Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 mei 1999
gepubliceerd op 01 juni 1999

Koninklijk besluit houdende oprichting van de graad van operationeel brigadier bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000396
pub.
01/06/1999
prom.
03/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/03/1999000396/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 MEI 1999. - Koninklijk besluit houdende oprichting van de graad van operationeel brigadier bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 1999;

Gelet op het advies van de directieraad van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, gegeven op 10 december 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 26 maart 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 26 maart 1999;

Gelet op het protocol nr. 88/1 van 26 april 1999 van het Sectorcomité I - Algemeen Bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de uitvoering van dit besluit, dat op 1 juli 1999 in werking treedt, zo vlug mogelijk dient aangevat te worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Staatssecretaris voor de Veiligheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt de volgende graad opgericht : Administratief personeel : in rang 32 : operationeel brigadier

Art. 2.In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, wordt onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen. Afdeling A. Administratief personeel" en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen. Afdeling A. Administratief personeel", de volgende graad ingevoegd :

in rang 32 : operationeel brigadier (Binnenlandse Zaken)

Art. 3.In afwijking van artikel 53 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, wordt de graad van operationeel brigadier door verhoging in graad verleend aan de operationele agenten van de Algemene Directie van Civiele Bescherming die ten minste 9 jaar graadanciënniteit tellen en die houder van het brevet I zijn.

Art. 4.§ 1. De operationele agenten van de Algemene Directie van Civiele Bescherming die, op 30 juni 1999, in de weddeschalen 30H en 30I waren bezoldigd, worden ambtshalve benoemd tot de graad van operationeel brigadier. § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van operationeel brigadier worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in de graad van operationeel agent en bezoldigd in de weddeschalen 30H en 30I geacht verricht te zijn in de graad van rang 32. § 3. De door de ambtenaren bedoeld in § 1 verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de graad van operationeel brigadier.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1999.

Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor de Veiligheid worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor de Veiligheid, J. PEETERS De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY

^