Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 juni 2007
gepubliceerd op 14 juni 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 tot invoering van de verplichte indiening langs elektronische weg van fiches, samenvattende opgaven en aangiften in de bedrijfsvoorheffing

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2007003312
pub.
14/06/2007
prom.
03/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/03/2007003312/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 tot invoering van de verplichte indiening langs elektronische weg van fiches, samenvattende opgaven en aangiften in de bedrijfsvoorheffing


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd, strekt ertoe het KB/WIB 92 aan te passen om een verplichte elektronische indiening van fiches, samenvattende opgaven en aangiften in de bedrijfsvoorheffing in te voeren.

Deze elektronische indiening zal worden gerealiseerd enerzijds, wat de fiches en samenvattende opgaven betreft, door het gebruik van de informaticatoepassing genaamd « Belcotax-on-web », anderzijds, wat de aangiften in de bedrijfsvoorheffing betreft, door het gebruik van de informaticatoepassing genaamd « Finprof ».

De elektronische indiening van fiches, samenvattende opgaven en aangiften in de bedrijfsvoorheffing zal geschieden door het elektronisch verzenden van een geheel van gegevens die door één van de vermelde informaticatoepassingen vervolgens zullen worden omgezet in fiches en samenvattende opgaven of in een aangifte in de bedrijfsvoorheffing.

Beide informaticatoepassingen bestaan al langer binnen de administratie, maar tot nu toe waren de schuldenaars niet verplicht om deze te gebruiken.

Daar een elektronische indiening van fiches, samenvattende opgaven en aangiften in de bedrijfsvoorheffing in tegenstelling tot een indiening op papier echter een besparing en vereenvoudiging teweegbrengt zowel voor de belastingplichtigen als voor de administratie, is het dan ook aangewezen om deze mogelijkheid om te vormen tot een verplichting.

Uiteraard moet bij een systeem van verplichte elektronische indiening ook rekening worden gehouden met het feit dat nog niet elke schuldenaar beschikt over een PC met internetaansluiting en hij zich derhalve in de materiële onmogelijkheid kan bevinden om fiches, samenvattende opgaven en aangiften in de bedrijfsvoorheffing elektronisch in te dienen.

Deze verplichting tot elektronische indiening wordt daarom dan ook geconcretiseerd in twee fasen die worden beschreven in het artikel over de inwerkingtreding van dit besluit.

In een eerste fase is een elektronische indiening slechts verplicht vanaf de indiening van de fiches en samenvattende opgaven die betrekking hebben op de inkomsten van 2007 (aanslagjaar 2008) en vanaf de indiening van de aangiften in de bedrijfsvoorheffing die betrekking hebben op de belastbare inkomsten die betaald of toegekend zijn vanaf 01/01/2008 (aanslagjaar 2008) en dit enkel voor de schuldenaars waarvan het bedrag van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de inkomsten van het vorige jaar meer bedraagt of gelijk is aan 100.000 EUR. Met dit laatste bedoelt men sommige maandaangevers voor de bedrijfsvoorheffing zoals vermeld in artikel 412, tweede en derde lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92).

Pas in een tweede fase die aanvangt vanaf de indiening van de fiches en samenvattende opgaven die betrekking hebben op de inkomsten van 2008 (aanslagjaar 2009) en vanaf de indiening van de aangiften in de bedrijfsvoorheffing die betrekking hebben op de belastbare inkomsten die betaald of toegekend zijn vanaf 01/01/2009 (aanslagjaar 2009) zal de elektronische indiening ook voor alle andere schuldenaars verplicht zijn.

Daarenboven is er in beide fasen naar analogie met het systeem van de elektronische BTW-aangifte (artikel 2 van het koninklijk besluit van 31 januari 2007, Belgisch Staatsblad van 7 februari 2007) in een vrijstelling van elektronische indiening voorzien voor de schuldenaars of de personen die namens hen gemachtigd zijn om deze fiches en samenvattende opgaven in te dienen, en die niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikken. Voor hen is het nog steeds toegelaten, om de fiches en samenvattende opgaven op papier of op elektronische informatiedrager en de aangiften in de bedrijfsvoorheffing op papier in te dienen.

Bovendien wordt er in dit besluit een delegatie van bevoegdheden verleend aan de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde om het model van de fiches, samenvattende opgaven en aangiften in de bedrijfsvoorheffing vast te stellen en daarenboven conform het systeem van de elektronische BTW-aangifte (artikel 2 van het koninklijk besluit van 31 januari 2007, Belgisch Staatsblad van 7 februari 2007) de modaliteiten met betrekking tot hun indiening te bepalen. Het is dan ook de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde die het functioneren van de elektronische indiening zal concretiseren en die de formaliteiten zal vastleggen die vervuld moeten zijn om nog op papier of op elektronische informatiedrager te mogen blijven indienen.

