Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 mei 1999
gepubliceerd op 16 juli 1999

Koninklijk besluit tot wijziging en opheffing van diverse koninklijke besluiten met betrekking tot de gedeeltelijke overheveling van het korps van de zeevaartpolitie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur naar de federale politie

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1999014145
pub.
16/07/1999
prom.
03/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/03/1999014145/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging en opheffing van diverse koninklijke besluiten met betrekking tot de gedeeltelijke overheveling van het korps van de zeevaartpolitie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur naar de federale politie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 17 november 1998 houdende integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de rijkswacht;

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Gelet op de wet van 3 mei 1999 tot regeling van de bevoegdheidsverdeling ingevolge de integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de federale politie;

Gelet op : 1° het koninklijk besluit van 5 september 1892 nopens het gedrag van vreemde vissersschepen in Belgische territoriale wateren;2° het koninklijk besluit van 1 mei 1894 betreffende de vergunning noodig om aan de visschers in de Noordzee proviand en andere tot hun gebruik dienende voorwerpen, met uitzondering van sterke dranken, te verkoopen;3° het koninklijk besluit van 25 februari 1924 houdende reglement op het vervoer van landverhuizers;4° het koninklijk besluit van 10 september 1929 houdende inrichtingsreglement van de zeevaartpolitie;5° het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende reglement betreffende de politie en de scheepvaart der bevaarbare waterwegen onder beheer van den Staat;6° het koninklijk besluit van 12 december 1957 betreffende de levensmiddelen aan boord van Belgische koopvaardijschepen en vissersvaartuigen;7° het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen;8° het koninklijk besluit van 23 juli 1959 waarbij het Regeringscommissariaat voor de Landverhuizing wordt overgebracht naar het Ministerie van Verkeerswezen en waarbij het koninklijk besluit van 25 februari 1924 houdende reglement op het vervoer van landverhuizers wordt gewijzigd;9° het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen;10° het koninklijk besluit van 14 maart 1963 houdende inrichting van de Algemene Dienst van de rijkswacht;11° het koninklijk besluit van 18 augustus 1964 tot vaststelling van de voorwaarden onder welke kinderen van minder dan vijftien jaar arbeid aan boord van vissersvaartuigen mogen verrichten;12° het koninklijk besluit van 29 oktober 1964 betreffende de gezondheidspolitie van het internationaal verkeer;13° het koninklijk besluit van 9 april 1965 betreffende de Pool van de zeelieden ter koopvaardij;14° het koninklijk besluit van 3 december 1968 houdende omwerking van het statuut van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart;15° het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdend zeevaartinspectiereglement;16° het koninklijk besluit van 9 februari 1976 houdende algemeen reglement op de giftige afval;17° het koninklijk besluit van 15 april 1977 ter uitvoering van de wet betreffende de uitoefening van de visserij op de Noord-Atlantische Oceaan;18° het koninklijk besluit van 4 augustus 1981 houdende politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust;19° het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen;20° het koninklijk besluit van 10 augustus 1987 tot vaststelling van de hoegrootheid en van de wijze van betaling van het bedrag dat de vervoerders ingevolge artikel 74/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen in consignatie dienen te geven;21° het koninklijk besluit van 30 juli 1987 houdende uitvoering van de dienstplichtwetten, gecoördineerd op 30 april 1962;22° het koninklijk besluit van 12 augustus 1991 betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht;23° het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende politiereglement van de Beneden-Zeeschelde;24° het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende scheepvaartreglement voor de Beneden-Zeeschelde;25° het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende scheepvaartreglement voor het kanaal van Gent naar Terneuzen;26° het koninklijk besluit van 9 november 1992 houdende herstructurering van de School voor Criminologie en Criminalistiek wegens de integratie ervan in het Nationaal Instituut voor Criminalistiek;27° het koninklijk besluit van 8 maart 1993 tot regeling van de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie;28° het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende aanduiding van de kantoren van de zeevaartpolitie en de rijkswacht, die voor het reizigersverkeer opengesteld worden en die gemachtigd worden om bij de afgifte van de visa aan de grenzen van het Rijk, de kanselarijrechten te innen;29° het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de registratie van zeeschepen en het in werking treden van de wet van 21 december 1990 betreffende de registratie van zeeschepen;30° het koninklijk besluit van 12 juni 1996 betreffende de brevetten, getuigschriften en dienstbewijzen die vereist zijn voor de zeevisserijvaart;31° het koninklijk besluit van 4 september 1996 houdende oprichting van een commissie voor de veiligheid van Euro 2000; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de wet houdende integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de rijkswacht op 17 november 1998 werd goedgekeurd (Belgisch Staatsblad van 11 december 1998); dat deze wet voorziet dat de rijkswacht belast is met de uitoefening van de opdrachten inzake politie der zeevaart en politie der scheepvaart; dat de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in artikel 253 bepaalt dat de algemene politieopdrachten van de zeevaartpolitie worden uitgeoefend door de federale politie; dat de wet van 3 mei 1999 tot regeling van de bevoegdheidsverdeling ingevolge de integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de federale politie in artikel 38 de Koning belast met het wijzigen en opheffen van bestaande koninklijke besluiten met betrekking tot de zeevaartpolitie om deze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de wet; dat bijgevolg een aantal koninklijke besluiten waarbij politionele taken worden toegewezen aan de waterschouten en hun agenten dringend moeten worden aangepast om deze in overeenstemming te brengen met deze wetten;

