Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 mei 2001
gepubliceerd op 22 mei 2001

Koninklijk besluit betreffende de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het kader van een preventiecampagne tegen hepatitis B voor het jaar 2001

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022321
pub.
22/05/2001
prom.
04/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/04/2001022321/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 MEI 2001. - Koninklijk besluit betreffende de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het kader van een preventiecampagne tegen hepatitis B voor het jaar 2001


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999;

Gelet op het advies uitgebracht door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 18 december 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 januari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 22 maart 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid : - dat dit besluit onverwijld in het Belgisch Staatsblad moet gepubliceerd worden, aangezien de preventiecampagne die momenteel loopt onafgebroken dient verdergezet te worden na 31 december 2000; - dat de uitvoering van het protokolakkoord betreffende de preventie, in het bijzonder de preventie tegen hepatitis B, afgesloten tussen de federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 136 van de Grondwet en zoals gewijzigd door het avenant van 29 maart 2000 een structurele besparing zal opleveren in de uitgaven ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 31.490/1, gegeven op 10 april 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Onder de hierna vermelde voorwaarden kan tussen het Verzekeringscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - L. Pasteur een overeenkomst worden gesloten waarbij in een bijzondere regeling wordt voorzien voor de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het kader van een preventiecampagne tegen hepatitis B.

Art. 2.De bepalingen van de in artikel 1 genoemde overeenkomst zijn van toepassing op alle vaccins inzake hepatitis B die verstrekt worden in uitvoering van het protocolakkoord betreffende de preventie, in het bijzonder de preventie tegen hepatitis B, afgesloten tussen de federale overheid en de overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 136 van de Grondwet en het avenant bij dit protocolakkoord.

De betrokken overeenkomst bevat de financiële modaliteiten voor de tegemoetkoming in de aankoop kost van die vaccins alsmede de procedure met betrekking tot de controle van de facturen van de producenten van de betrokken vaccins.

Art. 3.De tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging wordt vastgesteld op grond van : 1° een begrotingsenveloppe op jaarbasis waarvan het bedrag wordt vastgesteld op 100 miljoen frank voor 2001.Indien het beschikbaar gestelde budget onvoldoende blijkt te zijn, kan er een bijkomend budget worden aangevraagd via de geldende procedure; 2° de volledige betaling van de vaccins waarvan de prijs bedongen is via een openbare aanbesteding.

Art. 4.De in artikel 3 bedoelde tegemoetkoming wordt aangerekend op de administratiekosten van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2001.

Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 mei 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^