Tot slot kan nog worden vermeld, dat dit gehele systeem van verplichte elektronische indiening kan worden gerealiseerd zonder dat de in artikel 57 WIB 92 en artikel 250 WIB 92 vastgelegde wettelijke basis moet worden gewijzigd. Enkel een aanpassing van het KB/WIB 92 dringt zich op omdat daar de uitvoeringsmodaliteiten met betrekking tot deze wetsartikelen geregeld worden. Meer specifiek worden daarom in dit besluit de artikelen 30, 31, 90, 92, 93 en 94 van het KB/WIB 92 gewijzigd.

Het advies 42.900/2 van de Raad van State, gegeven op 22 mei 2007 werd gevolgd behalve de opmerking met betrekking tot artikel 8 van dit koninklijk besluit.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

3 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 tot invoering van de verplichte indiening langs elektronische weg van fiches, samenvattende opgaven en aangiften in de bedrijfsvoorheffing (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op de artikelen 57, 250 en 312;

Gelet op het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (KB/WIB 92), inzonderheid : - artikel 30 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 mei 1999; - artikel 31; - artikel 90 gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 oktober 1993, 3 januari 1995, 10 januari 1997, 3 mei 1999, 9 november 1999, 5 december 2000, 21 oktober 2002, 3 april 2003, 28 september 2003, 16 juni 2004, 11 maart 2005, 4 augustus 2005, 8 januari 2006 en 22 augustus 2006; - artikel 92 gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 januari 1994, 10 januari 1997 en 20 mei 1997; - artikel 93 gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 januari 1994, 10 januari 1997 en 3 mei 1999; - artikel 94;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 april 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 april 2007;

Gelet op het advies 42.900/2 van de Raad van State, gegeven op 22 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 30 van het KB/WIB 92, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 mei 1999, wordt vervangen als volgt : «

Art. 30.§ 1. Bij het einde van elk jaar moeten de schuldenaars van de in artikel 57, 1° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde kosten voor iedere verkrijger van inkomsten langs elektronische weg de fiches en samenvattende opgave waarvan sprake is in artikel 57 van hetzelfde Wetboek indienen overeenkomstig de modaliteiten bepaald door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde. § 2. De in § 1 bedoelde schuldenaars zijn vrijgesteld van de verplichting tot indiening langs elektronische weg zolang zij en in voorkomend geval de persoon die gemachtigd is de bedoelde fiches en samenvattende opgave namens hen in te dienen, niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikken om aan deze verplichting te voldoen. In dit geval moet de indiening van deze fiches en samenvattende opgave geschieden op papier of op elektronische informatiedrager.

De Minister van Financiën of zijn gedelegeerde stelt het model van de fiches en samenvattende opgave vast en bepaalt de modaliteiten met betrekking tot hun indiening. § 3. De schuldenaars moeten de fiches en samenvattende opgave vóór 30 juni van het jaar na dat waarop deze documenten betrekking hebben, indienen bij de bevoegde dienst. ».

Art. 2.Artikel 31 van het KB/WIB 92, wordt vervangen als volgt : «

Art. 31.De in artikel 30 bedoelde schuldenaars die ingevolge de vrijstelling van § 2 van dat artikel de fiches en samenvattende opgave op papier indienen, kunnen kosteloos aan de administratie der directe belastingen exemplaren voor het opstellen van deze fiches en samenvattende opgaven aanvragen.

Deze schuldenaars mogen bovendien exemplaren gebruiken die afwijken van de door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde vastgestelde modellen, op voorwaarde dat deze exemplaren al dezelfde vermeldingen bevatten en van hetzelfde formaat zijn als de modellen. ».

Art. 3.In artikel 90 van het KB/WIB 92, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 oktober 1993, 3 januari 1995, 10 januari 1997, 3 mei 1999, 9 november 1999, 5 december 2000, 21 oktober 2002, 3 april 2003, 28 september 2003, 16 juni 2004, 11 maart 2005, 4 augustus 2005, 8 januari 2006 en 22 augustus 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.De schuldenaars van bedrijfsvoorheffing, die in artikel 87, 1° tot 7°, vermelde belastbare inkomsten hebben betaald of toegekend, moeten binnen de in artikel 412 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 gestelde termijn langs elektronische weg een aangifte in de bedrijfsvoorheffing indienen bij de bevoegde ontvanger van de directe belastingen en de verschuldigde bedrijfsvoorheffing bij dezelfde ambtenaar betalen volgens de regels van hoofdstuk III, afdeling III. Door de schuldenaars van bedrijfsvoorheffing moet eveneens langs elektronische weg een aangifte worden ingediend ingeval : - zij voor een bepaalde periode geen in artikel 87, 1° tot 7°, vermelde belastbare inkomsten hebben betaald of toegekend; - zij in artikel 87, 1° tot 7°, vermelde belastbare inkomsten hebben betaald of toegekend waarop echter volgens de schalen en de regels waarvan sprake in artikel 88 geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd is.

