Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 februari 2019
gepubliceerd op 15 februari 2019

Koninklijk besluit tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2019010818
pub.
15/02/2019
prom.
03/02/2019
ELI
eli/besluit/2019/02/03/2019010818/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe overeenkomstig het bepaalde in artikel 29, § 4, van het Burgerlijk Wetboek, vervangen bij artikel 4 van de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/06/2018 pub. 02/07/2018 numac 2018012858 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing sluiten houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing de modellen te bepalen van de uittreksels en afschriften van de akten van de burgerlijke stand.

De wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/06/2018 pub. 02/07/2018 numac 2018012858 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing sluiten houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing strekt tot de modernisering van de burgerlijke stand, voorziet in de oprichting van een centrale databank voor akten van de burgerlijke stand en in de vereenvoudiging van de bestaande processen en akten. Dit koninklijk besluit past in het kader van de tenuitvoerlegging van deze wet.

Titel 2 van de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/06/2018 pub. 02/07/2018 numac 2018012858 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing sluiten houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing moderniseert heel de burgerlijke stand. Daartoe wordt een databank akten van de burgerlijke stand gecreëerd die wordt beheerd door een Beheerscomité. De modernisering trad aanvankelijk in werking op 1 januari 2019. Deze inwerkingtreding werd met instemming van het parlement, gestemd op een ogenblik waarop de regering reeds in lopende zaken was, uitgesteld door de wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie sluiten houdende diverse bepalingen betreffende justitie tot 31 maart 2019. De redenen voor dit uitstel werden als volgt gemotiveerd : "De ontwikkeling en voorbereiding van de Databank Akten Burgerlijke Stand (DABS) zit in de laatste fase. De uitvoering zowel op technisch vlak als op reglementair vlak is bijna klaar. Evenwel is het noodzakelijk dat de informatica-toepassingen klaar, getest en geaccepteerd zijn. Evenzo is het noodzakelijk dat de betrokken actoren de tijd krijgen om kennis te nemen van de verschillende uitvoeringsbesluiten. Om die reden is het nodig om de inwerkingtreding van de modernisering van de burgerlijke stand met drie maanden uit te stellen." De voorliggende KB's zijn dringend (gelet op de inwerkingtreding en de noodzaak tot voorbereiding van de praktijk) en noodzakelijk (verplicht te treffen) om deze modernisering in werking te laten treden op 31 maart 2019. De organisatie van de burgerlijke stand raakt de openbare orde. De afwezigheid van deze KB's zal de overgang naar een digitale omgeving volledig onmogelijk want in strijd met de wet maken. Tegelijk zullen de door de gemeenten nog op papier opgestelde akten na dit tijdstip onwettig zijn. De continuïteit van de dienstverlening aan de burgers en de rechtszekerheid komt derhalve in ernstig gevaar hierdoor. Bijgevolg zal de inwerkingtreding van deze wet opnieuw moeten uitgesteld worden wat in strijd is met de wil van het parlement dat een oordeel velde op een ogenblik dat de regering reeds in lopende zaken was en op de hoogte was van de vooruitgang in het dossier.

Doordat er ondertussen ook fundamentele wijzigingen werden aangebracht aan materiële regels die in werking treden op hetzelfde ogenblik als de modernisering zoals bijvoorbeeld de nieuwe wetgeving inzake de registratie van levenloze kinderen, de wijziging van het afstammingsrecht wat de documenten vereist voor de erkenning van een kind betreft en de verduidelijkingen aan de procedure van echtscheiding door onderlinge toestemming, zal dit bijkomend uitstel ook op andere domeinen van het recht zeer zwaarwichtige gevolgen hebben voor de burger.

De Raad van State merkt terecht op dat in de historiek ook de plaats waar de akte werd opgemaakt vermeld moet worden. De plaats van opmaak van de akte zal echter steeds ingevuld moeten worden in de DABS bij de `autoriteit die de akte heeft opgemaakt', omdat het anders nooit duidelijk is om welke autoriteit het gaat.

