Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 november 2001
gepubliceerd op 19 maart 2002

Koninklijk besluit houdende een toelage aan het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid, UZL, voor het opmaken en het bijhouden, in 2001, van het Nationaal Register voor Anthropogenetica

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022049
pub.
19/03/2002
prom.
03/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/03/2002022049/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende een toelage aan het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid, UZL, voor het opmaken en het bijhouden, in 2001, van het Nationaal Register voor Anthropogenetica


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, inzonderheid op begroting 26, afdeling 60, artikel 11.33.34.71;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, samengeordend op 17 juli 1991, inzonderheid de artikelen 55 tot 58;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid artikel 14, 2°;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 oktober 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een toelage van drie miljoen negenhonderdduizend (3 900 000) BEF (96.678,47 EUR) ingeschreven op artikel 11.33.34.71, afdeling 60 van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu voor het begrotingsjaar 2001, wordt toegekend aan het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid, Herestraat 49, te 3000 Leuven (BR 432-0017221-01 van het Academisch Ziekenhuis Sint-Rafaël, code 79040).

Deze subsidie is bestemd voor het opmaken en het bijhouden, in 2001, van het nationaal Register voor Anthropogenetica.

Art. 2.De vereffening van de toelage waarvan sprake in artikel 1, zal in twee gedeelten en volgens de hierna vastgestelde modaliteiten geschieden : a) 50 % van de totale subsidie ten vroegste op 16 september 2001;b) Het saldo zal na indiening van het boekhoudkundig dossier van het centrum vereffend worden.Deze moet het gunstig advies van de Inspectie van Financiën krijgen.

Art. 3.Het boekhoudkundig dossier bevat ernerzijds de rekening van inkomsten en uitgaven opgestuurd volgens de in bijlage vastgestelde voorwaarden, anderzijds de verantwoordingsstukken van deze uitgaven.

Deze stukken moeten voor volledig, echt en waar verklaard worden.

Een origineel exemplaar of een eensluidend afschrift van elk verantwoordingsstuk zal aan dit dossier toegevoegd worden. Deze laatste zullen duidelijk de ontvangers van de uitgaven vermelden.

Een chronologisch geordend overzicht van deze stukken zal hierbij gevoegd zijn.

Een verslag van het wetenschappelijk werk dat verwezenlijkt werd dank zij de toegekende subsidie waarvan sprake in artikel 1, moet gelijktijdig en afzonderlijk opgestuurd worden naar de bevoegde administratie (Dienst Geneeskundepraktijk) en het gunstig advies van de Adviseur-Generaal bekomen.

Art. 4.Het aldus opgestelde dossier zal vóór 31 oktober 2002 ingediend worden bij de bevoegde diensten (Dienst Geneeskundepraktijk) van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

Art. 5.Zullen in aanmerking komen : 1) De werkingskosten zoals vergoedingen, lonen en wedden, sociales lasten, kleine bureaukosten en kosten van dienstverlening.Zij zullen aan de volgende voorwaarden voldoen : a) Voor de berekening van de subsidies zal de weddeberekening gebaseerd zijn op de barema's die van kracht zijn bij de Rijksuniversiteiten en/of diverse collectieve overeenkomsten, aangenomen in de paritaire commissie inzake de gezondheidszorg.b) In het geval de werktijd van bepaalde personeelsleden zou verdeeld zijn tussen verschillende beroepsbezigheden, meer bepaald het onderwijs, het onderzoek, de genees-kundepraktijk, zal er slechts dat gedeelte (in tienden berekend) van hun wedden in aanmerking komen, zoals vermeld in punt a), dat overeenkomt met de aan de gesubsidieerde werkzaamheid bestede tijd, krachtens onderhavig besluit. Voor elk tewerkgesteld personeelslid wordt een loonfiche voorgelegd. 2) De investeringskosten worden niet terugbetaald behalve wanneer deze voor de uitvoering van de onderzoeks-overeenkomst verantwoord werden. De onkosten voor de terugbetaling van een lening komen niet in aanmerking.

Art. 6.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

Bijlage bij het koninklijk besluit K01-13 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

^