Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 juli 2005
gepubliceerd op 19 juli 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2005-2006 voor arbeiders

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005201627
pub.
19/07/2005
prom.
03/07/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JULI 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2005-2006 voor arbeiders (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de ploegenpremies, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 oktober 2003, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het minimumuurloon, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 oktober 2003, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 oktober 2003, inzonderheid de artikelen 2 en 3;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1oktober 2003, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot toekenning van een sociaal voordeel, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 oktober 2003, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 oktober 2003, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2003 en 2004, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 oktober 2003, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf 55 jaar, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 oktober 2003, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2005 - 3 februari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2005-2006 betreffende het nationaal akkoord 1999-2000 betreffende loonkostontwikkeling, permanente vorming en tewerkstelling voor arbeiders.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 juli 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975 Koninklijk besluit van 1 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

Koninklijk besluit van 1 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

Koninklijk besluit van 1 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

Koninklijk besluit van 1 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

Koninklijk besluit van 1 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

Koninklijk besluit van 9 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

Koninklijk besluit van 9 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 19 november 2003.

Koninklijk besluit van 30 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 3 december 2003.

Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2005 Nationaal akkoord 2005-2006 voor arbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 8 april 2005 onder het nummer 74433/CO/116) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de arbeiders die ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Met "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.

Duur

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een duur van 2 jaar, van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.

Omkaderingsafspraken voor het sociaal overleg op ondernemingsvlak

Art. 3.De sociale gesprekspartners van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en de onderhandelaars op ondernemingsvlak zullen ten volle akte nemen van de beslissing van de regering om het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2005-2006 integraal tot het hare te maken. Overeenkomstig de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997) wordt de stijging van de loonkosten voor de twee komende jaren op 4,5 pct. als indicatieve loonnorm aanvaard.

Bijgevolg zullen, in het belang van de economische activiteit en de tewerkstelling en rekening houdend met het internationaal karakter van de sector, de onderhandelaars op ondernemingsvlak de besprekingen voeren teneinde een verantwoorde en redelijke evolutie van de loonkosten te onderhandelen.

Minimumuurloon

Art. 4.§ 1. De bedragen van het minimum aanvangsuurloon en van het minimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit, zoals vastgesteld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 1 oktober 2003; Belgisch Staatsblad van 19 november 2003) betreffende het minimumuurloon gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, worden verhoogd met 0,09 EUR vanaf 1 april 2005 in het 40-urenweek stelsel; vanaf 1 januari 2006 wordt het voornoemd minimum aanvangsuurloon evenals het voornoemd minimumuurloon vanaf 12 maanden anciënniteit met 0,09 EUR verhoogd. § 2. De in § 1 van dit artikel vermelde bijzondere inspanning voor de verhogingen van de minimumuurlonen kan niet gebruikt worden als zijnde richtinggevend voor de bedrijfsonderhandelingen.

Ploegenpremies

Art. 5.De bedragen van de minimum ploegenpremies zoals voorzien in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 1 oktober 2003, Belgisch Staatsblad van 19 november 2003), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid betreffende de minimum ploegenpremies, worden, in het 40 uren/week stelsel, vanaf 1 april 2005 als volgt verhoogd : morgen- en namiddagploeg : + 0,02 EUR nachtploeg : + 0,04 EUR. Niet geconventioneerde ondernemingen

Art. 6.De uurlonen op 31 december 2004 effectief uitbetaald in de ondernemingen die, aangaande de eventuele verhoging van deze uurlonen in 2005 en/of 2006, niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, zullen verhoogd worden met 0,10 EUR per uur vanaf 1 januari 2006; deze verhoging van 0,10 EUR per uur gebeurt evenwel na verrekening en/of in voorafname van eventuele andere verhogingen van het uurloon die, met uitzondering van deze ten gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001 (koninklijk besluit van 24 april 2002; Belgisch Staatsblad van 31 mei 2002) betreffende de koppeling der lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, zouden toegekend worden aan de arbeiders tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Anciënniteitsverlof

Art. 7.Voor de ondernemingen waarbij de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis 38 u. bedraagt, en voorzover deze ondernemingen geen gunstigere regelingen terzake toepassen, wordt, vanaf 1 januari 2006, 1 dag anciënniteitsverlof toegekend voor de arbeiders met minstens 20 jaar anciënniteit in de onderneming.

