Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 juni 2007
gepubliceerd op 22 juni 2007

Koninklijk besluit tot uitvoering van het artikel 37, § 16bis, eerste lid, 3°, en vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de analgetica betreft

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007022974
pub.
22/06/2007
prom.
03/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/03/2007022974/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot uitvoering van het artikel 37, § 16bis, eerste lid, 3°, en vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de analgetica betreft


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 19,eerste lid, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 april 1997 en de wet van 24 december 1999, 37, § 16bis, eerste lid, 3°, en vierde lid, zoals ingevoegd door de Programmawet (I) van 27 december 2006 en 37 sexies, laatste lid, zoals ingevoegd door de wet van 5 juni 2002;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 26 maart 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 maart 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 maart 2007;

Gelet op het advies nr. 42.754/1 van de Raad van State, gegeven op 26 april met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Tegemoetkoming in de kostprijs van analgetica voor chronische pijnpatiënten

Artikel 1.Chronische pijnpatiënten, zoals gedefinieerd in artikel 2, verkrijgen een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kostprijs van de analgetica op basis van paracetamol of van de associatie paracetamol en codeïne, die voorkomen op de lijst als bijlage 1, onder de voorwaarden vastgesteld in dit besluit. Deze tegemoetkoming wordt echter niet toegekend aan de voornoemde patiënten voor verstrekkingen verleend in een ziekenhuis of in een ziekenhuisdienst bedoeld in artikel 34, eerste lid, 6°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, of verleend in een psychiatrisch verzorgingstehuis, bedoeld in artikel 34, eerste lid, 11° van de bedoelde wet.

Art. 2.Onder 'chronisch pijnpatiënt' dient te worden verstaan de rechthebbende, bedoeld in de artikelen 32 en 33 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, gecoördineerd op 14 juli 1994, aan wie de adviserend geneesheer, op aanvraag van de behandelende geneesheer of de geneesheer die het globaal medisch dossier van betrokkene beheert, een machtiging aangaande aanhoudende chronische pijn, conform aan de machtiging als bijlage 2, heeft uitgereikt.

Onder aanhoudende chronische pijn verstaat men pijn die, na een optimale curatieve behandeling, aanhoudt gedurende minstens drie maanden, of die aanhoudt na de curatieve behandeling van een ziektebeeld van maligne chronische pijn.

Art. 3.§ 1.De machtiging bedoeld in artikel 2 wordt uitgereikt aan de rechthebbende die getroffen is door één van de aandoeningen vermeld in de lijst opgenomen als bijlage 3 en waarvoor de behandelende geneesheer of de geneesheer die het globaal medisch dossier van de patiënt beheert, op de kennisgeving, gericht aan de adviserend geneesheer getuigt van aanhoudende chronische pijn. § 2. Bovenvernoemde machtiging heeft een geldigheidsduur van maximaal een jaar.

De machtiging kan verlengd worden voor nieuwe periodes van maximum een jaar op basis van het model van de machtiging als bijlage 2 behoorlijk ingevuld door de behandelende arts of de geneesheer die het globaal medisch dossier beheert van de chronische pijnpatiënt en teruggestuurd aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling. § 3. De in § 1 bedoelde kennisgeving van de behandelende geneesheer of de geneesheer die het globaal medisch dossier van de patiënt beheert wordt opgemaakt overeenkomstig het model als bijlage 4.

Art. 4.De tegemoetkoming bedoeld in artikel 1, bestaat uit 20 % van de prijs van het analgeticum, dat voorkomt op de lijst als bijlage 1 bij dit besluit.

Met prijs wordt bedoeld de verkoopprijs aan publiek die overeenkomstig de bepalingen van het ministerieel besluit van 29 december 1989 betreffende de prijzen van de niet-terugbetaalbare geneesmiddelen, van het ministerieel besluit van 20 april 1993 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen, van het ministerieel besluit van 2 april 1996 tot vaststelling van de maximumverkoopprijzen en de maximummarges voor de verdeling in het groot en de terhandstelling van de niet-terugbetaalbare geneesmiddelen voor menselijk gebruik waarvan geen enkele vorm aan een medisch voorschrift is onderworpen of van het ministerieel besluit van 5 mei 2006 tot vaststelling van de maximumverkoopprijzen en de maximummarges voor de verdeling in het groot en de terhandstelling van de geneesmiddelen voor menselijk gebruik geregistreerd als generieken of op basis van de gepubliceerde wetenschappelijke literatuur, is vastgesteld door of gemeld aan de Minister die de Economische zaken onder zijn bevoegdheid heeft, in voorkomend geval te vermeerderen met de prijsverhoging die door deze Minister is toegestaan, of, bij ontstentenis daarvan, de bevestiging van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie om de gevraagde prijsverhoging toe te passen.