De schuldenaars zijn vrijgesteld van de verplichting tot indiening langs elektronische weg zolang zij en in voorkomend geval de persoon die gemachtigd is de bedoelde aangiften namens hen in te dienen, niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikken om aan deze verplichting te voldoen. In dit geval moet de indiening van deze aangiften geschieden op papier.

De Minister van Financiën of zijn gedelegeerde stelt het model van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing vast en bepaalt de modaliteiten met betrekking tot haar indiening. »; 2° § 3 wordt opgeheven;3° § 4 wordt vervangen als volgt : « § 4.Voor de toepassing van § 1 moeten de in artikel 270, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing binnen vijftien dagen na het verstrijken van de maand waarin de in artikel 87, 7°, vermelde inkomsten overeenkomstig artikel 364 van hetzelfde Wetboek geacht worden te zijn toegekend, een aangifte in de bedrijfsvoorheffing indienen bij de ontvanger van de directe belastingen te Brussel "Buitenland" en de verschuldigde bedrijfsvoorheffing door storting of overschrijving op postrekening 679-2002400-29 van de voormelde ontvanger betalen volgens de regels van hoofdstuk III, afdeling III. ».

Art. 4.Artikel 92 van het KB/WIB 92, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 januari 1994, 10 januari 1997 en 20 mei 1997, wordt vervangen als volgt : «

Art. 92.§ 1. Bij het einde van elk jaar moeten de in artikel 270, 1° tot 3° en 6°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing voor iedere verkrijger van inkomsten langs elektronische weg de fiches en samenvattende opgave waarvan sprake is in artikel 57 van hetzelfde Wetboek indienen overeenkomstig de modaliteiten bepaald door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde. § 2. De in § 1 bedoelde schuldenaars zijn vrijgesteld van de verplichting tot indiening langs elektronische weg zolang zij en in voorkomend geval de persoon die gemachtigd is de bedoelde fiches en samenvattende opgave namens hen in te dienen, niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikken om aan deze verplichting te voldoen. In dit geval moet de indiening van deze fiches en samenvattende opgave geschieden op papier of op elektronische informatiedrager.

De Minister van Financiën of zijn gedelegeerde stelt het model van de fiches en samenvattende opgave vast en bepaalt de modaliteiten met betrekking tot hun indiening. § 3. Een afzonderlijke opgave mag worden opgesteld voor bepaalde categorieën van verkrijgers, zoals bedienden, werklieden, verkrijgers van pensioenen en renten, bedrijfsleiders, of per in artikel 87, 1° tot 7°, bepaalde inkomstencategorie. § 4. Een vrijstelling om de in dit artikel vermelde fiches en samenvattende opgave in te dienen, kan verleend worden door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde, op schriftelijke en met redenen omklede aanvraag en binnen de grenzen en onder de voorwaarden die hij stelt, aan openbare machten, instellingen en lichamen, voor pensioenen en sociale toelagen waarvan het bedrag het belastingvrije minimum niet bereikt. § 5. De in artikel 270, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing moeten een bijzondere opgave opstellen waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld.

De Minister van Financiën of zijn gedelegeerde kan de verplichting opleggen om deze bijzondere opgave, behoudens een eventueel door hem verleende vrijstelling, langs elektronische weg in te dienen en kan de modaliteiten met betrekking tot hun indiening bepalen. ».

Art. 5.Artikel 93 van het KB/WIB 92, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 januari 1994, 10 januari 1997 en 3 mei 1999 wordt vervangen als volgt : «

Art. 93.§ 1. Tot staving van de overeenkomstig de artikelen 90 en 91 ingediende aangiften moeten de in artikel 270, 1° tot 3° en 6°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde schuldenaars van bedrijfsvoorheffing de fiches en de samenvattende opgave, bedoeld in artikel 92, vóór 1 maart van het jaar na dat waarop die fiches en die opgave betrekking hebben, indienen bij de bevoegde dienst.