Bestaanszekerheid

Art. 8.§ 1. Aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid.

De aanvullende werkloosheidsuitkering zoals voorzien in het eerste lid van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 1 oktober 2003; Belgisch Staatsblad van 19 november 2003), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot vaststelling van aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid en van vergoedingen bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard bedraagt : a) vanaf 1 april 2005 : 7,45 EUR per dag gedeeltelijke werkloosheid;b) vanaf 1 januari 2006 : 7,70 EUR per dag gedeeltelijke werkloosheid. Voor de arbeiders, jonger dan 19 jaar, wordt deze vergoeding vastgelegd op : a) vanaf 1 april 2005 : 6,70 EUR;b) vanaf 1 januari 2006 : 6,93 EUR. De overige bestaande toekenningsmodaliteiten blijven onveranderd. § 2. Aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard.

Het artikel 4 van de bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 1 oktober 2003; Belgisch Staatsblad van 19 november 2003) tot vaststelling van aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid en van vergoedingen bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard wordt, met ingang van 1 januari 2005, door de volgende tekst vervangen : "

Art. 4.Onverminderd de vergoeding bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard, zoals bepaald in artikel 3 hierboven, wordt volgende bijzondere regeling van aanvullende werkloosheidsuitkering voorzien volgens onderstaand schema voor arbeiders, die om economische of technische redenen of redenen van structurele aard worden ontslagen.

Arbeiders met een anciënniteit van 10 tot minder dan 15 jaar in de onderneming ontvangen het in artikel 2 voorzien dagbedrag van aanvullende werkloosheidsuitkering voor de eerste 52 bewezen dagen effectieve werkloosheid, welke aanvangt vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn of vanaf het verstrijken van de door de opzeggingsvergoeding gedekte periode.

Voor arbeiders met een anciënniteit van 15 tot minder dan 20 jaar in de onderneming wordt dit gebracht op de eerste 78 bewezen dagen effectieve werkloosheid.

Voor arbeiders met een anciënniteit van 20 jaar en meer wordt dit gebracht op de eerste 104 bewezen dagen effectieve werkloosheid.

Het recht op deze aanvullende werkloosheidsuitkering vervalt vanaf de eerste dag van werkhervatting.

Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak blijven behouden." Carenzdag

Art. 9.§ 1. De eerste dag van arbeidsongeschiktheid van de arbeiders wegens ziekte of ongeval, genoemd "carenzdag", en, overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, niet betaald door de werkgever, wanneer de duur van de arbeidsongeschiktheid geen veertien dagen bereikt, geeft aanleiding tot de volgende bepalingen, met dien verstande dat, sinds 1 januari 2004, krachtens het nationaal akkoord 2003-2004, de eerste en de tweede carenzdagen, zoals hiervoor bedoeld, per kalenderjaar reeds aan de betrokken arbeiders worden betaald : a) vanaf 1 januari 2005 zullen aan de arbeiders die minstens 10 jaar anciënniteit tellen in de onderneming de "carenzdagen" door hun werkgever worden betaald. Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak blijven behouden. b) vanaf 1 januari 2006 zullen de carenzdagen aan de arbeiders door hun werkgever worden betaald. § 2. De bijkomende kost voortvloeiend uit dit artikel 9, § 1 kan door de ondernemingen aangerekend worden naar aanleiding van hun eventuele collectieve arbeidsovereenkomst besprekingen 2005-2006.

Conventioneel brugpensioen

Art. 10.§ 1. Brugpensioen vanaf 58 jaar.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 9 oktober 2003; Belgisch Staatsblad van 19 november 2003) tot verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die per 31 december 2004 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd met behoud van de erin vastgelegde modaliteiten. § 2. Brugpensioen vanaf 56 jaar voor de arbeiders met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 9 oktober 2003; Belgisch Staatsblad van 19 november 2003) betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar voor de arbeiders met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2004 vervallen is, wordt, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verlengd met behoud van de erin vastgelegde modaliteiten. § 3. Halftijds conventioneel brugpensioen.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 30 oktober 2003; Belgisch Staatsblad van 3 december 2003) betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar voor de arbeiders, die per 31 december 2004 vervallen is, wordt, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verlengd met behoud van de erin vastgelegde modaliteiten.

