Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 februari 2014
gepubliceerd op 05 juni 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende de aanwending van de bijdragen voor de risicogroepen voor 2013 en 2014

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014200162
pub.
05/06/2014
prom.
03/02/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende de aanwending van de bijdragen voor de risicogroepen voor 2013 en 2014 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, betreffende de aanwending van de bijdragen voor de risicogroepen voor 2013 en 2014.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 februari 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013 Aanwending van de bijdragen voor de risicogroepen voor 2013 en 2014 (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2013 onder het nummer 116042/CO/308) HOOFDSTUK I Voorafgaande bepalingen en toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. De partijen hebben de uitdrukkelijke wil om een collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten in het kader van de regelgeving met betrekking tot de risicogroepen teneinde de werking van het sectoraal vormingsfonds EPOS over de periode van 1 januari 2013 tot 30 juni 2015 te bestendigen. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van : - titel XIII, hoofdstuk VIII - afdeling 1 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, gewijzigd door de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 februari 2011; - koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 april 2013; - artikel 6 van de statuten van het "Paritair Vormingsfonds voor risicogroepen van de spaarbanken EPOS", opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1992, geregistreerd op 7 juli 1993 onder het nummer 30410/CO/308 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 april 1993 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 juni 1993, later gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2007 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1992 tot oprichting van een "Paritair Vormingsfonds voor risicogroepen voor de spaarbanken" en vaststelling van de statuten ervan, geregistreerd op 29 mei 2007 onder het nummer 82977/CO/308, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 juni 2008 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 21 oktober 2008.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden-, bediende- en kaderpersoneel. HOOFDSTUK II De sector staat voor grote uitdagingen

Art. 3.De sociale partners in Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie dienden bij de Minister van Werk een aanvraag in voor het bekomen van een voorafgaandelijk akkoord waarvan sprake is in artikel 2, 2de en 3de lid, van voornoemd koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten. Bij die vraag om akkoord ging een omstandige motivering.

Motivering Ofschoon de spaarbanken ingevolge een behoedzaam beleid de eigenlijke financiële crisis over het algemeen beter hebben doorstaan, maken zij ook deel uit van de financiële sector (ruime zin) en ervaren zij ook de gevolgen van de financieel-economische crisis die sinds 2008 woedt.

De aanhoudende druk op de rentemarge, die op de spaar- en retailbanken een zeer grote inpact heeft omdat ingevolge hun businessmodel de nadruk vooral ligt op inkomsten uit hun klassieke intermediatiefunctie, namelijk het verschil in rente inkomsten door kredietverlening en rentekost (sparen), leidt ertoe dat de kostenbeheersing de komende periode van fundamenteel belang zal zijn en bijgevolg invloed heeft en kan blijven hebben op de tewerkstelling.

Bovendien wijzigt de context waarin de financiële sector moet opereren heel snel. Getuige hiervan onder meer de indrukwekkende groei van het elektronisch bankieren, de nieuwe verwachtingen van de cliënteel met betrekking tot 24/7 beschikbaarheid en het wijzigend distributiemodel.

Op het gebied van spaarformules en betaalverkeer worden de instellingen geconfronteerd met een verscherpte en ook geglobaliseerde concurrentie, onder meer door niet-banken.

Wereldwijd, in Europa en ook in België heft de overheid voor de sector bijkomende taksen die naar verhouding zwaarder doorwegen voor kleinere instellingen zoals de spaarbanken, en worden strengere vereisten opgelegd inzake kapitaalsvereisten en prudentieel toezicht.

Deze strengere eisen inzake solvabiliteit en liquiditeit hebben een weerslag op de inkomsten van de spaarbanken.

Alle financiële instellingen, inclusief de spaarbanken moeten om voormelde redenen sleutelen aan hun kostenstructuur, wat ook een directe impact heeft op de tewerkstelling.

Sector die kampt met structureel verlies aan arbeidsplaatsen In de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, daalt de werkgelegenheid. Over de jongste acht jaar daalde het personeelsbestand met meer dan 4,5 procent.

Er mag worden aangenomen dat die dalende tendens in de komende jaren niet zal omslaan. De sector van de spaarbanken (PC 308) is een sector die een structurele daling van de werkgelegenheid kent.

PC 308 - Evolutie werkgelegenheid - CP 308 - Evolution de l'emploi

2005

3 615


2006

3 567

- 48

- 1,33 pct./p.c.

2007

3 652

85

2,38 pct./p.c.

2008

3 595

- 57

- 1,56 pct./p.c.

2009

3 588

- 7

- 0,19 pct./p.c.

2010

3 447

- 141

- 3,93 pct./p.c.

2011

3 490

43

1,25 pct./p.c.

