Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2001
gepubliceerd op 02 oktober 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen

bron
ministerie van middenstand en landbouw en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001016250
pub.
02/10/2001
prom.
04/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/04/2001016250/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, ondertekend te Rome op 25 maart 1957 en goedgekeurd door de wet van 2 december 1957;

Gelet op de Richtlijn nr. 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 93/58/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 94/30/EG van de Raad van 23 juni 1994, nr. 95/38/EG van de Raad van 17 juli 1995, nr. 95/61/EG van de Raad van 29 november 1995, nr. 96/32/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997, nr. 98/82/EG van de Commissie van 27 oktober 1998, nr. 1999/65/EG van de Commissie van 24 juni 1999, nr. 1999/71/EG van de Commissie van 14 juli 1999, nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000, nr. 2000/42/EG van de Commissie van 22 juni 2000, nr. 2000/48/EG van de Commissie van 25 juli 2000, nr. 2000/57/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/58/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/81/EG van de Commissie van 18 december 2000, nr. 2000/82/EG van de Commissie van 20 december 2000 en nr. 2001/35/CE van de Commissie van 11 mei 2001;

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 5, § 1, 3°, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij de wetten van 22 maart 1989 en van 9 februari 1994;

Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 juni 2000, van 3 september 2000, van 23 januari 2001 en 5 april 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op het advies van het bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen ingestelde raadgevend comité, gegeven op 11 juni 2001;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzaak om onverwijld zekere maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen vast te stellen, voortvloeit uit de verplichting zich binnen de voorgeschreven termijnen te schikken naar de Richtlijnen 2001/35/EG;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In punt 3 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° voor CHLOORMEQUAT wordt tussen de maximale gehalten "noten (al dan niet in de dop, schil of schaal 0* (0.1)" en "olijven 0* (0.1)" het maximale gehalte "peren 0.5 (t)" ingevoegd en wordt tussen de maximale gehalten "olijven 0* (0.1)" en "oliehoudende zaden 0* (0.1)" het maximale gehalte "gekweekte paddestoelen 10" ingevoegd; 2° voor CHLOORTHALONIL wordt tussen de maximale gehalten "aardbeien 3" en "frambozen 10" het maximale gehalte "bramen 10" ingevoegd;3° voor DICOFOL wordt het maximale gehalte "wijndruiven 2" door het maximale gehalte "druiven 2" vervangen; 4° voor DICOFOL wordt tussen de maximale gehalten "druiven 2" en "cucurbitaceae met eetbare schil 0.2" het maximale gehalte "tomaten 1" ingevoegd; 5° voor ENDOSULFAN wordt tussen de maximale gehalten "tomaten 0.5" en "cucurbitaceae met niet-eetbare schil 0.3" het maximale gehalte "pepers-paprika's 1" ingevoegd; 6° op het einde van het punt 3 wordt de volgende verklarende nota toegevoegd : "(t) : tijdelijk maximaal gehalte aan residuen tot en met 31 juli 2003";

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2001.

Art. 3.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^