Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 mei 2004
gepubliceerd op 16 juni 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende een sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 2003-2004

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012122
pub.
16/06/2004
prom.
04/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/04/2004012122/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende een sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 2003-2004 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende een sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 2003-2004.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003 Sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 2003-2004 (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67682/CO/226) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en doel

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de punten 5. Tijdskrediet en 6. Verlenging van bestaande engagementen van het interprofessioneel akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003. HOOFDSTUK II. - Vorming A. Vormingsfonds « LOGOS »

Art. 3.§ 1. De sectorale sociale partners engageren zich om een bijkomende inspanning te realiseren op het vlak van permanente vorming door : - de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst tot bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen; - de verderzetting en uitbreiding van de inspanningen op het vlak van permanente vorming, onder meer door verruiming van de financiële middelen die ter beschikking worden gesteld van het paritair beheerd sectoraal vormingsfonds « LOGOS », dat tot doel heeft : - de bevordering van sectorale opleidingsinitiatieven; - de financiering van bedrijfsgerichte opleidingen; - de opleiding van risicogroepen.

B. Opleiding

Art. 4.§ 1. In de periode 2003-2004 worden globaal per bediende in dienst op 1 januari 2003 gemiddeld drie dagen toegekend voor het volgen van vormingsinitiatieven of « training on the job ». § 2. De berekening van het globaal aantal dagen gebeurt op het vlak van de technische bedrijfseenheid waarbij het aantal bedienden wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten. § 3. De werkgever is verantwoordelijk voor de concrete verdeling van het globaal aantal vormingsdagen naar de individuele bedienden toe. § 4. De werkgever dient te rapporteren over de toekenning van de vormingsdagen, in de geëigende overlegorganen op het vlak van de onderneming, aan de hand van een paritair opgesteld rapporteringsmodel. § 5. De raad van beheer van het « Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken » bepaalt het bedrag en de toekenningsmodaliteiten van bijzondere stimuli voor ondernemingen die bijkomende inspanningen leveren op het gebied van vorming, evenals het model van rapport betreffende het bewijs van de bijkomende inspanning. HOOFDSTUK III. - Tewerkstellingsmaatregelen A. Definities

Art. 5.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : - « Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 » : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 13 juli 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993; - « Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis » : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 januari 2002, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 september 2002.

B. Halftijds brugpensioen

Art. 6.Tijdens de jaren 2003 en 2004 zal de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 ten volle uitwerking hebben met uitzondering van de toegangsleeftijd die wordt vastgesteld op 55 jaar.

C. Tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking

Art. 7.Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt rekening gehouden met de bijzondere toepassingsmodaliteiten vervat in de artikelen 8 tot en met 12 hierna.

Art. 8.Voor bedienden die de leeftijd van 50 jaar nog niet bereikt hebben wordt de maximale duur voor de volledige schorsing van arbeidsprestaties en het halftijds tijdskrediet over de ganse loopbaan, vastgesteld op 4 jaar. Hetzelfde geldt voor bedienden die de leeftijd van 50 jaar reeds bereikt hebben en die niet voldoen aan de voorwaarden om te genieten van de specifieke regeling voor werknemers van ten minste 50 jaar.

Art. 9.§ 1. De bedienden van 50 jaar en ouder die gebruik maken van de 1/5e vermindering van arbeidsprestaties evenals de bedienden van 55 jaar en ouder, die gebruik maken van halftijds tijdskrediet worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de drempel van 5 pct. in verband met de gelijktijdige afwezigheid van werknemers in de onderneming of dienst, zoals bepaald in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis. § 2. Van de drempel van 5 pct. kan worden afgeweken op ondernemingsvlak met een collectieve arbeidsovereenkomst bij fusie en/of herstructurering van de onderneming. Ondernemingsakkoorden gesloten vóór 1 januari 2003 die voorzien in een afwijking op voormelde drempel worden verlengd tot 31 december 2004.

Art. 10.Bij toepassing van de artikelen 6, § 2 en 9, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis kan in de ondernemingen bij een collectieve arbeidsovereenkomst afgeweken worden van de organisatieregels voor de 1/5e vermindering van arbeidsprestaties, doch enkel wanneer het gaat om voltijds tewerkgestelde bedienden, tewerkgesteld in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen van de week.

Art. 11.§ 1. Voltijds tewerkgestelde bedienden van ten minste 50 jaar, die hun arbeidsprestaties met 1/5e verminderen, hebben vanaf 1 januari 2003, gedurende de periode van verminderde arbeidsprestaties, recht op een aanvullende premie van 75 EUR bruto per maand. § 2. Voltijds tewerkgestelde bedienden of daarmee gelijkgestelden van ten minste 55 jaar, die hun arbeidsprestaties met de helft verminderen, hebben vanaf 1 januari 2003, recht op een aanvullende premie van 100 EUR bruto per maand gedurende 36 maanden. § 3. De aanvullende premies bedoeld in § 1 en § 2 worden betaald door de werkgever die deze kan terugvorderen bij het sociaal fonds van de sector. § 4. De raad van beheer van het « Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken » wordt belast met het vaststellen van de concrete uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen vervat in dit artikel.

Art. 12.Bedienden die deel uitmaken van volgende categorieën van personen kunnen slechts een beroep doen op de maatregelen vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis en de bepalingen in dat verband in hoofdstuk III. C van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, mits voorafgaand akkoord van hun werkgever : - het leidinggevend personeel, zoals gedefinieerd in artikel 1, 4° van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 betreffende de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk; - het vertrouwenspersoneel dat bedoeld wordt in het koninklijk besluit van 10 februari 1965 tot aanwijzing van de personen die met een leidende functie of met een vertrouwenspost zijn bekleed in de particuliere sectors van 's lands bedrijfsleven.

D. Overige maatregelen

Art. 13.Bij afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten worden volgende tewerkstellingsmaatregelen uit het sectorakkoord 2001-2002 verdergezet : - voltijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar; - de regeling van ontslagbegeleiding en aanwervingspremies. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003; zij wordt gesloten voor de duur van twee jaar.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 mei 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^