2012

3 449

- 41

- 1,17 pct./p.c.

2005-2012

- 166

- 4,59 pct./p.c.

Minder aanwervingen Ondanks de aanwervingen die er zijn geweest, kampt de sector met een structurele daling van het aantal personeelsleden.

Aangezien de sector grondig blijft evolueren, kampt met een structurele daling van het personeelsaantal en derhalve met een terugval van in het aantal aanwervingen, hebben de sociale partners in het paritair comité aan de Minister van Werk verzocht om een akkoord zoals bedoeld in artikel 2, 2de en 3de lid van voornoemd koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten. HOOFDSTUK III Bijdragen voor de risicogroepen

Art. 4.§ 1. De ondertekenende partijen komen overeen om voor 2013 en 2014, 0,10 pct. van de bruto loonmassa van de werknemers binnen de sector aan te wenden voor de opleiding en tewerkstelling van werknemers die tot één of meerdere categorieën van risicogroepen behoren zoals gedefinieerd in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1992 met betrekking tot de aanwending van de 0,25 pct.-bijdrage voor de risicogroepen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 april 1993, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 juni 1993, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2013. § 2. De partijen komen overeen dat de bijdrage van 0,10 pct. over het derde kwartaal van 2013 niet verschuldigd is. De bijdrage over het vierde kwartaal van 2013 wordt vastgelegd op 0,20 pct. De bijdragen over elk van de vier kwartalen van 2014 en van de eerste twee kwartalen van 2015 worden vastgelegd op telkens 0,10 pct. HOOFDSTUK IV Specifieke besteding van de bijdragen

Art. 5.In uitvoering van voormeld koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten zullen de sociale partners een inspanning van minstens 0,05 pct. voorbehouden voor de werknemers die behoren tot een of meer categorieën van volgende risicogroepen : 1. de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken;2. de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en met ontslag worden bedreigd.

Art. 6.Voor zover het paritair comité een positief antwoord krijgt op de vraag die werd ingediend bij de Minister van Werk in uitvoering van artikel 2 van voornoemd koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten, zullen de sociale partners met betrekking tot de initiatieven ten voordele van de risicogroepen minstens de helft van de in artikel 5 vermelde inspanning voorbehouden voor de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag.

De sociale partners komen overeen dat de werknemers van minstens 40 jaar oud, die in de sector werken en wiens functievereisten onderhevig zijn aan sterke veranderingen of die een functie uitoefenen waarvoor in de sector steeds minder behoefte is, en bijgevolg van functie zullen moeten veranderen, eveneens kunnen worden beschouwd als risicogroep die "met ontslag worden bedreigd".

Art. 7.De ondertekenende partijen engageren zich ertoe om in het geval dat het paritair comité het akkoord van de Minister van Werk, zoals bedoeld in hoofdstuk II van deze collectieve arbeidsovereenkomst, niet heeft verkregen, minstens 0,025 pct. van de loonmassa, te besteden aan initiatieven ten voordele van één of meer van de risicogroepen bedoeld in artikel 2, a) of b) van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten tot uitvoering van artikel 189, vierde lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I).

Art. 8.De partijen erkennen het principe van het recht op vorming in het kader van EPOS cursussen en het paritair comité gelast de raad van bestuur van EPOS een voorstel uit te werken dat rekening houdt met de behoeften van het personeel en de noodwendigheden van de bedrijven.

Art. 9.De partijen zijn er over akkoord dat minstens de helft van de bedragen waarvoor elk bedrijf een beroep doet op EPOS-vorming, besteed moet worden ten voordele van het uitvoerend personeel en dat al de personeelsleden vlot kennis moeten kunnen nemen van het volledig EPOS-aanbod, dit alles onder toezicht van de ondernemingsraad.

Art. 10.Indien het verzoeningsbureau vaststelt dat een bepaald bedrijf zijn verplichtingen zoals omschreven in artikel 9 niet nakomt, zal dat bedrijf bovenop de normale storting aan EPOS nog eens eenzelfde bijdrage betalen, maar dan beperkt tot de periode van verder tekortkomen aan de verplichtingen. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 11.Binnen het raam van de vastlegging van de inspanningen voor de risicogroepen vanaf 2014, zullen de sociale partners van Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie onder meer volgende uitdagingen bespreken : - een sectorinitiatief ter bevordering van de werkgelegenheid voor jongeren met onder meer als doel de bestrijding van de jeugdwerkloosheid; - de problematiek van deelname door werknemers van de sector aan sectorinitiatieven voor risicogroepen die door andere sectoren worden ingericht.

Art. 12.De partijen verbinden zich ertoe tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen bijkomende eisen te stellen over de punten die in deze overeenkomst voorkomen.

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2013 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2015.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^