Art. 5.§ 1. Op de lijst van de analgetica die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd, staan naast de benaming van de analgetica, de verpakkingsvorm, de galenische vorm, de prijs zoals bedoeld in artikel 4, de prijs per defined daily dose (DDD) en het persoonlijk aandeel voor de chronisch pijnpatient. § 2. Teneinde te worden opgenomen op de lijst, mag de prijs per defined daily dose 1,20 EUR niet overschrijden. § 3. De houder van de vergunning voor het in de handel brengen van een analgeticum die meent dat, op grond van samenstelling en prijs, zoals bepaald in dit koninklijk besluit, het analgeticum in aanmerking komt voor opname op de lijst, richt hiertoe een aangetekend schrijven aan de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeit.

Wijzigingen aan de prijs van het op de lijst opgenomen analgeticum dienen onverwijld aan deze Dienst te worden meegedeeld. § 4. Bovenvermelde lijst kan om de zes maanden worden aangepast om rekening te houden met de opname van nieuwe analgetica, prijswijzigingen en schrapping van de analgetica. Maandelijks kan het Instituut een lijst publiceren via het netwerk internet op het adres http://www.riziv.fgov.be, in afwachting van de zesmaandelijkse aanpassing van de lijst die volgt als bijlage 1. HOOFDSTUK II. - Maximumfactuur

Art. 6.In artikel 37sexies van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij de wet van 5 juni 2002 en gewijzigd bij de wetten van 22 augustus 2002, 24 december 2002 en 27 december 2005 en de koninklijke besluiten van 3 maart 2003 en 2 februari 2004, wordt tussen het vijfde en het zesde lid, het volgende lid ingevoegd : « Als persoonlijk aandeel wordt eveneens beschouwd het gedeelte van de kostprijs van het analgeticum, dat overeenkomstig het artikel 4 van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van het artikel 37,§ 16bis, eerste lid, 3°, en vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de analgetica betreft, ten laste van de rechthebbende is. » HOOFDSTUK III. - Registratie door de afleverende apotheker

Art. 7.De in dit besluit bedoelde chronische pijnpatiënten hebben recht op de tegemoetkoming op voorlegging van hun SIS-kaart of een daarmee gelijkgesteld attest, van een geneesmiddelenvoorschrift voor een product opgenomen op de lijst die als bijlage 1 gevoegd is bij dit besluit, en van de desbetreffende machtiging van de adviserend geneesheer.

Alle tariferingsverrichtingen en alle betalingen van de verzekeringsinstellingen worden verplicht gedaan via door de minister erkende tariferingsdiensten, overeenkomstig de bepalingen van het artikel 165. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 8.Het Comité voor advies inzake zorgverlening ten aanzien van de chronische ziekten en specifieke aandoeningen, ingesteld bij de Wetenschappelijke Raad van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, is belast met de evaluatie, binnen een periode van 18 maanden na de inwerkingtreding van de in dit besluit voorziene maatregelen.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007.

Art. 10.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 1 Lijst van analgetica Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 3 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 2 Machtiging in het kader van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van het artikel 37,§ 16bis, eerste lid, 3°, en vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de analgetica betreft Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 3 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 3 Lijst van aandoeningen Type van chronische aandoeningen die chronische pijn kunnen veroorzaken Kankerpijn;

Chronische artritis/artrosepijn;

Neurogene of neuropatische pijn van centrale of perifere oorsprong (inbegrepen multiple sclerose);

Perifere vasculaire pijn;

Postchirurgische pijn (inbegrepen fantoompijn);

Fibromyalgie.

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 3 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 4 Kennisgeving van chronische pijn Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 3 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^