De Raad van State merkt op dat wanneer de wijziging voortvloeit uit een buitenlandse administratieve of rechterlijke beslissing, in bijlage 4 eveneens melding moet worden gemaakt van de datum waarop de beslissing uitwerking heeft, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, 7° van het ontwerp.

Artikel 41, § 1, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de akten van de burgerlijke stand, voor zover nodig, de datum vermelden waarop het proces-verbaal, de beslissing of de akte op basis waarvan ze werden opgemaakt uitwerking heeft.

Het datamodel DABS voorziet daarenboven voor elke akte twee datums, namelijk de datum van het feit en de datum van opmaak van de akte.

De datum van opmaak van de akte is steeds gelijk aan de datum waarop de betreffende akte elektronisch werd ondertekend en kan niet manueel worden aangepast. Voor akten opgemaakt in een consulaat in een andere tijdszone zal hier de datum worden opgenomen gebaseerd op de tijdszone waarin het consulaat gelegen is. Hiertoe zal de timestamp van de Belgische elektronische handtekening worden omgezet in de lokale buitenlandse tijdszone op basis van een door de FOD Buitenlandse Zaken onderhouden tijdstabel.

De datum feit wordt in principe enkel ingevuld in geboorte-, overlijdens- en huwelijksakten en in de akte levenloos geboren kind (datum bevalling). De andere akten (adoptie, erkenning, afwezigheid, nationaliteit, ....) zijn in principe niet gebonden aan een concreet feit of vaststelling. Het betreft daarentegen juridische feiten die uitwerking hebben vanaf de datum van opmaak van de akte. De datum feit in het datamodel van de DABS is in principe dan ook steeds gelijk aan de datum opmaak. Deze datum zal dan ook standaard vermeld worden in de elektronische akte.

In uitzonderlijke gevallen is het echter mogelijk dat de datum opmaak afwijkt van de datum waarop het juridisch feit uitwerking heeft. Dit kan het geval zijn bij akten die werden opgemaakt op basis van een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing.

Dit is eveneens het geval indien een akte wordt opgemaakt op basis van een proces verbaal dat werd opgemaakt in toepassing van artikel 14, laatste lid van het Burgerlijk Wetboek. In dit geval heeft de akte uitwerking vanaf de datum waarop het proces verbaal werd opgemaakt.

Verder is het ook mogelijk dat een rechter in zijn rechterlijke beslissing een datum vaststelt die afwijkt van de vonnisdatum of de datum kracht van gewijsde. Ook inzake adoptie zijn er verschillende mogelijkheden denkbaar : het kan desgevallend de datum verzoekschrift, de datum kracht van gewijsde, de datum van de administratieve beslissing of de datum van overschrijving in het buitenland zijn.

Om deze reden zal, indien de datum uitwerking verschilt van de datum van de opmaak van de akte, in alle akten zowel in de uittreksels en afschriften, boven de administratieve gegevens, het veld `Datum uitwerking' worden voorzien. In de DABS zal deze datum gelijk zijn aan de datum opmaak van de akte, tenzij de ambtenaar van de burgerlijke stand bij de opmaak van de akte op basis van een bijgevoegd stuk (buitenlandse gerechtelijke of administratieve beslissing, een vonnis of arrest, een proces-verbaal, ...) een andere datum heeft ingevuld die kan teruggevonden worden in de toegevoegde bijlage. De `datum uitwerking' zal in die gevallen dus respectievelijk betrekking hebben op de datum van uitwerking van de adoptie, van de erkenning, van de naamsverandering, ....

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Buitenlandse zaken, D. REYNDERS De Minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve Vereenvoudiging Ph. DE BACKER

Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 64.472/2 van 14 november 2018 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand' Op 18 oktober 2018 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Justitie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 14 november 2018. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Luc Detroux en Bernard Blero, staatsraden, en Bernadette Vigneron, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Pauline Lagasse, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot .