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Landsverdediging, van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister van Volksgezondheid, van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, van Onze Minister van Sociale Zaken, van Onze Minister van Landbouw, van Onze Minister van Vervoer, van Onze Minister van Ambtenarenzaken, van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Financiën en van Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « de ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole »: die categorie ambtenaren van het Bestuur van de Maritieme Zaken en van de Scheepvaart die belast zijn met de uitvoering van en de controle op de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de scheepvaart;2° « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie » : een personeelslid van de rijkswacht bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier procureur des konings en van officier van bestuurlijke politie hiertoe aangewezen door de commandant van de rijkswacht.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 5 september 1892 nopens het gedrag van vreemde vissersschepen in Belgische territoriale wateren wordt opgeheven.

Art. 3.Het koninklijk besluit van 1 mei 1894 betreffende de vergunning noodig om aan de visschers in de Noordzee proviand en andere tot hun gebruik dienende voorwerpen, met uitzondering van sterke dranken te verkoopen wordt opgeheven.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 25 februari 1924 houdende reglement op het vervoer van landverhuizers wordt opgeheven.

Art. 5.Het koninklijk besluit van 10 september 1929 houdende inrichtingsreglement van de zeevaartpolitie wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 101 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende reglement betreffende de politie en de scheepvaart der bevaarbare waterwegen onder het beheer van de Staat, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 september 1978 worden de woorden « de ambtenaars van de zeepolitie » vervangen door de woorden « de ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole ».

Art. 7.§ 1. In artikel 9 van het koninklijk besluit van 12 december 1957 betreffende de levensmiddelen aan boord van Belgische koopvaardijschepen en vissersvaartuigen worden de woorden « de ambtenaars van de zeevaartinspectiedienst » vervangen door de woorden « de ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole ». § 2. Artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 10.De ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole daartoe bijzonder aangeduid in de hoedanigheid van inspecteurs der levensmiddelen, en de Belgische consuls in de vreemde havens, worden belast met het toezicht op de voorraden levensmiddelen en drinkwater, alsmede op de toepassing van artikel 6. Dit toezicht betreft zowel de hoedanigheid en de verscheidenheid als de hoeveelheden van de levensmiddelen en drinkwater nodig om de ontworpen reis te volbrengen.

De inspecteurs der levensmiddelen en de consuls handelen uit eigen beweging of op aanklacht van een of meer leden van de bemanning.

Aan boord doen zij de schouwingen welke zij nodig achten voor het volbrengen van hun toezicht.

De consul brengt de inspecteur der levensmiddelen van de thuishaven van het schip of van het vissersvaartuig op de hoogte van elke inspectie die hij doet. » § 3. In de artikelen 12, 13 en 14 eerste lid van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de waterschout » geschrapt. § 4. Artikel 14, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Over hun beslissingen en verrichtingen maken zij een proces-verbaal op dat zij door de kapitein doen ondertekenen.

De consul vermeldt zijn optreden in het scheepsdagboek en zendt een afschrift van zijn proces-verbaal aan de inspecteur der levensmiddelen van de thuishaven van het schip. » § 5. In artikel 15 en in artikel 16, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de waterschout » geschrapt. § 6. In artikel 16, derde lid, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « met het zegel van het waterschoutsambt » vervangen door de woorden « met het zegel van de dienst van de scheepvaartcontrole ». § 7. Artikel 17 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling: «

Art. 17.De genomen stalen worden door de inspecteur der levensmiddelen van een volgnummer voorzien en met de meeste spoed voor ontleding naar het dichtstbijgelegen erkend laboratorium gebracht.

