Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juni 2008
gepubliceerd op 01 juli 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis of als centrum voor dagverzorging

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2008024258
pub.
01/07/2008
prom.
04/06/2008
ELI
eli/besluit/2008/06/04/2008024258/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JUNI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis of als centrum voor dagverzorging


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging, inzonderheid op artikel 5, § 1, gewijzigd door de wet van 8 augustus 1980, het koninklijk besluit nr. 59 van 22 juli 1982 en de wet van 25 januari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis of als centrum voor dagverzorging;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, gegeven op 14 september 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 april 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 april 2007;

Gelet op advies nr. 42.789/3 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de titel van het koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende vaststelling van de normen voor de bijzonder erkenning als rust- en verzorgingstehuis of als centrum voor dagverzorging wordt de vermelding « of als centrum voor dagverzorging » vervangen door de vermelding « , als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet aangeboren hersenletsels ».

Art. 2.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 3bis ingevoegd luidend als volgt : «

Art. 3bis.Een bijzondere erkenning als centrum voor niet aangeboren hersenletsels kan verleend worden aan instellingen die een verzorgingsstructuur aanbieden die zwaar zorgbehoevende personen met een niet aangeboren hersenletsel opneemt.

Voor de bijzonder erkenning als centrum voor niet aangeboren hersenletsels komen in aanmerking : 1° rusthuizen erkend als rust- en verzorgingstehuis;2° omgeschakelde verblijfsdiensten, erkend als rust- en verzorgingstehuis.»

Art. 3.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 4bis.De bijzonder erkenning als centrum voor personen met niet aangeboren hersenletsels kan betrekking hebben op een gedeelte van de inrichtingen bedoeld in artikel 3bis, tweede lid. »

Art. 4.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 6bis.De aanvullende normen waaraan een rust- en verzorgingstehuis moet voldoen om de bijzondere erkenning als centrum voor niet aangeboren hersenletsels te verkrijgen en te behouden, worden bepaald in de bijlage 3 van dit besluit. Het rust- en verzorgingstehuis dient voor het gedeelte van de inrichting met bedoelde bijzondere erkenning te voldoen aan de normen bedoeld in bijlage 1 met uitzondering van de normen vastgelegd in de punten A, 1° en 2°, B, 1°, j), B, 2°, d), B, 3°, e) en h), (2), (c) en B, 10°, e).

De bijzondere erkenning als centrum voor niet aangeboren hersenletsels is te onderscheiden van de erkenning als rusthuis of van de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis.

Het aantal erkende bedden van een centrum voor niet aangeboren hersenletsels wordt vermeld in het erkenningsbesluit. »

Art. 5.Aan hetzelfde koninklijk besluit wordt een bijlage 3 toegevoegd luidend als volgt : « Bijlage 3. - Centrum voor Niet Aangeboren Hersenletsels A. Algemene normen 1. Het centrum voor niet aangeboren hersenletsels is bestemd voor personen met een niet aangeboren hersenletsel met dien verstande evenwel dat : a) deze personen doorverwezen werden door een afdeling "expertisecentrum voor comapatiënten" zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 4 juni 2008 houdende vaststelling van de normen waaraan de afdeling "expertisecentrum voor comapatiënten" moet voldoen om te worden erkend tenzij het personen betreft die woonachtig zijn in een Gemeenschap of Gewest waarbinnen geen bedoelde afdeling expertisecentrum is erkend.Om het zorgtraject te waarborgen, dienen laatstgenoemde personen te worden doorverwezen door een gelijkaardige afdeling waarbinnen een in de tijd beperkte intensieve en specifieke revalidatie werd ondergaan. De doorverwijzing moet voorafgegaan worden door een overleg tussen geneesheren van laatstgenoemde afdeling en een 'expertisecentrum voor comapatiënten' resulterend in een gunstig advies met betrekking tot de opname. Bovendien moeten laatstgenoemde personen binnen 3 dagen na hun opname worden onderzocht door een geneesheer-specialist van het 'expertisecentrum voor comapatiënten' dat voor de externe liaisonfunctie ten opzichte van het centrum instaat; b) ze sterk afhankelijk zijn van de hulp van derden om de dagelijkse levenshandelingen te kunnen verrichten en zodoende behoren tot de afhankelijkheidscategorie, zoals bepaald in artikel 148, laatste lid van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.2. Ieder centrum voor niet aangeboren hersenletsels moet over minstens 5 bedden beschikken. B. Architectonische normen De bedden worden opgesteld in een individuele kamer waarbinnen er voldoende ruimte is voor onder meer het verzorgingsmateriaal. In geval van nieuwbouw dient de oppervlakte van de kamer minstens 18 m2 te bedragen.

C. Functionele normen Het centrum moet beschikken over voldoende aangepast verzorgingsmateriaal.

Minimaal moet volgende materiaal beschikbaar zijn : een patiëntenlift, saturatiemeters, matrassen van het type 'alternering' ter preventie van doorligwonden, badkuipen en bedden met variabele hoogte, rolstoelen, materiaal voor bronchiale aspiratie en aangepast revalidatiemateriaal.

D. Organisatorische normen a) De personeelsnorm moet, per 30 bewoners zoals bedoeld in punt A, 1, het volgende bedragen : - 7 voltijds equivalenten verpleegkundigen, waaronder een hoofdverpleegkundige; - 12 voltijds equivalenten verzorgend personeel; - 1 voltijds equivalent kinesitherapeut en/of ergotherapeut en/of logopedist; - 1,5 voltijds equivalent personeelsleden voor reactivering. b) Het centrum moet aandacht besteden aan de organisatie van de opleiding inzake de zorg voor personen met niet aangeboren hersenletsels voor het verzorgend, paramedisch en verpleegkundig personeel. E. Kwaliteitsnormen a) Het centrum voor niet aangeboren hersenletsels duidt ten behoeve van het personeel en de familie/vertegenwoordiger van de patiënt een aanspreekpunt voor ethische aangelegenheden aan.b) Elk centrum voor niet aangeboren hersenletsels moet samenwerken met een erkende afdeling expertisecentrum voor comapatiënten zoals bedoeld in voornoemd koninklijk besluit van 4 juni 2008. In het kader van deze samenwerking wordt de wijze waarop het expertisecentrum haar externe liaisonfunctie garandeert ten opzicht van het centrum voor niet aangeboren hersenletsels, vastgelegd. In het bijzonder wordt gepreciseerd hoe : - het ontslag van de patiënt uit het expertisecentrum in overleg wordt voorbereid en opgevolgd; - de permanente vorming van het personeel van het centrum voor niet aangeboren hersenletsels verzorgd wordt door het expertisecentrum; - er gespecialiseerde adviezen worden uitgewisseld als antwoord op complexe individuele problemen; - het centrum een beroep kan doen op het ethisch comité van het ziekenhuis dat het expertisecentrum uitbaat. »

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2008.

Art. 7.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juni 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

^