk aantal leden van elke afvaardiging deelnemen aan de stemming. De beslissingen worden met meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen genomen. Alleen de effectieve of plaatsvervangende leden zijn stemgerechtigd. § 2. Het beheerscomité zal een huishoudelijk reglement opstellen, dat de modaliteiten van zijn werking nader zal omschrijven. HOOFDSTUK VI. - Controle

Art. 16.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op de fondsen voor bestaanszekerheid, gewijzigd door de wet van 18 december 1968, zal het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid een revisor of een accountant aanduiden om het beheer van het fonds te controleren.

Deze moet minstens éénmaal per jaar verslag uitbrengen bij het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Bovendien zal hij het beheerscomité regelmatig inlichten over de resultaten van zijn onderzoek en de aanbevelingen doen die hij nodig acht. HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen

Art. 17.Het sociaal dienstjaar loopt van 1 januari tot 31 december.

De rekeningen van het verlopen jaar worden op 31 december van elk jaar afgesloten. Het beheerscomité, evenals de door het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid krachtens artikel 16 aangeduide revisor of accountant, overhandigen elk aan het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid een schriftelijk verslag betreffende de uitvoering van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.

De balans, evenals de voornoemde jaarlijkse verslagen, moeten uiterlijk in de loop van het tweede kwartaal van het burgerlijk jaar ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid worden voorgelegd. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening

Art. 18.Het fonds kan worden ontbonden door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid wijst de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en wijst de bestemming van het vermogen aan.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 december 2019.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^