Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 mei 2003
gepubliceerd op 20 juni 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag van de aanvullende sociale toelage

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012219
pub.
20/06/2003
prom.
03/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/03/2003012219/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 MEI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag van de aanvullende sociale toelage (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag van de aanvullende sociale toelage.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001 Vaststelling van het bedrag van de aanvullende sociale toelage (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2001 onder het nummer 59099/CO/109)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.

Art. 2.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", gecoördineerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979 gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, wordt het bedrag van de aanvullende sociale toelage, die elk jaar aan de rechthebbenden moet worden toegekend, vastgesteld op : 37,18 EUR (1 500 BEF) voor de rechthebbenden, vermeld in artikel 6.6 en 6.7 van genoemde statuten; 116,51 EUR (4 700 BEF) voor de overige rechthebbenden.

Aan dezelfde rechthebbenden, met uitzondering van de arbeid(st)ers bedoeld in artikel 6.2, 6.6 en 6.7 van voormelde statuten, wordt gelijktijdig een aanvullende werkloosheidsvergoeding toegekend, wanneer zij, in toepassing van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), ten minste tien dagen werkloos werden gesteld binnen de referentieperiode bepaald bij artikel 6.2 van voormelde statuten.

Deze aanvullende werkloosheidsvergoeding is per betrokken arbeider vastgesteld op 61,97 EUR (2 500 BEF).

De bedragen bedoeld in dit artikel kunnen van jaar tot jaar in het paritair comité herzien worden mits inachtneming van artikel 7, a), van de statuten.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999 gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf tot vaststelling van het bedrag van de aanvullende sociale toelage.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^