Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 mei 2004
gepubliceerd op 06 juli 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201158
pub.
06/07/2004
prom.
04/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/04/2004201158/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 januari 2002;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 29 januari 2002, Belgisch Staatsblad van 23 mei 2002.

Bijlage Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003 Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 9 september 2003 onder het nummer 67355/CO/314) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.

Onder "werknemers" verstaat men : de arbeiders, arbeidsters en bedienden. HOOFDSTUK II. - Bepalingen

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2001 (koninklijk besluit van 29 januari 2002, Belgisch Staatsblad van 23 mei 2002), betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen op 58 jaar, wordt verlengd voor een duurtijd van twee jaar te rekenen vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 3.De in artikel 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de werknemers die : 1° de leeftijd van 58 jaar of meer bereikt hebben of zullen bereiken op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en uiterlijk 31 december 2004;2° voldoen aan de terzake geldende voorwaarden voorzien in het koninklijk besluit van 7 december 1992, betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992);3° ontslagen worden, behoudens dringende reden zoals bedoeld in de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten. De betrokken werknemers zullen desgevallend door de werkgever uitgenodigd worden tot een onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Er zal, desgevallend, tot de ontslagprocedure worden overgegaan.

Art. 4.Voor de arbeiders gelden dezelfde voorwaarden en procedure als deze bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zal berekend worden zoals bepaald in de artikelen 6 en 7 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad. Bijgevolg zal deze aanvullende vergoeding gelijk zijn aan 50 pct. van het verschil tussen de werkloosheidsuitkeringen en het netto referteloon van de arbeider. Voor de berekening van het voornoemd netto referteloon tot bepaling van de hoger vermelde aanvullende vergoeding zal evenwel, vanaf 1 januari 2004, de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage van de arbeiders berekend worden op 100 pct. in plaats van 108 pct. van hun begrensd maandloon.

Art. 5.De in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt overeenkomstig de bepalingen van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad toegekend.

Art. 6.De in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Zijn bedrag wordt, overeenkomstig met artikel 8 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad : - gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen; - herzien overeenkomstig het herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale Arbeidsraad jaarlijks vastgelegd, in functie van de evolutie van de regelingslonen.

Art. 7.De betrokken bruggepensioneerde werknemers verbinden zich ertoe hun laatste werkgever onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit hernemen. Hernemen zij een andere activiteit dan deze aan de bruggepensioneerden door de wetgeving toegelaten is dan wordt de uitbetaling van de in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst aanvullende vergoeding opgeschort.

In elk geval zullen zij om de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 mei 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^