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 14 november 2018.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Onderzoek van het ontwerp Dispositief Artikel 2 In het eerste lid schrijve men "vanaf 1 januari 2019 opgemaakte".

Artikel 3 In artikel 3, eerste lid, wordt de inhoud van het toekomstige artikel 30, § 1, van het Burgerlijk Wetboek gewoon geparafraseerd. (1) Bepalingen die alleen een hogere norm in herinnering brengen door die over te nemen of te parafraseren, horen in beginsel niet thuis in een uitvoeringsregeling, onder meer omdat daardoor onduidelijkheid dreigt te ontstaan omtrent de juridische aard van de overgenomen bepalingen en daardoor verkeerdelijk de indruk gewekt wordt dat de overgenomen regels gewijzigd kunnen worden door de overheid die de regels overneemt.

Een andere werkwijze bestaat erin die hogere rechtsnorm in herinnering te brengen in een zin die begint met "Overeenkomstig artikel ...".

Artikel 3, eerste lid, moet herzien worden.

Artikel 4 Artikel 4, 1° - uitgezonderd de vermelding van de "aard van de beslissing" - en 3° tot 5°, van het ontwerp geeft in wezen slechts de inhoud weer van het toekomstige artikel 41, § 1, 5°, a), c), d) en e), van het Burgerlijk Wetboek.

Bepalingen die alleen een hogere norm in herinnering brengen door die over te nemen of te parafraseren, horen in beginsel niet thuis in een uitvoeringsregeling, onder meer omdat daardoor onduidelijkheid dreigt te ontstaan omtrent de juridische aard van de overgenomen bepalingen en daardoor verkeerdelijk de indruk gewekt wordt dat de overgenomen regels gewijzigd kunnen worden door de overheid die de regels overneemt.

Een andere werkwijze bestaat erin die hogere rechtsnorm in herinnering te brengen in een zin die begint met "Overeenkomstig artikel ...".

Artikel 4 moet bijgevolg herzien worden.

Artikel 5 1. De afdeling Wetgeving vraagt zich af of het wel zin heeft in artikel 5, tweede lid, 1°, melding te maken van de datum van "inschrijving".In bijlage 4 wordt die niet vermeld.

Als er een gegronde reden is om naar die "inschrijving" te verwijzen, moet bijlage 4, waarin enkel het begrip "registratie DABS" wordt vermeld, dienovereenkomstig aangevuld worden. 2. De gemachtigde van de minister heeft beaamd dat de bedoeling van de steller van het ontwerp correct weergegeven wordt in het tweede lid, 8°, van de Nederlandse tekst waarin alleen naar bijlage 4 verwezen wordt. Artikel 5 strekt er evenwel net toe te bepalen welke gegevens in de historiek van een akte en dus in bijlage 4 vermeld moeten worden. Een verwijzing naar bijlage 4 heeft dan ook geen nut. Het lijkt er daarentegen op dat de woorden "zoals bepaald in de modellen in bijlage" ertoe strekken te preciseren welke specifieke gegevens vermeld moeten worden. Als dat het geval is, lijkt het de bedoeling van de steller van het ontwerp te zijn naar de bijlagen 1 en 2 bij het ontwerp te verwijzen.

Het dispositief moet in het licht van die opmerking herzien worden.

Bijlage 1 Wat het model van uittreksel uit de akte van echtscheiding betreft, heeft de afdeling Wetgeving zich afgevraagd waarom de volgende gegevens vermeld worden : "ECHTSCHEIDING Aktenummer akte van echtscheiding Autoriteit : Plaats : Datum beslissing : Datum kracht van gewijsde :".

Die gegevens betreffen de basis voor de opmaak van de akte en vallen onder bijlage 3 bij het ontwerp, die betrekking heeft op de afschriften van akten van de burgerlijke stand.