Toekenning van een sociaal voordeel

Art. 11.Het bedrag van het sociaal voordeel vastgelegd in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 1 oktober 2003; Belgisch Staatsblad van 19 november 2003) tot toekenning van een sociaal voordeel, wordt, vanaf het betalingsjaar 2006 (sociaal dienstjaar 2005) gebracht op 120 EUR. De betalingsmodaliteiten worden bepaald door het beheerscomité van het "Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid".

Syndicale vorming

Art. 12.Het vierde lid van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 1 oktober 2003; Belgisch Staatsblad van 19 november 2003) wordt, met ingang van het jaar 2005, door de volgende bepalingen vervangen : - begrenzing : 950.000 EUR vanaf 2005; - verdeling : 800.000 EUR jaarlijks vanaf 2005 aan de vakbondsorganisaties; 150.000 EUR jaarlijks aan de Federatie van de Chemische Industrie van België (Fedichem) blijft onveranderd.

Bovendien zal aan de vakbondsorganisaties, enkel voor het jaar 2005, een eenmalige tussenkomst van 50.000 EUR worden toegekend.

Fonds voor vorming (0,10 pct. - risicogroepen)

Art. 13.De collectieve arbeidsovereenkomst tot verlenging van het "Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid", gesloten op 7 mei 2003 (koninklijk besluit van 1 oktober 2003; Belgisch Staatsblad van 19 november 2003) in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, zal voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden verlengd. Bovendien wordt, in het kader van de werkzaamheden van het "Fonds voor vorming", verder bijzondere aandacht geschonken aan opleiding inzake preventie, veiligheid en ergonomie, inzonderheid voor de nieuw aangeworven arbeiders, en dit met het oog op de toekenning van één dag opleiding tijdens het eerste jaar van hun loopbaan in de sector.

Het "Fonds voor vorming" zal de hier rond uitgewerkte stimulerende en begeleidende maatregelen evalueren.

Tijdskrediet - 1/5e loopbaanvermindering

Art. 14.§ 1. Tijdskrediet Het recht op tijdskrediet, voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten op 19 december 2001 (Belgisch Staatsblad van 16 februari 2002) in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt uitgebreid tot een duur van maximum 5 jaar over de gehele loopbaan.

Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van 3 maanden.

Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van het tweede tot en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve voorwaarden nageleefd te worden : - het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar; - de arbeiders die van dat recht op tijdskrediet gebruik wensen te maken dienen minstens 5 jaar anciënniteit bereikt te hebben. § 2. 1/5e loopbaanvermindering De ondernemingen kunnen, rekening houdend met de goede werkorganisatie, overeenkomstig artikelen 6, § 2 en 9, § 2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad, de concrete toepassingsmodaliteiten bepalen van het stelsel van 1/5e loopbaanvermindering voor de voltijdse arbeiders die in ploegen zijn tewerkgesteld.

Stress - Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 van de Nationale Arbeidsraad

Art. 15.De ondertekenende partijen wijzen op de belangrijkheid van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, voor het welzijn van de arbeiders en voor de goede werking van de onderneming. Zij sluiten zich aan bij de aanbeveling van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 om de in deze collectieve arbeidsovereenkomst naar voor gebrachte voorstellen in praktijk om te zetten en vestigen de aandacht op de positieve inbreng die de preventiediensten kunnen hebben.

Arbeidsorganisatie - Overuren

Art. 16.De ondertekenende partijen verbinden er zich toe, overeenkomstig punt 4 van het in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vermeld ontwerp interprofessioneel akkoord 2005-2006 en in functie van de verwachte wettelijke bepalingen terzake en zodra deze wettelijke bepalingen bekend zullen zijn, deze problematiek te bespreken in een paritaire werkgroep die uiterlijk op 15 september 2005 tot besluiten zal komen.

In afwachting van de beëindiging van de werkzaamheden van deze werkgroep en zonder afbreuk van de wettelijke bepalingen terzake wordt deze problematiek niet doorverwezen naar het ondernemingsniveau.

Overleg en sociale vrede

Art. 17.Met inachtneming van de sociale vrede en de procedures eigen aan de scheikundige nijverheid, erkennen de ondertekenende partijen namens hun mandaatgevers, dat zij voor de materies die deel uitmaken van deze collectieve arbeidsovereenkomst aan elkaars eisen zijn tegemoet gekomen.

Zij is gesloten te goeder trouw, en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze te doen toepassen, zowel naar de letter als naar de geest.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juli 2005.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^