Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 mei 2007
gepubliceerd op 22 juni 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 2002 betreffende de terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende politiescholen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen

bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2007000438
pub.
22/06/2007
prom.
04/05/2007
ELI
eli/besluit/2007/05/04/2007000438/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 MEI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 2002 betreffende de terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende politiescholen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op de artikelen 121 en 142ter, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 2002 betreffende de terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende politiescholen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juni 2003, inzonderheid op de artikelen 2, eerste en derde lid, 3, 5, 8, 9, 10, 12, 13, 17bis en 18;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 2005 tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen, inzonderheid op artikel 21, § 1, 4°;

Gelet op het protocol nr. 179/1 van 8 maart 2006 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 7 december 2004 en 23 december 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 27 november 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 25 september 2006;

Gelet op het advies nr. 42.143/2 van de Raad van State, gegeven op 14 februari 2007;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 2002 betreffende de terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende politiescholen

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 februari 2002 betreffende de terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende politiescholen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juni 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, c), worden de woorden « door Ons » vervangen door de woorden « in uitvoering van artikel 142bis, 2°, e) van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus »;2° in het eerste lid, 1°, d), worden de woorden « door Ons » vervangen door de woorden « in uitvoering van artikel 142bis, 2°, d) van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus »;3° in het eerste lid, 2°, worden de woorden « voortgezette of » ingevoegd tussen de woorden « voor het verstrekken van bepaalde » en de woorden « functionele opleidingen.»; 4° in het derde lid worden de woorden « een voorschot » vervangen door de woorden « bij aanvang van het jaar een vast bedrag ».

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.De in toepassing van dit besluit erkende en gesubsidieerde opleidingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, c) en d) kunnen, voorzover zij 150 uren overschrijden, op basis van een voorafgaande overeenkomst tussen de betrokken politieschool en de Minister van Binnenlandse Zaken of de door hem aangewezen overheid, wat betreft de federale politie, of tussen de betrokken politieschool en de korpschef, wat betreft de lokale politie, het voorwerp uitmaken van een bijkomende facturering voor de kost die het door de school bij toepassing van artikel 10, 2° en 3° verkregen bedrag overschrijdt. ».

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, h), worden de woorden « het intern schoolreglement » vervangen door de woorden « de begin- en einddata van de opleidingscycli »;2° het volgende lid wordt tussen het eerste en het tweede lid ingevoegd : « Voor de toepassing van artikel 8, derde lid, zijn de scholen er bovendien toe gehouden om bij aanvang van elke maand mee te delen hoeveel aspiranten-inspecteur van politie er per klas in opleiding waren op de laatste dag van de voorbije maand.»; 3° het tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt aangevuld als volgt : « behalve indien de politieschool de door de minister van Binnenlandse zaken of de door hem aangewezen dienst van de federale politie gevraagde gegevens niet voor deze datum heeft verstrekt.».

Art. 4.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 8.Voor de basisopleiding van het basiskader, bedraagt het bedrag van de financiële tussenkomst 125.000 EUR per klas.

Elke klas telt maximaal 39 aspiranten. Vanaf de 40ste aspirant wordt een tweede klas opgericht.

Onverminderd het tweede lid wordt, wanneer in eenzelfde klas het aantal aspiranten hoger is dan 25, een aanvullend bedrag van 2.000 EUR per aspirant toegekend vanaf de 26ste aspirant, ten belope van 1/12de per maand opleiding, overeenkomstig de in artikel 5, tweede lid, bedoelde maandelijkse aangifte.

In het geval dat de waarde van het met toepassing van artikel 2, derde lid, vastgestelde en toegekende bedrag hoger is dan het jaarlijkse saldo zoals bekomen overeenkomstig het eerste tot het derde lid, blijft dit vaste bedrag in zijn geheel gewaarborgd en wordt dit aangewend voor pedagogische doeleinden. In het tegengestelde geval wordt het verschil tussen het jaarlijkse saldo en het bij de aanvang van het jaar betaalde vastgestelde bedrag aan de erkende politiescholen gestort. ».

Art. 5.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 6.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 10.Het bedrag van de financiële tussenkomst bedraagt : 1°3.098,70 EUR per aspirant voor de basisopleiding van het middenkader; 2° 5,00 EUR per uur per cursist met een maximum van acht uur per jaar per cursist : a) voor de in artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 oktober 2003 betreffende de voortgezette opleiding van de personeelsleden van de politiediensten bedoelde voortgezette opleiding, b) evenals voor die voortgezette opleidingen die betrekking hebben op een door de minister van Binnenlandse Zaken of de door hem aangewezen overheid bepaalde prioriteit;3° voor de functionele opleidingen : a) 5,00 EUR per uur per cursist indien het aantal lesuren minder bedraagt dan 40;b) 297,50 EUR per cursist indien het aantal lesuren gelegen is tussen 40 en 80;c) 495,80 EUR per cursist indien het aantal lesuren gelegen is tussen 81 en 150;d) 619,80 EUR per cursist indien het aantal lesuren meer bedraagt dan 150.».

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 10bis ingevoegd, luidende : «

Art. 10bis.Voor de andere opleidingen wordt het bedrag van de financiële tussenkomst door de minister van Binnenlandse Zaken vastgelegd. ».

Art. 8.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 12.In elke erkende politieschool worden betrekkingen van opleider voorzien overeenkomstig de in de volgende tabel bepaalde verdeelsleutel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De in het eerste lid beoogde betrekkingen worden bij mobiliteit toegewezen.

De personeelsleden die zijn aangewezen voor de in het eerste lid bedoelde betrekkingen blijven behoren tot de federale school. ».

Art. 9.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 17bis, eerste lid, tweede lid en derde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « In afwijking van artikel 10, 6°, » vervangen door de woorden « In afwijking van artikel 10, 3°, ».

Art. 11.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001, met uitzondering van de artikelen 2, derde lid, 3, 5, eerste lid, 1°, h) en tweede lid, 8 en 12 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2006.». HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen

Art. 12.In artikel 21, § 1, 4°, van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen vervallen de woorden « van de federale politie of » en de woorden « , op grond van onder andere het koninklijk besluit van 28 februari 2002 betreffende de terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende politiescholen ». HOOFDSTUK III. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 13.Tot zolang de basisopleiding van het kader van de agenten van politie geen deel uitmaakt van de basisopleiding van het basiskader, bedraagt het bedrag van de financiële tussenkomst voor de basisopleiding van het kader van de agenten van politie 1.487,40 EUR per aspirant.

Art. 14.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 mei 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^