Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 augustus 1997
gepubliceerd op 29 augustus 1997

Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Centrale dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap

bron
ministerie van landsverdediging
numac
1997007166
pub.
29/08/1997
prom.
04/08/1997
ELI
eli/besluit/1997/08/04/1997007166/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Centrale dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid het artikel 3, 1, 37° ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 en 39° ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de rijksambtenaren;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 1997 houdende vaststelling van de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap kunnen titularis zijn;

Gelet op het advies van de Directieraad van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 11 februari 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 11 februari 1997;

Gelet op het protocol van 30 mei 1997 waarin de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het sectorcomité XIV zijn vermeld;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.1. De ambtenaren die, op 1 januari 1994, titularis zijn van één van de geschrapte graden in de bijlage III van het koninklijk besluit van 4 augustus 1997 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap titularis kunnen zijn, en die hierna in de linkerkolom voorkomen, worden ambtshalve benoemd in één van de graden die in de rechterkolom voorkomen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. De ambtenaren die krachtens 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de anciënniteit die ze verkregen hebben in de graad waarvan zij titularis waren;3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van geschoold arbeider (rang 42) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 44, 43 en 42 geacht verricht te zijn in de graad van rang 42;4. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van arbeider (rang 40) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 41 en 40 geacht verricht te zijn in de graad van rang 40;5. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 2.1. De ambtenaren die, op 1 september 1995 titularis zijn van de geschrapte graad van niveau 2 in de bijlage IV van het koninklijk besluit van 4 augustus 1997 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap titularis kunnen zijn en die hierna in de linkerkolom voorkomen, worden ambtshalve benoemd in de graad met dezelfde benaming in niveau 2+ die in de rechterkolom voorkomt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. De ambtenaren die krachtens 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit verkregen in de graad van de rang 24.De ambtenaren die in niveau 2+ benoemd zijn, behouden in dat niveau de anciënniteit verkregen in niveau 2; 3. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 3.1. De ambtenaren die, bij de inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van één van de geschrapte graden in de bijlage V van het koninklijk besluit van 4 augustus 1997 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap titularis kunnen zijn, en die hierna in de linkerkolom voorkomen, worden ambtshalve benoemd in één van de graden die in de rechterkolom voorkomen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. De ambtenaren die krachtens 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze titularis waren;3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van adjunct-adviseur (rang 10) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 12, 11 en 10 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10;4. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van boekhouder (rang 26) worden benoemd, worden de diensten die gepresteerd zijn in de graden van rangen 22, 24 en 28 geacht verricht te zijn in de graad van rang 26;5. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het koninklijk besluit van 4 augustus 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Centrale dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap, met uitzondering van : artikel 1, dat in werking treedt op 1 januari 1994; artikel 2, dat in werking treedt op 1 september 1995.

Art. 5.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 4 augustus 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET

^