De ontleding en de daarop betrekking hebbende formaliteiten geschieden volgens de in voege zijnde reglementen.

De uitslag van de ontleding wordt gezonden aan de inspecteur der levensmiddelen die de stalen heeft genomen en door hem aan de belanghebbende kapitein of reder medegedeeld. » § 8. In artikel 18 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « Aan de waterschout van de haven van Antwerpen » vervangen door de woorden « Aan de inspecteur der levensmiddelen van de thuishaven van het schip ». § 9. In artikel 20 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « van de waterschout » geschrapt. § 10. In artikel 21 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « De waterschout, » geschrapt.

Art. 8.In artikel 291 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen worden de woorden « van de zeepolitie » vervangen door de woorden « van de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ».

Art. 9.Het koninklijk besluit van 23 juli 1959 waarbij het Regeringscommissariaat voor de Landverhuizers wordt overgebracht naar het Ministerie van Verkeerswezen en waarbij het koninklijk besluit van 25 februari 1924 houdende reglement op het vervoer van landverhuizers wordt gewijzigd wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 78, 7°, van het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen worden de woorden « de waterschouten en hun agenten, de ambtenaren en inspecteurs van de diensten voor Zeevaartinspectie » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ».

Art. 11.In artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 18 augustus 1964 tot vaststelling van de voorwaarden onder welke kinderen van minder dan vijftien jaar arbeid aan boord van vissersvaartuigen mogen verrichten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 december 1973 worden de woorden « De districtshoofden van de zeevaartinspectie en de waterschouten » vervangen door de woorden « de daartoe aangeduide ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole. »

Art. 12.§ 1. In artikel 17 van het koninklijk besluit van 29 oktober 1964 betreffende de gezondheidspolitie van het internationaal verkeer worden de woorden « de zeevaart- of plaatselijke politie » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie of de plaatselijke politie ». § 2. In artikel 18 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de maritieme of plaatselijke overheden » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie of plaatselijke overheden ».

Art. 13.§ 1. In artikel 51, 2°, van het koninklijk besluit van 9 april 1965 betreffende de Pool der zeelieden ter koopvaardij worden de woorden « door de waterschoutsambten der havens van Oostende, Gent, Zeebrugge en Nieuwpoort » vervangen door de woorden « door de daartoe aangeduide ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole. » § 2. In artikel 53 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « op de door het waterschoutsambt ingerichte controle » vervangen door de woorden « op de diensten van de scheepvaartcontrole ». § 3. In de artikelen 55, § 3, en 56 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de waterschoutsambten » vervangen door de woorden « de diensten belast met de scheepvaartcontrole ». § 4. In de artikelen 60 en 61 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de aangestelde van het waterschoutsambt » vervangen door de woorden « de daartoe aangeduide ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole ». § 5. In artikel 62 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « bij het waterschoutsambt » vervangen door de woorden « bij de diensten belast met de scheepvaartcontrole ». § 6. In de artikelen 63 en 65, 3°, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de waterschoutsambten » vervangen door de woorden « de diensten belast met de scheepvaartcontrole ».

Art. 14.Artikel 12, 2e lid, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 3 december 1968 houdende omwerking van het statuut van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart wordt vervangen door de volgende bepaling : « Worden belast met het opsporen en vaststellen van deze overtredingen : - de met de politie te water belaste overheid van de federale politie; - de ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole ».

Art. 15.Artikel 163 van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement wordt opgeheven.

Art. 16.In artikel 28, 7°, van het koninklijk besluit van 9 februari 1976 houdende algemeen reglement op de giftige afval worden de woorden « de waterschouten en de agenten van de zeevaartpolitie » vervangen door de woorden « de ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole ».

Art. 17.In de artikelen 3, 4, 9 en 11 van het koninklijk besluit van 15 april 1977 ter uitvoering van de wet betreffende de uitoefening van de visserij op de Noord-Atlantische Oceaan worden de woorden « de waterschouten » en « de hoofdwaterschout van de kust » vervangen door de woorden « de daartoe aangeduide ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole ».

Art. 18.§ 1. In artikel 29 § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 4 augustus 1981 houdende politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust worden de woorden « ambtenaar van de zeevaartpolitie » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 2. Artikel 45, § 1, 2°, van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « 2° a) de ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole; b) de met de politie te water belaste overheid van de federale politie;c) de ambtenaren van het loodswezen.»

