Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 april 2014
gepubliceerd op 04 juni 2014

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2014011352
pub.
04/06/2014
prom.
04/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/04/2014011352/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002011314 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 7, § 1, gewijzigd bij de wetten van 20 maart 2003, 22 december 2008, 29 maart 2012, 27 december 2012, 28 juni 2013 en 26 december 2013;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002011314 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen;

Gelet op het voorstel van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 7 februari 2014 en van 13 maart 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 februari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 13 februari 2014;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse gegeven op 20 februari 2014;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op advies 55.403/3 van de Raad van State, gegeven op 19 maart 2014 in toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijkheid van Kansen en de Staatssecretaris voor Energie en het advies van onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002011314 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 31 oktober 2008 en 17 augustus 2013 worden de volgende punten 10°, 11° en 12° ingevoegd : "10° "LCOE" : het geheel van de jaarlijkse kosten, berekend over een termijn van twintig jaar en gestandaardiseerd op basis van een algemeen geldend technologisch referentiekader, die zijn vereist om 1 MWh elektriciteit te produceren en die onder meer de investeringskosten en de kosten van exploitatie en onderhoud omvatten alsook de financieringskosten, berekend met actualisering van de financiële stromen en rekening houdend met een winst op investeringen in hoofde van de investeerders dewelke een rendabiliteit van de geïnvesteerde kapitalen ten belope van 12 % nastreeft; 11° "elektriciteitsreferentieprijs" : gemiddelde in EUR/MWh van de dagnoteringen in het jaar Y-1 van de toekomstige contracten "calendar Y", zoals gepubliceerd door APX Holding B.V., geregistreerd onder het Nederlands register van de Kamer van koophandel onder nummer 34153887, met zetel te Hoogoorddreef 7, Amsterdam 1101 BA, onder de titel "Endex" en de ondertitel "Endex Cal+1"; 12° "onevenwichtstarief van toepassing op een positief onevenwicht" : tarief gepubliceerd op de website van de netbeheerder, van toepassing op de toegangsverantwoordelijke ter vergoeding van de aankoop door de netbeheerder van de evenwichtsverantwoordelijke van de overtollige energie die werd geïnjecteerd door de evenwichtsverantwoordelijke.".

Art. 2.In artikel 7, § 2, 1e lid van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de eerste zin worden de woorden ", gemeten vóór eventuele transformatie" geschrapt; 2° de tweede zin wordt vervangen door de volgende zin : "De netto geproduceerde elektriciteit is de geproduceerde elektriciteit, vóór eventuele transformatie verminderd met de elektriciteit nodig voor de functionele installaties van de productie-installatie."

Art. 3.Artikel 13, § 1, 2e lid van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : "- de minimumprijs voor de aankoop van groenestroomcertificaten, berekend conform artikel 14, §§ 1 tot 1quinquies."

Art. 4.In artikel 14, § 1, 2e lid van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 31 oktober 2008 en 21 december 2012 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 1° wordt vervangen als volgt : "1° voor offshore windenergie geproduceerd door installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close ten laatste op 1 mei 2014 heeft plaatsgevonden : a) 107 euro/MWh voor de productie van elektriciteit opgewekt met de eerste 216 MW geïnstalleerde capaciteit; b) 90 euro/MWh voor de productie van elektriciteit die voortvloeit uit een geïnstalleerde capaciteit boven de eerste 216 MW;" 2° er wordt een 1° bis ingevoegd, luidende als volgt : "1° bis voor offshore windenergie geproduceerd door installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close na 1 mei 2014 plaatsvindt, een minimumprijs vastgelegd aan de hand van de volgende formule : Minimumprijs = LCOE - [elektriciteitsreferentieprijs - correctiefactor] waarin : - de LCOE gelijk is aan 138 euro/MWh; - de correctiefactor is gelijk aan 10 % van de elektriciteitsreferentieprijs;

Art. 5.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, luidende als volgt : " § 1bis. Voor de in § 1, tweede lid, 1° bis bedoelde installaties, waarvan de financial close plaatsvindt na 30 juni 2017 en voor 1 januari 2021, kan de Koning, na advies van de commissie en bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de LCOE wijzigen als wordt aangetoond dat er wijzigingen zijn geweest in de bestanddelen van de LCOE. Het besluit tot wijziging van de LCOE geldt voor een termijn van minstens drie jaar, die minstens een kalenderjaar na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad aanvangt.

Voor de in § 1, tweede lid, 1° bis bedoelde installaties, waarvan de financial close plaatsvindt na 31 december 2020 en voor 1 januari 2024, kan de Koning, na advies van de commissie en bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de LCOE wijzigen als wordt aangetoond dat er wijzigingen zijn geweest in de bestanddelen van de LCOE. Het besluit tot wijziging van de LCOE geldt voor een termijn van minstens drie jaar, die minstens een kalenderjaar na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad aanvangt.

Voor de in § 1, tweede lid, 1° bis bedoelde installaties, waarvan de financial close plaatsvindt na 31 december 2023 en voor 1 januari 2027, kan de Koning, na advies van de commissie en bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de LCOE wijzigen als wordt aangetoond dat er wijzigingen zijn geweest in de bestanddelen van de LCOE. Het besluit tot wijziging van de LCOE geldt voor een termijn van minstens drie jaar, die minstens een kalenderjaar na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad aanvangt."

