Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 januari 2000
gepubliceerd op 26 februari 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, houdende vaststelling van de bijdrage verschuldigd aan het Sociaal fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012016
pub.
26/02/2000
prom.
04/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/04/2000012016/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, houdende vaststelling van de bijdrage verschuldigd aan het Sociaal fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958, betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, houdende vaststelling van de bijdrage verschuldigd aan het Sociaal fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 Vaststelling van de bijdrage verschuldigd aan het Sociaal fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45079/CO/140.04.08.09) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en behorend tot de subsectoren voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden, voor de goederenbehandeling voor rekening van derden en voor de afhandeling op luchthavens alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° het verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer te land, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° het verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer te land, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is; § 3. Onder "subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, onafgezien het gebruikt vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, onafgezien het gebruikte vervoermiddel. § 4. Onder "subsector voor de afhandeling op luchthavens" wordt bedoeld de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en die luchthavenbijstand verlenen aan vliegtuigen die de belgische luchthavens aandoen.

Onder "luchthavenbijstand", wordt onder andere verstaan : logistieke en administratieve bijstand verlenen aan luchtvaartuigen, bemanningsleden, passagiers, bagage, post en vracht (afhandeling, sortering, verzending) zowel op de inschepingsvloer als in en rond de vliegtuigen en in de luchthavengebouwen.

Worden niet onder "luchthavenbijstand" begrepen de activiteiten met betrekking tot de bevoorrading met motorbrandstoffen en smeermiddelen alsook de bereiding van maaltijden "inflight catering" genoemd. § 5. Onder werklieden wordt bedoeld de werklieden en werksters.

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden met werklieden gelijkgesteld de personen verbonden door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun arbeidsovereenkomst werd gegeven. HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving

Art. 2.Onder "Sociaal fonds" wordt bedoeld het "Sociaal fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden" opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 houdende wijziging van de benaming van het Sociaal fonds en vaststelling van de statuten van het "Sociaal fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden".

Art. 3.Onder "loon" wordt bedoeld het brutoloon aan 108 pct.

Art. 4.Onder "taxibestelwagens" wordt bedoeld de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk of kleiner is dan 500 kilogram en uitgerust met een taximeter. HOOFDSTUK III. - Berekeningsbasis van de bijdragen

Art. 5.De aan het sociaal fonds verschuldigde bijdragen worden op de lonen berekend. HOOFDSTUK IV. - Bijdragen verschuldigd door de werkgevers aan de "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden"

Art. 6.Betreffende de werklieden van de ondernemingen van goederenvervoer voor rekening van derden door middel van voertuigen met of zonder motor voor dewelke een vervoervergunning afgeleverd door de bevoegde overheid vereist is, wordt de bijdrage verschuldigd aan het sociaal fonds door de werkgevers vastgesteld op : * tot en met het eerste kwartaal 1997 : 7,75 pct.; * vanaf het tweede kwartaal 1997 tot en met het eerste kwartaal 1998 : 6,50 pct.; * vanaf het tweede kwartaal 1998 tot en met het vierde kwartaal 1998 : 6,75 pct.; * vanaf het eerste kwartaal 1999 : 7,75 pct.

Art. 7.Betreffende de werklieden van de ondernemingen van taxibestelwagens, van verhuring van voertuigen met chauffeur en van goederenvervoer voor rekening van derden door middel van voertuigen met of zonder motor voor dewelke geen vervoervergunning vereist is, wordt de bijdrage verschuldigd aan het sociaal fonds door de werkgevers vastgesteld op : * vanaf het tweede kwartaal 1997 tot en met het vierde kwartaal 1998 : 9 pct.; * vanaf het eerste kwartaal 1999 : 7,75 pct.

Art. 8.§ 1. De aan het sociaal fonds verschuldigde bijdrage door de werkgevers van de subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden wordt, betreffende de werklieden van de magazijn en van de kaai, vastgesteld op 9 pct. vanaf het tweede kwartaal 1997.

Vanaf het eerste kwartaal 1999 wordt de bijdrage voor deze categorie van werklieden vastgesteld op 7,75 pct.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt het niet rijdend personeel beschouwd als personeel van de magazijn en van de kaai. § 2. Bij afwijking op de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel wordt de bijdrage verschuldigd voor het niet rijdend personeel van de werkgevers van de subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden vastgesteld op 7,75 pct. vanaf het tweede kwartaal 1997 ten aanzien van de ondernemingen die op 31 december 1996 ingeschreven waren bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid onder het kengetal 083. HOOFDSTUK V. - Bijdragen verschuldigd door de werkgevers van de subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden

Art. 9.De aan het sociaal fonds verschuldigde bijdrage door de werkgevers behorend tot de subsector van de goederenbehandeling voor rekening van derden wordt vastgesteld op : * vanaf het tweede kwartaal 1997 tot en met het vierde kwartaal 1998 : 9 pct.; * vanaf het eerste kwartaal 1999 : 7,75 pct. § 2. Bij gemotiveerde beslissing van het beperkt comité bevoegd voor de subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 1996 houdende oprichting van een beperkt comité bevoegd door de ondernemingen van goederenbehandeling voor rekening van derden kan de bijdrage verschuldigd door een onderneming bedoeld in dit artikel verminderd worden tot 7,75 pct. voor zover de onderneming bewijst de bijdrage verschuldigd aan het sociaal fonds te hebben betaald voor de periode van 1 januari 1995 tot 31 december 1996. HOOFDSTUK VI. - Bijdragen verschuldigd door de werkgevers van de subsector voor de afhandeling op luchthavens

Art. 10.De aan het sociaal fonds verschuldigde bijdrage door de werkgevers behorend tot de subsector voor de afhandeling op luchthavens wordt vastgesteld op : * 0,20 pct. voor het tweede kwartaal 1997; * vanaf het derde kwartaal 1997 tot en met het vierde kwartaal 1998 : 0,10 pct. HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang op 1 januari 1997.

Artikel 10 houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

De andere bepalingen van deze overeenkomst worden voor onbepaalde duur gesloten.

Iedere partij kan de bepalingen gesloten voor onbepaalde duur opzeggen mits betekening bij aangetekende brief verstuurd aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer van een opzeggingstermijn van zes maanden. Deze opzegging mag niet vóór 31 maart 1999 verstrijken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 januari 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^