Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 december 2019
gepubliceerd op 27 december 2019

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de vormingsinitiatieven (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019204965
pub.
27/12/2019
prom.
03/12/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de vormingsinitiatieven (vlas) (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de vormingsinitiatieven (vlas).

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 december 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de landbouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2019 Vormingsinitiatieven (vlas) (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2019 onder het nummer 153342/CO/144) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de landbouw en die als hoofdactiviteit de vlasteelt, de hennepteelt, de eerste verwerking van vlas en/of hennep hebben, en de door hen tewerkgestelde werknemers. Onder "eerste verwerking" wordt verstaan : het scheiden van de verschillende onderdelen van de plant.

Met de term "werknemers" worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Patronale bijdrage

Art. 2.De werkgevers zijn voor de periode van 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2021 aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw" een bijdrage van 0,30 pct. verschuldigd, berekend op grond van het volledig loon van hun arbeiders en arbeidsters, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet.

Van deze bijdrage van 0,30 pct. is 0,10 pct. bestemd voor de opleidingsinspanningen voor de risicogroepen, waarvoor een aparte collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten.

Van deze bijdrage van 0,30 pct. is 0,20 pct. bestemd voor de opleidingsinitiatieven en opleidingsplannen bedoeld door hoofdstuk III van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze bijdrage is om het kwartaal verschuldigd en wordt door het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw" geïnd. HOOFDSTUK III. - Opleidingsplannen

Art. 3.De werkgevers engageren zich om via de opleidingsplannen maximale kansen op vorming en opleiding aan te bieden aan de werknemers in hun bedrijf.

Daarom wordt gestimuleerd om op het niveau van de ondernemingen vanaf 50 werknemers opleidingsplannen voor de periode van 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2021 op te stellen, rekening houdende met hetgeen volgt : - Het opleidingsplan heeft betrekking op de opleidingen die in de periode van 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2021 zullen gerealiseerd worden; - De opleidingsplannen beogen een toename van de participatiegraad van de werknemers in vormingstrajecten die hun competenties versterken; - Het opleidingsplan vermeldt de inhoud van de geplande vorming, het aantal betrokken werknemers en de voorziene tijdsbesteding voor de vorming. Eventueel kunnen in het kader van de opleidingsinspanningen voor werkzoekenden financiële stimuli voorzien worden; - Het opleidingsplan moet tegemoetkomen aan de opleidingsbehoeften van de werkgever en van de werknemers. Dit houdt in dat alle mogelijke opleidingen, zowel voor nieuw aangeworven personeel als het bestaand personeelsbestand in aanmerking komen (beroepskwalificatie, veiligheid, milieu,...). Het betreft zowel interne opleidingen als externe opleidingen en zowel de opleidingen die de onderneming zelf organiseert en uitvoert (cfr. training on-the-job) als die waarvoor zij beroep doet op externe opleidingsaanbieders; - Het opleidingsplan moet door de werkgever voorgesteld worden aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, aan de syndicale delegatie of, bij ontstentenis, aan de regionale vakbondssecretarissen; - Het opleidingsplan moet door voormelde organen besproken, goedgekeurd en opgevolgd worden. Indien de ondernemingsraad, syndicale delegatie of de regionale vakbondssecretarissen door onvoldoende informatie hun opdracht niet kunnen uitvoeren, kunnen de vakbonden een beroep doen op de syndicale technici, aangesteld door de vakorganisaties; - Ingeval het opleidingsplan niet goedgekeurd wordt, kan de werkgever het voorleggen aan de paritaire werkgroep, opgericht in de schoot van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw". Deze paritaire werkgroep zal de eindbeslissing omtrent het opleidingsplan nemen. HOOFDSTUK IV. - Vormingsinspanningen en groeipad

Art. 4.In uitvoering van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk wordt voor de periode van 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2021 voorzien in een opleidingsinspanning gelijkwaardig aan twee dagen gemiddeld per jaar, per voltijds equivalent.

De sociale partners voorzien in een groeipad om op termijn het aantal opleidingsdagen te verhogen om aldus bij te dragen tot de interprofessionele doelstelling.

De realisatie van dit groeipad wordt nagestreefd door : - acties te ondernemen om de participatiegraad aan opleidingen te verhogen; - werkgevers aan te moedigen om alle, zowel formele als informele opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren; - het toekennen van opleidingstijd per werknemer, individueel of collectief.

KMO's met minder dan 10 werknemers worden uitgesloten van dit nieuw recht.

Voor wat betreft de opleidingsinspanningen voor ondernemingen die minimum 10 en minder dan 20 werknemers tewerkstellen, wachten we het uitvoerings-koninklijk besluit af. HOOFDSTUK V. - Trekkingsrecht

Art. 5.De onderneming die haar werknemers en/of werkzoekenden vorming aanbiedt binnen het kader van een goedgekeurd opleidingsplan zoals bedoeld in artikel 4 hiervoor, kan een gedeelte van de kosten hiervan recupereren op basis van een trekkingsrecht bij het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw". De modaliteiten hiervan worden bepaald door de beheerraad van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw".

Art. 6.Onverminderd hetgeen voorafgaat met betrekking tot het trekkingsrecht, dienen de ondernemingen aangespoord te worden om gebruik te maken van de financiële tegemoetkomingen die voorzien zijn door regionale, nationale, Europese of andere instanties.

Art. 7.Indien het volgen van een opleiding door een werknemer, binnen een goedgekeurd opleidingsplan, voor de betrokken werknemer bijkomende kosten (onder andere verplaatsingskosten) veroorzaakt, zal de werkgever deze kosten vergoeden, mits voorlegging van bewijsstukken. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur en heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2019 en treedt buiten werking op 30 juni 2021.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 december 2019.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^