Art. 19.Artikel 98, 1, van het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1. De kapitein is verplicht om over alle voorvallen overkomen aan de passagiers, het schip of de onderdelen ervan verslag uit te brengen bij de met de politie te water belaste overheid van de federale politie. Ter staving van de aangehaalde feiten dienen de logboeken of uittreksels ervan onmiddellijk te worden overgelegd. Een afschrift van het verslag wordt onverwijld overgemaakt aan de dienst belast met de scheepvaartcontrole. »

Art. 20.§ 1. Artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit van 30 juli 1987 houdende uitvoering van de dienstplichtwetten, gecoördineerd op 30 april 1962 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 12.§ 1. De aanvragen van de dienstplichtige zeelieden moeten door de daartoe aangeduide ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole worden ingediend of door hun bemiddeling. Deze zullen ze, eventueel voorzien van hun advies overmaken in de vorm, binnen de termijnen en bij de overheden door dit besluit bepaald. » § 2. In artikel 16, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de waterschout of door diens bemiddeling » vervangen door de woorden « de daartoe aangeduide ambtenaren van de scheepvaartcontrole of door hun bemiddeling ».

Art. 21.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1987 tot vaststelling van de hoegrootheid en van de wijze van betaling van het bedrag dat de vervoerders ingevolge art. 74/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen in consignatie dienen te geven worden de woorden « van de zeevaartpolitie » geschrapt.

Art. 22.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1991 betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 oktober 1993, worden de woorden « de waterschouten en agenten van de zeevaartpolitie » geschrapt.

Art. 23.§ 1. In artikel 3, § 3, van het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende politiereglement van de Beneden-Zeeschelde worden de woorden « de Antwerpse waterschout » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 2. In artikel 7, § 10, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de Antwerpse waterschout » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 3. In artikel 17, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « De Antwerpse waterschout » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie of de plaatselijke daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole ». § 4. In artikel 18, § 1, 1°, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de Antwerpse waterschout » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 5. In de artikelen 19, § 3, 20 en 21, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de Antwerpse waterschout » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 6. In artikel 32, laatste lid, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de ambtenaren of agenten van het waterschoutsambt » vervangen door de woorden « de plaatselijke daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole ». § 7. In artikel 36, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de Antwerpse waterschout » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 8. In artikel 36, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de ambtenaren of agenten van het waterschoutsambt » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 9. In artikel 37, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « het waterschoutsambt te Antwerpen » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 10. In artikel 37, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « De Antwerpse waterschout » en « het waterschoutsambt » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 11. Artikel 43 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art. 43, § 1. Zien er op toe dat dit reglement wordt nageleefd : 1° de met de politie te water belaste overheid van de federale politie;2° de daartoe aangeduide ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole. § 2. De havenkapitein van Antwerpen moet toezien dat artikel 9, § 4 wordt nageleefd. »

Art. 24.§ 1. Artikel 2, § 2, n), van het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende scheepvaartreglement voor de Beneden-Zeeschelde, wordt geschrapt. § 2. In artikel 9, § 7, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de Antwerpse waterschout » vervangen door de woorden « de plaatselijke daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole ». § 3. In artikel 44, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de Antwerpse waterschout » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 4. In artikel 46, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de Antwerpse waterschout » vervangen door de woorden « de plaatselijke daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole ». § 5. In artikel 47, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de Antwerpse waterschout » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 6. Art. 49, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 49.§ 1. Zien toe dat dit reglement wordt nageleefd : - de met de politie te water belaste overheid van de federale politie; - de daartoe aangeduide ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole. »

Art. 25.§ 1. Artikel 2, § 2, d, van het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen, wordt geschrapt. § 2. In artikel 9, § 7, c, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de bevoegde overheid » vervangen door de woorden « de daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole of de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 3. In artikel 40 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de zeevaartinspectie » vervangen door de woorden « de daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole ». § 4. In artikel 42, § 4, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « De bevoegde overheid » vervangen door de woorden « De daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole ». § 5. In artikel 43, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de Gentse waterschout » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 6. In artikel 43ter, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 9 februari 1996, worden de woorden « de bevoegde overheid » vervangen door de woorden « de daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole ». § 7. In artikel 47 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de bevoegde overheid » vervangen door de woorden « de daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole ». § 8. In artikel 49 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de bevoegde overheid » vervangen door de woorden « de daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole ». § 9. In artikel 52, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « De bevoegde overheid » vervangen door de woorden « De met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 10. In artikel 54, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de waterschout en de ambtenaren van de zeevaartpolitie » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie en de daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole ». § 11. In artikel 54, § 4, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « De Gentse waterschout » vervangen door de woorden « De met de politie te water belaste overheid van de federale politie ».

