Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 mei 1999
gepubliceerd op 28 mei 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 april 1998 tot benoeming van een Bijzonder Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking

bron
diensten van de eerste minister
numac
1999015110
pub.
28/05/1999
prom.
04/05/1999
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 april 1998 tot benoeming van een Bijzonder Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid van de Grondwet;

Gelet op de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie » in de vorm van een vennootschap van publiek recht;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 1998 tot benoeming van een Bijzonder Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 februari 1999 tot uitvoering van artikel 41 van de wet van 31 december 1998 tot oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie » in de vorm van een vennootschap van publiek recht;

Gelet op het akkoord van onze Minister van Ambtenarenzaken van 3 oktober 1996;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het, met het oog op de continuïteit van de dienst, onontbeerklijk is dat na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit houdende goedkeuring van het beheerscontract tussen de Federale Staat en de vennootschap van publiek recht « Belgische Technische Coöperatie », de leiding wordt waargenomen van het Bestuur belast met de ontwikkelingssamenwerking;

Overwegende dat de benoemingsprocedure van de Directeur-generaal van de Directie-generaal voor Internationale Samenwerking bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking pas ingezet kan worden na de verwezenlijking van de integratie van het Algemeen Bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking in genoemd Ministerie, en dat de duur van die procedure niet vastligt;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Minister van Buitenlandse zaken en van Onze Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 april 1998 tot benoeming van een Bijzonder Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking, wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Zijn opdracht neemt een einde op de dag van de inwerkingtreding van het koninlijk besluit houdende benoeming van de Directeur-generaal van de Directie-generaal voor Internationale samenwerking bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking. ».

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Na de woorden « Administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking », wordt het artikel aangevuld als volgt : « en, na het van kracht worden van het koninklijk besluit houdende organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking, alle bevoegdheden die toekomen aan de Directeur-generaal van de Directie-generaal voor Internationale samenwerking bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking.». 2° Er wordt een tweede lid ingevoegd, luidende : « De uitoefening van deze bevoegdheden neemt een einde op de dag van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit houdende benoeming van de Directeur-generaal van de Directie-generaal voor Internationale samenwerking bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking.».

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Eerste Minister, Onze Minister van Buitenlandse Zaken en onze Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking zijn, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, R. MOREELS

^