Naar aanleiding van een vraag in dat verband heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord : "De akten van de burgerlijke stand vermelden steeds de `basis opmaak akte', zie art. 41, § 1, 5° BW. Enkel afschriften vermelden inderdaad volgens het KB de `basis opmaak akte', uittreksels niet.

De Koning bepaalt de modellen van uittreksels. Gezien de informatie over de akte/beslissing tot echtscheiding in de akte zelf opgenomen staat onder de `basis opmaak akte' en het weinig nut heeft om een uittreksel van een akte van echtscheiding af te leveren zonder de informatie over de echtscheiding, beslist de Koning om deze gegevens ook in het uittreksel toe te voegen. In het afschrift staa[t] deze informatie automatisch omdat dit steeds de basis opmaak akte vermeldt." Die redenering kan evenwel niet gevolgd worden.

Het toekomstige artikel 28, § 2, van het Burgerlijk Wetboek is immers als volgt gesteld : "Een uittreksel vermeldt de actuele gegevens van de akte, zonder de historiek van de staat van de persoon op wie de akte betrekking heeft.

Een afschrift vermeldt de oorspronkelijke gegevens van de akte en de historiek van de staat van de persoon op wie de akte betrekking heeft.

Afschriften vermelden, in voorkomend geval, de basis voor de opmaak van de akte zoals bepaald in artikel 41, § 1, 5°, a) en c) [van het Burgerlijk Wetboek]." De machtiging die bij het toekomstige artikel 29, § 4, van het Burgerlijk Wetboek aan de Koning verleend wordt, kan alleen begrepen worden binnen de grenzen vastgesteld in de andere bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, waaronder het voornoemde artikel 28, § 2.

In die bepaling worden de begrippen "uittreksel" en "afschrift" gedefinieerd met verwijzing naar de inhoud van die documenten.

Aangezien uitdrukkelijk bepaald wordt dat de afschriften in voorkomend geval de basis voor de opmaak van de akte vermelden en niets in die zin bepaald wordt met betrekking tot de uittreksels, dient daaruit afgeleid te worden dat de wetgever een dergelijke vermelding niet heeft willen opnemen in de uittreksels.

Het dispositief moet bijgevolg dienovereenkomstig herzien worden.

Bijlage 2 Wat het model van afschrift van de akte van echtscheiding betreft, wijst de afdeling Wetgeving erop dat het toekomstige artikel 64 van het Burgerlijk Wetboek als volgt gesteld is : "De akte van echtscheiding vermeldt : 1° het aktenummer van de huwelijksakte; 2° de naam en de voornamen van de personen die uit de echt gescheiden zijn." Overeenkomstig die bepaling is er dan ook geen reden om melding te maken van de geboortedatum en -plaats van elk van de echtgenoten, net zomin als van de autoriteit die de akte heeft opgemaakt of van de plaats en de datum van de opmaak van de huwelijksakte.

Het model van afschrift moet dienovereenkomstig herzien worden.

Bijlage 3 Wanneer de akte van de burgerlijke stand op een buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing steunt, wordt, overeenkomstig het toekomstige artikel 41, § 1, 5°, e), van het Burgerlijk Wetboek, in de akte eveneens melding gemaakt van de datum waarop de buitenlandse beslissing uitwerking heeft.

Niets lijkt te rechtvaardigen dat een dergelijke vermelding niet ook terug te vinden is in de gegevens betreffende de basis waarop de akte steunt, die in bijlage 3 bij het ontwerp vastgesteld worden.