Art. 6.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 1ter ingevoegd, luidende als volgt : " § 1ter. De waarden van de elementen die in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de minimumprijs vastgelegd conform § 1, tweede lid, 1° bis, worden voor elke domeinconcessie door de commissie gewijzigd conform de bepalingen van deze paragraaf, zonder terugwerkende kracht.

De wijziging kan betrekking hebben op : 1° het bedrag van de LCOE, in voorkomend geval verhoogd met toepassing van § 1quater, zodat deze de werkelijke exploitatiekost weerspiegelt, 2° de correctiefactor. De houder van de domeinconcessie maakt op volgende tijdstippen : 1° de eerste maal ten laatste vier maanden voor de voorziene datum van financial close;2° later, ten laatste vier maanden voor het einde van elke periode van drie jaar die ingaat op de datum van de financial close, alle informatie over aan de commissie, per drager met ontvangstbevestiging en elektronisch, met betrekking tot het geheel van werkelijke kosten en inkomsten waaronder de volgende componenten : 1° de gecontracteerde kosten voor de exploitatie van het windmolenpark;2° de gecontracteerde verkoopprijs van de door de installaties opgewekte elektriciteit. Binnen één maand na de ontvangst van de gegevens, bevestigt de commissie aan de domeinconcessiehouder de volledigheid van de gegevens of bezorgt zij hem een lijst van bijkomende inlichtingen die hij moet verstrekken.

De commissie onderzoekt binnen de 2 maanden na de bevestiging van de volledigheid van de gegevens of er een verschil is tussen : - de gecontracteerde exploitatiekosten en een referentie-exploitatiekost van 30 euro/MWh; - de gecontracteerde verkoopprijs voor elektriciteit en een gemiddelde nominale prijs gelijk aan 90 % van de elektriciteitsreferentieprijs.

Indien de commissie een verschil vaststelt past de commissie binnen de 10 werkdagen de minimumprijs, voor de aankoop van groenestroomcertificaten, vastgelegd conform § 1, tweede lid, 1° bis aan.

Art. 7.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 1quater ingevoegd, luidende als volgt : " § 1quater. Wanneer de installaties het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de in de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close plaatsvindt na 1 mei 2014, en genieten van de tenlasteneming van een deel van de kost van de onderzeese kabel overeenkomstig artikel 7, § 2, tweede lid van de wet, dan wordt het bedrag van de LCOE vastgelegd in § 1, tweede lid, 1° bis, vermeerderd met 12 euro."

Art. 8.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 1quinquies ingevoerd, luidende als volgt : « § 1erquinquies. In afwijking van § 1, tweede lid, 1bis° wordt voor de installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close na 1 mei 2014 plaatsvindt, de minimumprijs voor de aankoop van een groenestroomcertificaat vastgelegd op 0 euro wanneer de productie plaatsvindt op een ogenblik waarop het onevenwichtstarief van toepassing op een positief onevenwicht gelijk is aan of lager ligt dan -20 euro/MWh.

Dit bedrag van 0 euro is per kalenderjaar slechts van toepassing gedurende de eerste 288 kwarturen tijdens dewelke het onevenwichtstarief voor een positief onevenwicht gelijk is aan of lager ligt dan -20 euro/MWh. »

Art. 9.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 1sexies ingevoegd, luidende als volgt : " § 1sexies. De Commissie berekent iedere maand conform §§ 1 tot 1quinquies de minimumaankoopprijs voor groenestroomcertificaten die betrekking hebben op de elektriciteit die in die overeenkomstige maand is geproduceerd.

De commissie publiceert op haar website voormelde minimumaankoopprijs uiterlijk op de tiende dag van de eerstvolgende maand."

Art. 10.In artikel 14nonies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2013 pub. 27/08/2013 numac 2013011421 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1e lid worden de woorden "vierde tot en met twaalfde lid" vervangen door de woorden "vierde tot en met dertiende lid";2° in § 5, 1e lid worden de woorden "tijdens het jaar 2013" vervangen door de woorden "tijdens het jaar t" en worden de woorden "15 februari 2014" vervangen door de woorden "15 februari van het jaar t+1";3° in § 5, 2e lid worden de woorden "15 mei 2014" vervangen door de woorden "15 mei van het jaar t+1";4° in § 6, 1e lid worden de woorden "15 november 2013, 15 februari 2014 en 15 mei 2014" vervangen door de woorden "15 februari, 15 mei, 15 augustus en 15 november van elk jaar";5° in § 7, 1e lid worden de woorden "15 november 2013, 15 februari 2014 en 15 mei 2014" vervangen door de woorden "15 februari, 15 mei, 15 augustus en 15 november van elk jaar";"

Art. 11.In artikel 14duodecies, § 1, eerste zin van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2013 pub. 27/08/2013 numac 2013011421 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten worden de woorden "achtste lid" vervangen door de woorden "negende lid".

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikels 10 en 11, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2014.

Art. 13.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit Gegeven te Brussel, 4 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijkheid van Kansen, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Energie, M. WATHELET

^