De in het eerste lid vermelde schuldenaars van bedrijfsvoorheffing moeten vóór 1 maart een afschrift van de fiche, behoorlijk ingevuld, aan iedere verkrijger van inkomsten overhandigen om hem in staat te stellen eventueel zijn aangifte in de personenbelasting of in de belasting van niet-inwoners in te vullen. § 2. De in artikel 270, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing, moeten tot staving van de overeenkomstig artikel 90, § 4, ingediende aangifte, de in artikel 92, § 5, vermelde bijzondere opgave uiterlijk vier maand na het verstrijken van de periode waarop die opgave betrekking heeft, indienen bij de overeenkomstig artikel 297 van hetzelfde Wetboek aangewezen controle "Buitenland". ».

Art. 6.Artikel 94 van het KB/WIB 92, wordt vervangen als volgt : «

Art. 94.De schuldenaars van bedrijfsvoorheffing kunnen : - kosteloos aan de administratie der directe belastingen exemplaren van de in bijlage III neergelegde schalen en toepassingsregels aanvragen; - indien zij ingevolge de vrijstelling van artikel 90, § 1, derde lid, de aangifte in de bedrijfsvoorheffing op papier indienen, kosteloos aan de administratie der directe belastingen exemplaren voor het opstellen van deze aangiften aanvragen; - indien zij ingevolge de vrijstelling van artikel 92, § 2, de daarin bedoelde fiches en samenvattende opgave op papier indienen, kosteloos aan de administratie der directe belastingen exemplaren voor het opstellen van deze fiches en de samenvattende opgave aanvragen. - kosteloos aan de administratie der directe belastingen exemplaren voor het opstellen van de bijzondere opgave bedoeld in artikel 92, § 5 aanvragen;

De schuldenaars van bedrijfsvoorheffing die ingevolge de vrijstelling van artikel 92, § 2 de daarin bedoelde fiches en samenvattende opgave op papier indienen, mogen bovendien exemplaren van fiches en samenvattende opgave gebruiken die afwijken van de door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde vastgestelde modellen, op voorwaarde dat deze exemplaren al dezelfde vermeldingen bevatten en van hetzelfde formaat zijn als de modellen. »

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking : 1° Wat de opmaak van fiches en samenvattende opgaven betreft : a) voor de schuldenaars waarvan het bedrag van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de inkomsten van het vorige jaar meer bedraagt of gelijk is aan 100.000 EUR : vanaf de indiening van de fiches en samenvattende opgaven die betrekking hebben op het inkomstenjaar 2007 (aanslagjaar 2008); b) voor alle overige schuldenaars : vanaf de indiening van de fiches en samenvattende opgaven die betrekking hebben op het inkomstenjaar 2008 (aanslagjaar 2009); 2° Wat de aangifte in de bedrijfsvoorheffing betreft : a) voor de schuldenaars waarvan het bedrag van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de inkomsten van het vorige jaar meer bedraagt of gelijk is aan 100.000 EUR : vanaf de indiening van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de belastbare inkomsten die betaald of toegekend zijn vanaf 1 januari 2008; b) voor alle overige schuldenaars : vanaf de indiening van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de belastbare inkomsten die betaald of toegekend zijn vanaf 1 januari 2009.

Art. 8.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992; Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973;

Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september 1993;

Koninklijk besluit van 22 oktober 1993, Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1993;

Koninklijk besluit van 20 januari 1994, Belgisch Staatsblad van 9 februari 1994;

Koninklijk besluit van 3 januari 1995, Belgisch Staatsblad van 17 januari 1995;

Koninklijk besluit van 10 januari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 februari 1997;

Koninklijk besluit van 20 mei 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997;

Koninklijk besluit van 3 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1999;

Koninklijk besluit van 9 november 1999, Belgisch Staatsblad van 17 december 1999;

Koninklijk besluit van 5 december 2000, Belgisch Staatsblad van 16 december 2000;

Koninklijk besluit van 21 oktober 2002, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 2002;

Koninklijk besluit van 3 april 2003, Belgisch Staatsblad van 22 april 2003;

Koninklijk besluit van 28 september 2003, Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2003;

Koninklijk besluit van 16 juni 2004, Belgisch Staatsblad van 24 juni 2004;

Koninklijk besluit van 11 maart 2005, Belgisch Staatsblad van 18 maart 2005;

Koninklijk besluit van 4 augustus 2005, Belgisch Staatsblad van 12 augustus 2005;

Koninklijk besluit van 8 januari 2006, Belgisch Staatsblad van 16 januari 2006;

Koninklijk besluit van 22 augustus 2006, Belgisch Staatsblad van 28 augustus 2006.

^