4 APRIL 2003. - Koninklijk besluit houdende ontslag van de regeringscommissaris en van de plaatsvervangend regeringscommissaris en benoeming van de regeringscommissarissen van de federale regering bij het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 november 1967 houdende de oprichting van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 3 februari 1995, inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij de wet van 7 juli 2002;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 4 van 18 april 1967, het koninklijk besluit nr. 88 van 11 november 1967 en het koninklijk besluit nr. 431 van 5 augustus 1986;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 maart 1996 tot benoeming van de regeringscommissaris en van de plaatsvervangend regeringscommissaris die de Minister van Landbouw vertegenwoordigen bij het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, het koninklijk besluit van 6 maart 2001, tot benoeming van een plaatsvervangend regeringscommissaris bij het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Eervol ontslag uit zijn functies van regeringscommissaris bij het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau wordt verleend aan de heer Xavier DE CUYPER.

Art. 2.Eervol ontslag uit zijn functies van plaatsvervangend regeringscommissaris bij het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau wordt verleend aan de heer Alfons GEERTS.

Art. 3.Wordt benoemd in hoedanigheid van regeringscommissaris van de federale regering bij het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, Mevr. Séverine WATERBLEY.

Art. 4.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE