Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 juli 2005
gepubliceerd op 19 juli 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 2003 inzake de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd voor de kunstenaar

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2005022566
pub.
19/07/2005
prom.
03/07/2005
ELI
eli/besluit/2005/07/03/2005022566/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 2003 inzake de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd voor de kunstenaar


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, heeft tot doel de specifieke bijdragevermindering voor kunstenaars te verhogen van 35,00 euro tot 55,67 euro per dag en van 4,50 euro tot 7,33 euro per uur.

Op vraag van de sociale partners werd een kwartaalgrens ingevoerd om elke discriminatie ten aanzien van de andere werknemers uit de private sector te vermijden.

De opmerking van de Raad van State met betrekking tot het feit dat een kwartaalbegrenzing niet kan worden ingevoerd met terugwerkende kracht, werd niet gevolgd, in die zin dat de aldus aangepaste regel een voordeel oplevert dat geen afbreuk doet aan het gelijkheidsbeginsel.

Ondanks de invoering van een kwartaalgrens en rekening houdend met de omvang van de bijdragevermindering, levert de aldus aangebrachte wijziging immers een bijkomend voordeel op voor de gerechtigden op de bijdragevermindering zonder verkregen situaties aan te tasten. In de vroegere regeling bedroeg de maximale bijdragevermindering, op basis van een gemiddelde kwartaalbasis van 65 dagen/ 494 uren, 2275/2223 euro, terwijl met de verhoging van de bedragen, rekening houdend met de grenzen van 50 dagen/380 uren, de vermindering maximaal 2783,50/2785,40 euro bedraagt.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars.

De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Werk, Mevr. F. VANDENBOSSCHE

ADVIES 37.429/1 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 17 juni 2004 door de Minister van Werk verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagyen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 2003 inzake de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd voorde kunstenaar », heeft op 24 juni 2004 het volgende advies gegeven : Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 1. Het om advies voorgelegde ontwerp strekt tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 2003 houdende maatregelen inzake de vermindering van de socialezekerheidsbijdragen verschuldigd voor de kunstenaar (1). Inzonderheid wordt het dag- en uurbedrag verhoogd dat wordt vrijgesteld van werkgeversbijdragen (artikel 1, 1° en 2°) en wordt bepaald dat de vrijstelling per kwartaal slechts in beperkte mate kan worden aangerekend (artikel 1, 3° en 5°). 2. Rechtsgrond voor de meeste bepalingen van het ontwerp is te vinden in artikel 37quinquies, § 1, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor wecknemers, zoals die paragraaf thans luidt. Voor de beperking van de vrijstelling per kwartaal, wordt een specifieke rechtsgrond voorbereid. Artikel 124 van het ontwerp van programmawet beoogt de aanvulling van artikel 37quinquies, § 1, tweede lid, met de volgende zin: « Hij kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het voordeel van de in het eerste lid bedoelde vrijstelling beperken tot een welbepaald aantal dagen per kwartaal dan wel tot een welbepaald aantal uren per kwartaal » (2).

Aangezien die bepaling nodig is als rechtsgrond voor artikel 1, 3° en 5°, van het ontwerp, kan het niet worden vastgesteld vooraleer die bepaling is aangenomen door de wetgever.

Onderzoek van de tekst Aanhef In het eerste lid van de aanhef zal melding dienen te worden gemaakt van de wijziging bij de nog aan te nemen programmawet.

Artikel 1 1. In overeenstemming met het legistieke gebruik redigere men de Franse tekst van de inleidende zin van artikel 1 als volgt: « A l'article 2 de l'arrêté royal..., sont apportées les modifications suivantes: 1° les mots... » en vervange men in de ontworpen 1° en 2° het woord « tweemaal » door het wo ord « telkens ». 2. In 3° dient in de Nederlandse tekst te worden geschreven « niet aangerekend worden ».3. In 5° dient de ontworpen § 4bis aan te vangen met een hoofdletter en te worden gesplitst in twee leden.In de Nederlandse tekst van het tweede lid dienen de woorden « de vorige alinea » daarenboven te worden veevangen door de woorden « het vorige lid ».

