Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 juni 2002
gepubliceerd op 25 juli 2002

Koninklijk besluit houdende vaststelling van het aantal verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad en de voorwaarden en modaliteiten van hun aanstelling

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000531
pub.
25/07/2002
prom.
03/06/2002
ELI
eli/besluit/2002/06/03/2002000531/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JUNI 2002. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het aantal verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad en de voorwaarden en modaliteiten van hun aanstelling


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de provinciewet, inzonderheid op artikel 134, opgeheven bij de wet van 6 juli 1987, hersteld bij de wet van 7 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 19 april 1999;

Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;

Gelet op het protocol nr. 53 van 7 juli 2001 van het onderhandelings-comité van de politiediensten;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 mei 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 30 oktober 2001;

Overwegende dat de financiële last van het ambt van verbindingsambtenaar gedragen zal worden door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, vermits het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad niet beschikt over een eigen begroting;

Gelet op de hoogdringendheid die voortvloeit uit de inwerkingtreding, op 1 januari 2001 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus;

Overwegende dat de korpsen van lokale politie momenteel in plaats worden gesteld in uitvoering van artikel 248 van voormelde wet van 7 december 1998; dat de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad een rol dient te spelen bij deze inplaatsstelling en de verdere ondersteuning van de politiehervorming op lokaal vlak en dat de bijstand van een verbindingsambtenaar daarbij noodzakelijk is, waarvoor dit besluit noodzakelijk is;

Gelet op het advies 32.666/2 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van onze Minister van Binnenlandse Zaken;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de verbindingsambtenaar : de verbindingsambtenaar uit de politiediensten gedetacheerd bij de gouverneur, bedoeld in artikel 134 van de provinciewet;2° de gouverneur : de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad;3° de wet : de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus. HOOFDSTUK I. - Bepalingen met betrekking tot vaststelling van het aantal verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad

Art. 2.Het aantal betrekkingen van verbindingsambtenaar voor het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad wordt vastgesteld op één.

Art. 3.De uitgaven verbonden aan deze betrekking zullen aangerekend worden op de afdeling 58 van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, binnen de beschikbare kredieten. HOOFDSTUK II. - Bepalingen met betrekking tot de voorwaarden en de modaliteiten van de aanstelling van de verbindingsambtenaren

Art. 4.De verbindingsambtenaar wordt door de gouverneur aangewezen voor een hernieuwbare termijn van maximum vijf jaar.

Voor de aanwijzing in deze functie komt uitsluitend een personeelslid van een politiedienst in aanmerking dat : - bekleed is met de graad van hoofdcommissaris van politie, commissaris van politie of hoofdinspecteur van politie en een anciënniteit heeft van ten minste vijf jaar in het midden- en/of officierskader op de dag van de publicatie van de vacante betrekking in het Belgisch Staatsblad ; - beantwoordt aan het profiel opgenomen als bijlage van het koninklijk besluit van 30 november 2001 houdende vaststelling van het aantal verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de provinciegouverneurs en de voorwaarden en modaliteiten van hun aanstelling; - geen evaluatie met eindvermelding « onvoldoende » gekregen heeft in de loop van de vijf jaar die de publicatie van de vacante betrekking in het Belgisch Staatsblad voorafgaan; - zich bevindt in een administratieve stand waarin het zijn aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden; - geslaagd is voor de schriftelijke en mondelinge examens over de voldoende kennis van de tweede taal, overeenkomstig artikel 21, §§ 1, 4 en 5, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966.

In voorkomend geval kan de gemeenteraad of de politieraad van de politiezone waartoe de verbindingsambtenaar behoort beslissen om hem in bovental te plaatsen.

Na detachering mag het aantal betrekkingen ingenomen in het lokale politiekorps niet lager liggen dan het minimaal effectief van het operationeel personeel van de lokale politie bepaald door de Koning in uitvoering van artikel 38 van de wet.

Art. 5.De te begeven vacante betrekking wordt door de gouverneur bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en in de oproepen tot mobiliteit gepubliceerd door de door de Minister van Binnenlandse Zaken in uitvoering van artikel VI.II.18 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, aangewezen dienst.

De kandidaturen worden aangetekend verstuurd naar de gouverneur, binnen een termijn van twintig werkdagen die aanvangt op de dag van bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad . Aan iedere kandidaat wordt een ontvangstbewijs toegestuurd.

Met de kandidatuur dienen meegezonden te worden : een curriculum vitae, een bondige uiteenzetting van de bekwaamheden en de motivering van de kandidaat voor de uitoefening van de functie van verbindingsambtenaar.

Art. 6.De kandidaturen, die zijn ingediend overeenkomstig artikel 5, worden onderzocht door een selectiecommissie, door de gouverneur samengesteld als volgt : 1° het hoofd van de algemene diensten, voorzitter van de commissie;2° de bestuurlijke directeur-coördinator van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad;3° een korpschef van een politiezone van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad;4° een externe politiedeskundige die geen lid is van een politiedienst, aangeduid door de Minister van Binnenlandse Zaken. De selectiecommissie beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 7.§ 1. De selectiecommissie bedoeld in artikel 6 onderzoekt de ontvankelijkheid van de kandidaturen.

De kandidaten die in aanmerking genomen worden na afloop van het in het eerste lid bedoelde onderzoek, worden gehoord door de selectiecommissie. Zij gaat na of de kandidaten met het profiel overeenstemmen.

Vervolgens rangschikt de selectiecommissie hen in drie categorieën geschiktheid voor de uitoefening van de functie van verbindingsambtenaar : zeer geschikt, geschikt en ongeschikt. § 2. De gouverneur wijst de verbindingsambtenaar aan uit de door de selectiecommissie zeer geschikt bevonden kandidaten.

Bij gebrek aan zeer geschikte kandidaten, kiest de gouverneur onder de geschikte kandidaten.

De aanwijzing wordt ter kennis gebracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Minister van Justitie.

Art. 8.Voor het verloop van elke periode van vijf jaar ononderbroken dienst, wordt de verbindingsambtenaar geëvalueerd door een evaluatiecommissie, samengesteld op dezelfde wijze als de selectiecommissie bedoeld in artikel 6.

De gouverneur kan beslissen om de evaluatiecommissie vervroegd bijeen te roepen.

In geval van ongunstige evaluatie kan de verbindingsambtenaar niet voor een nieuwe termijn aangewezen worden, of wordt, in voorkomend geval, een einde gesteld aan zijn aanwijzing.

Art. 9.De termijn van aanwijzing kan vervroegd beëindigd worden : - door de verbindingsambtenaar indien deze gebruikt wenst te maken van de mobiliteitsregeling of die wenst terug te keren naar zijn oorspronkelijk korps of zijn oorspronkelijke eenheid; - door de gouverneur wanneer de verbindingsambtenaar ongunstig geëvalueerd wordt door de evaluatiecommissie vervroegd bijeengeroepen door de gouverneur. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepaling

Art. 10.Voor de toepassing van artikel 4 wordt ook de anciënniteit in aanmerking genomen die werd verworven in de graden van de gemeentepolitie, de rijkswacht of de gerechtelijke politie bij de parketten die toegang geven, op 1 april 2001, tot de graden bedoeld in het voormelde artikel, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 12.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 juni 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^