Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 mei 2006
gepubliceerd op 24 mei 2006

Koninklijk besluit tot vaststelling van de presentiegelden en de reiskosten toegekend aan de leden van het beheerscomité van Phenix

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2006009361
pub.
24/05/2006
prom.
04/05/2006
ELI
eli/besluit/2006/05/04/2006009361/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de presentiegelden en de reiskosten toegekend aan de leden van het beheerscomité van Phenix


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 augustus 2005 tot oprichting van het informatiesysteem Phenix, inzonderheid op artikel 15, § 10;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 november en 21december 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 20 maart 2006;

Gelet op het advies nr 40.147/2 van de Raad van State, gegeven op 26 april 2006, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1 Per persoon en per zitting wordt aan de acht aangewezen leden om deel uit te maken van het beheerscomité van het informatiesysteem Phenix een presentiegeld toegekend van 120,92 euro.

Het presentiegeld wordt uitsluitend geïnd voor de vergaderingen waaraan de leden daadwerkelijk hebben deelgenomen.

Het presentie geld is slechts verschludigd voor zittingen langer dan een uur. § 2 De regeling die van toepassing is op de bezoldigingen van het personeel van de federale overheidsdiensten is van toepassing op het in § 1 bedoelde presentiegeld. Het wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.

Art. 2.De leden van het comité bedoeld in artikel 1, § 1, hebben recht op de terugbetaling van de reis- en verblijfskosten overeenkomstig de bepalingen van toepassing op het personeel van de federale overheidsdiensten.

Voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde bepalingen worden de leden van het comité gelijkgesteld met ambtenaren van klasse A3.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2006.

Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

^