Art. 26.In artikel 2, 3°, van het koninklijk besluit van 9 november 1992 houdende herstructurering van de School voor Criminologie en Criminalistiek wegens de integratie ervan in het Nationaal Instituut voor Criminalistiek worden de woorden « de zeevaartpolitie » vervangen door de woorden « de ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole ».

Art. 27.In artikel 10, § 1, van het koninklijk besluit van 8 maart 1993 tot regeling van de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie worden de woorden « de waterschout » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ».

Art. 28.§ 1. In de titel van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende aanduiding van de kantoren van de zeevaartpolitie en de rijkswacht, die voor het reizigersverkeer opengesteld worden en die gemachtigd worden om bij de afgifte van visa aan de grenzen van het Rijk, de kanselarijrechten te innen worden de woorden « de zeevaartpolitie en » geschrapt. § 2. In artikel 1 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de agenten van de zeevaartpolitie » vervangen door de woorden « de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ».

Art. 29.§ 1. In artikel 41 van het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de registratie van zeeschepen en het in werking treden van de wet van 21 december 1990 betreffende de registratie van de zeeschepen worden de woorden « het hoofdwaterschoutsambt » vervangen door de woorden « de dienst belast met de scheepvaartcontrole ». § 2. In artikel 42 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « het hoofdwaterschoutsambt dat bevoegd is voor de thuishaven van het schip » vervangen door de woorden « de dienst belast met de scheepvaartcontrole ». § 3. In artikel 43 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « het hoofdwaterschoutsambt » vervangen door de woorden « de dienst belast met de scheepvaartcontrole ». § 4. In artikel 52 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de gemachtigde ambtenaar, aan zijn gemachtigden die van hun hoedanigheid laten blijken en aan de waterschout » vervangen door de woorden « de ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole en aan de met de politie te water belaste overheid van de federale politie ». § 5. In artikel 53, § 3 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de waterschout worden voorgelegd op zijn verzoek » vervangen door de woorden « de ambtenaren belast met de scheepvaartcontrole en de met de politie te water belaste overheid van de federale politie op hun verzoek ».

Art. 30.§ 1. In artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 12 juni 1996 betreffende de brevetten, certificaten, getuigschriften en dienstbewijzen die vereist zijn voor de zeevisserijvaart worden de woorden « districtshoofd : het districtshoofd van de dienst van de zeevaartinspectie van het Bestuur, district der kust; » vervangen door de woorden « districtshoofd : de daartoe aangeduide ambtenaar belast met de scheepvaartcontrole; ». § 2. In hetzelfde artikel 1, 4°, worden de woorden « dienst van het Hoofdwaterschoutsambt der Kust » vervangen door de woorden « de dienst belast met de scheepvaartcontrole ». § 3. In artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de Zeevaartinspectie », « de dienst der Zeevaartinspectie, district kust » en « de diensten van het Hoofdwaterschoutsambt der Kust » vervangen door de woorden « de dienst belast met de scheepvaartcontrole ». § 4. In de artikelen 5, § 6 en § 8, 7, § 10 tot en met 16, en 8, § 6, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « dienst van het Hoofdwaterschoutsambt der Kust » vervangen door de woorden « dienst belast met de scheepvaartcontrole ». § 5. In artikel 10, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « dienst van de Zeevaartinspectie, district Kust » vervangen door de woorden « de dienst belast met de scheepvaartcontrole ». § 6. In artikel 10, § 4, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de dienst van het Hoofdwaterschoutsambt der Kust » vervangen door de woorden « de dienst belast met de scheepvaartcontrole ». § 7. Artikel 10, § 5, van hetzelfde koninklijk besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : « § 5. Het secretariaat van de dienstbewijzen wordt waargenomen door de dienst belast met de scheepvaartcontrole. Na inschrijving in een register wordt het dienstbewijs aan belanghebbende overhandigd. »

Art. 31.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 september 1996 houdende oprichting van een commissie voor de veiligheid van Euro 2000 wordt het woord « zeevaartpolitie » geschrapt.

Art. 32.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1999.

Art. 33.Onze Minister van Economische Zaken, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Landsverdediging, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Landbouw, Onze Minister van Vervoer, Onze Minister van Ambtenarenzaken, Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, zijn ieder wat hem betreft belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economische Zaken, E. DI RUPO De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERIJCKE De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Landbouw, K. PINXTEN De Minister van Vervoer, M. DAERDEN De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT De Minister van Justitie, T. VAN PARIJS De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

^