Bijlage 4 1. Wanneer de wijziging een akte betreft, moet, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, 4°, van het ontwerp, in de historiek niet alleen melding gemaakt worden van de autoriteit die de akte heeft opgemaakt en van de datum waarop die akte is opgemaakt, maar ook van de plaats waar die akte is opgemaakt. Bijlage 4 moet bijgevolg dienovereenkomstig aangevuld worden. 2. Wanneer de wijziging voortvloeit uit een buitenlandse administratieve of rechterlijke beslissing moet, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, 7°, van het ontwerp, in bijlage 4 eveneens melding gemaakt worden van de datum waarop de beslissing uitwerking heeft. Bijlage 4 moet dienovereenkomstig aangevuld worden. 3. Het toekomstige artikel 33, § 1, van het nieuw Burgerlijk Wetboek is als volgt gesteld : "De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand die een materiële vergissing vaststelt op een akte van de burgerlijke stand, op basis van een authentieke akte of officieel attest, verbetert deze akte van de burgerlijke stand. (...)." Bijgevolg moet de lijst "basis wijziging" waarin bijlage 4 voorziet aangevuld worden met een nieuwe keuzemogelijkheid, namelijk "verbetering door de ambtenaar van de burgerlijke stand". De gemachigde van de minster is het daarmee eens.

De griffier, Bernadette Vigneron De voorzitter, Pierre Vandernoot _______ Nota (1) Titel II van het Burgerlijk Wetboek is grondig herzien bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/06/2018 pub. 02/07/2018 numac 2018012858 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing sluiten `houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing'. 3 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Burgerlijk Wetboek, artikel 29, § 4, vervangen bij artikel 4 van de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/06/2018 pub. 02/07/2018 numac 2018012858 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing sluiten houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 3 september 2018 en op 21 september 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 8 oktober 2018;

Gelet op advies 64.472 van de Raad van State, gegeven op 14 november 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van Buitenlandse zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1 Inhoud van de modellen van uittreksels en afschriften

Artikel 1.De uittreksels van akten van de burgerlijke stand worden opgemaakt volgens de modellen in bijlage 1.

Art. 2.De afschriften van de vanaf 31 maart 2019 opgemaakte akten van de burgerlijke stand worden opgemaakt volgens de modellen in bijlage 2.

De oorspronkelijke gegevens van de akte worden, in voorkomend geval, aangevuld met : -de basis van de opmaak van de akte, zoals bepaald in artikel 4, volgens het model in bijlage 3; - de historiek van de staat van de persoon, zoals bepaald in artikel 5, volgens het model in bijlage 4.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 30, § 1, van het Burgerlijk wetboek, bestaan de afschriften van de vóór 31 maart 2019 opgemaakte akten van de burgerlijke stand uit de afdruk van de in gedematerialiseerde vorm in de DABS opgenomen oorspronkelijke akte ("beeld van de oorspronkelijke akte"), daarbij inbegrepen de tot 30 maart 2019 gemaakte randmeldingen.

Het beeld van de oorspronkelijke akte wordt, vanaf 31 maart 2019, in voorkomend geval, aangevuld met de historiek van de staat van de persoon, zoals bepaald in artikel 5 en dit volgens het model in bijlage 4.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 41, § 1, 5°, van het Burgerlijk wetboek, vermeldt de basis van de opmaak van de akte : 1° in geval van een rechterlijke beslissing : de aard van de beslissing, de rechterlijke instantie, de datum van de beslissing, de datum van kracht van gewijsde en het identificatienummer ervan;2° in geval van een proces-verbaal : de grondslag van het proces-verbaal en de datum ervan;3° in geval van een koninklijk of ministerieel besluit : de datum van het koninklijk of ministerieel besluit en de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad;4° in geval van een buitenlandse akte : de autoriteit die de akte heeft opgemaakt, de datum en de plaats van de opmaak ervan;5° in geval van een buitenlandse administratieve of buitenlandse rechterlijke beslissing : de autoriteit die de akte heeft opgemaakt en de datum van de beslissing.

Art. 5.De historiek van de staat van de persoon, zoals bedoeld in artikel 28, § 2 van het Burgerlijk Wetboek, bestaat uit een chronologisch overzicht, volgens datum van registratie in de DABS, van de gewijzigde gegevens van de oorspronkelijke akte, met vermelding van de beslissing of akte die aan de basis ligt van de wijziging.

