Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 mei 2003
gepubliceerd op 26 mei 2003

Koninklijk besluit betreffende de ontbinding van de Belgische Federale Voorlichtingsdienst en de overdracht van de goederen, rechten en verplichtingen aan de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2003021141
pub.
26/05/2003
prom.
03/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/03/2003021141/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 MEI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de ontbinding van de Belgische Federale Voorlichtingsdienst en de overdracht van de goederen, rechten en verplichtingen aan de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, inzonderheid op de artikelen 510 en 511;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 oktober 1990 tot goedkeuring van de statuten van de instelling van openbaar nut « De Belgische Federale Voorlichtingsdienst - FVD », gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 mei 1994;

Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 1 en 2 april 2003;

Gelet op het akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 april 2003;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat, met toepassing van het koninklijk besluit van 20 september 2002 tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de Belgische Federale Voorlichtingsdienst in dienst worden genomen door de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de personeelsleden van de Belgische Federale Voorlichtingsdienst op 1 april 2003 in dienst werden genomen door bovengenoemde federale overheidsdiensten; dat de Belgische Federale Voorlichtingsdienst op deze datum niet meer over personeel beschikt en evenmin over de middelen voor de financiering van de werkingskosten; dat bijgevolg op dezelfde datum de overdracht van de desbetreffende goederen, rechten en verplichtingen aan beide bovengenoemde federale overheidsdiensten moet plaatsvinden; dat tenslotte de nadere regels dienen te worden vastgelegd, zodat de overdracht van de beschikbare middelen, alsook van de rechten en verplichtingen verbonden aan de met derden afgesloten contracten voor informatie en communicatieopdrachten, zo spoedig mogelijk kan plaatsvinden;

Gelet op het advies 35.270/1 van de Raad van State, gegeven op 10 april 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van Buitenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - de FVD : de Belgische Federale Voorlichtingsdienst, instelling van openbaar nut; - de FOD Kanselarij : de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister; - de FOD Buitenlandse Zaken: de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Art. 2.De FVD wordt ontbonden op datum van 15 juli 2003.

Zijn goederen, rechten en verplichtingen worden overgedragen overeenkomstig de in dit besluit omschreven nadere regels.

Art. 3.Het meubilair en de uitrusting waarover de FVD beschikt, worden op 1 april 2003 overgedragen aan de FOD Kanselarij, uitgezonderd de drukkerij van de FVD die op dezelfde datum, met inbegrip van het meubilair, het materieel en de uitrusting ervan, wordt overgedragen aan de FOD Buitenlandse Zaken.

Art. 4.De archieven, het fotoarchief, alsook de voorraad publicaties van de FVD worden overgedragen aan en bewaard door de FOD Kanselarij.

Art. 5.De goederen worden overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden.

Art. 6.De rechten en verplichtingen van de FVD betreffende de huurovereenkomsten van 26 februari 1992 en 11 september 2000 die werden afgesloten met het oog op de huisvesting, respectievelijk, van de zetel en van het Informatiecentrum, worden op 1 april 2003 overgedragen aan de FOD Kanselarij.

Art. 7.De rechten en verplichtingen van de FVD betreffende de huurovereenkomst van 11 juni 1991 die werd afgesloten met het oog op de huisvesting van zijn drukkerij, worden op 1 april 2003 overgedragen aan de FOD Buitenlandse Zaken.

Art. 8.De rechten en verplichtingen betreffende de door de FVD met derden afgesloten contracten voor informatie- en communicatieopdrachten die nog van toepassing zijn op 31 mei 2003, worden op deze datum overgedragen aan de FOD Kanselarij.

Art. 9.De beschikbare middelen verbonden aan de rechten en verplichtingen bedoeld in artikel 8 worden overgedragen aan het Fonds bestemd voor de financiering van informatie- en communicatieopdrachten ontwikkeld door de Algemene Directie Externe Communicatie van de FOD Kanselarij, en het saldo wordt gestort aan de Schatkist.

Art. 10.De overdrachten bedoeld in de artikelen 8 en 9, gebeuren op basis van de op 31 mei 2003 afgesloten balans.

De rekeningen van de FVD worden opgemaakt op initiatief van de FOD Kanselarij.

Ze worden voor echt verklaard door de commissaris van de rekeningen en de bedrijfsrevisor die hiervoor aangesteld zijn bij de FVD, en goedgekeurd, vóór de datum van ontbinding, door de raad van bestuur van de FVD.

Art. 11.Het koninklijk besluit van 3 oktober 1990 tot goedkeuring van de statuten van de instelling van openbaar nut « De Belgische Federale Voorlichtingsdienst - FVD », gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 mei 1994, wordt opgeheven.

Art. 12.Hebben uitwerking met ingang van 1 april 2003: 1° artikel 510 van de programmawet (I) van 24 december 2002;2° dit besluit, met uitzondering van artikel 11, dat in werking treedt op 15 juli 2003.

Art. 13.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Buitenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL

^