Artikel 3 De invoering van een kwartaalbeperking kan niet met terugwerkende kracht geschieden(3).

Het verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten is enkel toelaatbaar ingeval voor de retroactiviteit een wettelijke grondslag bestaat, de retroactiviteit betrekking heeft op een regeling die, met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, voordelen toekent of in zoverre de retroactiviteit noodzakelijk is voor de goede werking van de diensten en daardoor, in beginsel, geen verkregen situaties worden aangetast.

De kamer was samengesteld uit : de heren : M. Van Damme, kamervoorzitter;

J. Baert, J. Smets, staatsraden; de heren : G. Schrans, A. Spruyt, assessoren van de afdeling wetgeving, Mevr. A. Beckers, griffier.

De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. Baert.

Het verslag werd uitgebracht door de heer B. Steen, adjunct-auditeur.

De griffier, A. Beckers.

De voorzitter, M. Van Damme. (1) In de Nederlandse tekst van het ontwerp wordt het opschrift van het koninklijk besluit ten onrechte geciteerd als « koninklijk besluit van 23 juni 2003 inzake de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd voor de kunstenaar ».(2) Voor de tekst aangenomen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers, zie: Parl.St., Kamer, DOC 51 1138/029, 55.

Op 15 juni 2004 heeft de Senaat het ontwerp geëvoceerd (Parl. St., Senaat, 2003-2004, nr. 3-742/ 1). (3) Luidens artikel 125 van het ontwerp van programmawet treedt de aanvulling van artikel 37quinquies, § 1, tweede lid, van de wet van 29 juni 1981 in werking op 1 juli 2004.Aangezien die bepaling de Koning wel de mogelijkheid biedt om een kwartaalbeperking in te stellen, maar die beperking zelf niet inhoudt, kan eraan geen rechtsgrond worden ontleend om het ontwerp met terugwerkende kracht in werking te laten treden.

3 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 2003 inzake de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd voor de kunstenaar ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 37quinquies, § 1, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002 en gewijzigd bij de wet van 9 juli 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 juni 2003 inzake de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd voor de kunstenaar, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de adviesaanvraag aan het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale zekerheid van 5 april 2004 welke werd doorgestuurd naar de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2004;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad nr. 1486 van 29 juni 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 29 maart 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 1 april 2004;

Gelet op het advies nr.37.429/1 van de Raad van State, gegeven op 24 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 juni 2003 inzake de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd voor de kunstenaar worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « 35,00 euro » worden telkens vervangen door de woorden « 55,67 euro »;2° de woorden « 4,50 euro » worden telkens vervangen door de woorden « 7,33 euro »;3° § 1 wordt aangevuld met volgende zin : » Per kwartaal kan deze vrijstelling niet aangerekend worden voor meer dan 50 dagen of voor meer dan 380 uren.»; 4 ° in § 2, eerste lid worden de woorden « artikel 1, § 1, 1° van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot uitvoering van artikel 35, § 1, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers » vervangen door de woorden « artikel 2, 1° van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen; ». 5° Een § 4bis wordt ingevoegd, luidende als volgt : » De vrijstelling bedoeld in § 3 en § 4 wordt per kwartaal beperkt tot maximaal 50 maal het dagbedrag van de vrijstelling bedoeld in § 3 of tot maximaal 380 maal het uurbedrag bedoeld in § 4. Indien de werknemer wordt tewerkgesteld als uitzendkracht volgens de bepalingen van voornoemde wet van 24 juli 1987, geldt de beperking bedoeld in het vorige lid per gebruiker. »; 6° In § 5 worden de woorden « , beperkt volgens de bepalingen van § 4bis » gevoegd tussen de woorden « het bedrag van de vrijstelling bekomen in § 3 of § 4 » en « te vermenigvuldigen met het percentage ».

Art. 2.In artikel 2, § 4 van hetzelfde besluit worden in de Franse tekst de woorden « salaire journalier » vervangen door de woorden « salaire horaire ».

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2004 met uitzondering van artikel 1, 4° dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2004 en artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2003.

Art. 4.Onze Minister van Werk en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 juli 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Werk, Mevr. F. VANDENBOSSCHE

^