De gewijzigde gegevens van de oorspronkelijke akte vermelden : 1° de datum van registratie in de DABS;2° het referentienummer van de wijziging in de DABS;3° de basis van de wijziging : akte, rechterlijke beslissing, Koninklijk besluit of een buitenlandse administratieve beslissing;4° in geval van een akte : de autoriteit die de akte heeft opgemaakt, de datum en de plaats van de opmaak ervan;5° in geval van een rechterlijke beslissing : de rechterlijke instantie die de beslissing heeft uitgesproken, de datum van de beslissing, de datum van het in kracht van gewijsde treden en het identificatienummer ervan;6° in geval van een Koninklijk besluit : de datum van het Koninklijk besluit en de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad;7° in geval van een buitenlandse administratieve of buitenlandse rechterlijke beslissing : de autoriteit die de beslissing heeft genomen en de datum van de beslissing;8° de omschrijving van de wijziging en de vermelding van de specifieke gegevens die gewijzigd worden. HOOFDSTUK 2 Vorm van de modellen van uittreksels en afschriften

Art. 6.De modellen in de bijlagen vermelden alle mogelijke gegevens.

De modellen zijn dynamisch samengesteld. Niet alle vermeldingen moeten in elk uittreksel of afschrift verschijnen.

De gegevens die zijn opgenomen achter het symbool "" zijn facultatief. Deze gegevens worden enkel in het afschrift of uittreksel vermeld als ze van toepassing zijn.

Bij de gegevens die zijn opgenomen achter het symbool "o" moet er minstens één van de opties worden aangeduid. Enkel de gekozen optie moet verschijnen op het afschrift of uittreksel.

Art. 7.De uittreksels en afschriften worden, uitgezonderd het beeld van de oorspronkelijke akte, opgemaakt in A4-formaat, in lettertype Calibri, in volgende lettergrootte : de benaming van de akte : 14 het aktenummer en het woord `afschrift' of `uittreksel' : 12 de andere gegevens : 10.

Uittreksels en afschriften worden staand afgedrukt, met uitzondering van de afschriften van akten bedoeld in artikel 3 wanneer het beeld van de oorspronkelijke akte liggend werd opgenomen in de DABS. Het logo van de afleverende gemeente, de consulaire beroepspost of de DABS wordt vermeld in de linkerbovenhoek van het uittreksel of afschrift.

Het elektronisch zegel van de DABS wordt rechts onder de gegevens van het afschrift of uittreksel vermeld, evenals een verwijzing naar het elektronisch adres via hetwelk het afgeleverde uittreksel of afschrift kan gecontroleerd worden.

In de afschriften van akten bedoeld in artikel 3 wordt het beeld van de oorspronkelijke akte gescheiden van de historiek van de staat van de persoon zoals bepaald in artikel 5 vanaf 31 maart 2019 door een horizontale lijn.

Art. 8.De volgende gegevens nemen de aangegeven vorm aan in de uittreksels en afschriften : 1° datum : dd/mm/jjjj 2° uur : uu.mm 3° aktenummer : JJJJ-xxxx.xxxx-cc 4° meerdere voornamen : voornaam 1, voornaam 2, voornaam 3, voornaam [n]. HOOFDSTUK 3. - Wijzigen van de modellen

Art. 9.De Minister van Justitie kan de in de bijlagen van dit besluit opgenomen modellen wijzigen. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding en slotbepaling

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 31 maart 2019.

Art. 11.De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 februari 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Buitenlandse zaken, D. REYNDERS De Minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Ph. DE BACKER

BIJLAGE 1. bij het koninklijk besluit van 3 februari 2019 tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand MODELLEN VAN UITTREKSELS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 3 februari 2019 tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Ph. DE BACKER

BIJLAGE 2. bij het koninklijk besluit van 3 februari 2019 tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand MODELLEN VAN AFSCHRIFTEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 3 februari 2019 tot vaststelling van de modellen van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Ph. DE BACKER

^