Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 november 2018
gepubliceerd op 23 november 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de functieclassificatie in de voedingsnijverheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018013825
pub.
23/11/2018
prom.
04/11/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de functieclassificatie in de voedingsnijverheid (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de functieclassificatie in de voedingsnijverheid.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 november 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2013 Functieclassificatie in de voedingsnijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 28 februari 2014 onder het nummer 119797/CO/220) Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt : - De collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1993 betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid (vanaf 1 juni 2010), koninklijk besluit van 8 november 1993 - Belgisch Staatsblad van 28 januari 1994, registratienr. 32250; - De collectieve arbeidsovereenkomst van 6 oktober 1997 van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid - wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1993 betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, koninklijk besluit van 20 september 1998 - Belgisch Staatsblad van 11 december 1998, registratienr. 47240; - De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2002, gesloten binnen het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, tot wijziging van artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1993 betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, koninklijk besluit van 10 augustus 2005 - Belgisch Staatsblad van 8 september 2005, registratienr. 65471; - De collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2010 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1993 betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, koninklijk besluit van 13 maart 2011 - Belgisch Staatsblad van 23 maart 2011, registratienr. 99230.

Individuele rechten verworven krachtens bovenstaande collectieve arbeidsovereenkomsten blijven verder van toepassing. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor bedienden uit de voedingsnijverheid behoren. § 2. Met "bedienden" worden de mannelijke en de vrouwelijke bedienden bedoeld. HOOFDSTUK II. - Geldigheid

Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 januari 2014 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Wanneer één van de ondertekenende partijen een einde wenst te stellen aan deze collectieve arbeidsovereenkomst, stuurt zij een aangetekende brief naar de andere betrokken partijen en naar de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid. Steeds dient er een opzeggingstermijn van 6 maanden gerespecteerd te worden. HOOFDSTUK III. - De sectorale functieclassificatie met de "ORBA-methode"

Art. 3.§ 1. De sectorale functieclassificatie heeft tot doel voor alle ondernemingen uit de voedingsnijverheid een classificatie te bepalen van de bediendefuncties om zo de toepassing van de in de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot loon- en arbeidsvoorwaarden opgestelde minimumbarema's mogelijk te maken. § 2. Deze sectorale functieclassificatie werd uitgewerkt met de "ORBA-methode" op basis van volgende criteria : kennis, verantwoordelijkheid, sociale interactie, specifieke handelingsvereisten en bezwarende omstandigheden. § 3. De functies van de gebaremiseerde bedienden zijn deze die niet meer scoren dan 169,5 "ORBA-punten" en aldus ingedeeld zijn in de eerste zes klassen. § 4. Onder "bedienden" en "bediendefuncties" wordt in deze collectieve arbeidsovereenkomst dan ook verstaan : "gebaremiseerde bedienden" en "gebaremiseerde bediendefuncties". § 5. De klasseindeling van de bediendefuncties en de functiebeschrijvingen van de referentiefuncties zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Toepassing van de sectorale functieclassificatie

Art. 4.§ 1. De inhoud van de concrete functie is bepalend om te beoordelen of de functie overeenstemt met de referentiefunctie. De titel van de functie is slechts een indicatie. § 2. De functies opgenomen in de klassen gelden als referentie. De niet-opgenomen functies worden naar analogie met de referentiefuncties ingedeeld. Hierbij kan men beroep doen op de classificatiedeskundigen van werkgevers- en werknemersorganisaties. § 3. Voor iedere bediende van wie de functie afwijkt van de referentiefunctie, moet de inhoud van de functie vergeleken worden met de inhoud van de referentiefunctie. § 4. Deze functieclassificatie kan geen aanleiding geven tot wijziging van het statuut van de werknemer. De wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten is bepalend. § 5. De invoeringsmodaliteiten, de beroepsprocedure op ondernemingsvlak, de informatie aan de werknemers en het onderhoud van de classificatie, zullen voorafgaandelijk overeengekomen worden met de syndicale afvaardiging en bij ontstentenis met de bediendevertegenwoordigers in de ondernemingsraad ( wet van 20 september 1948Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/09/1948 pub. 06/07/2010 numac 2010000388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende organisatie van het bedrijfsleven, Belgisch Staatsblad van 27 september 1948) of in het comité voor preventie en bescherming op het werk (wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996). HOOFDSTUK V. - Mededeling van de classificatie

Art. 5.§ 1. De werkgevers verbinden er zich toe om bij aanwerving aan de bedienden de klasse waartoe ze behoren mee te delen en om hetzij de klasse van de ondernemingsclassificatie (daar waar zij bestaat), hetzij de klasse waarvan sprake in deze collectieve arbeidsovereenkomst op de individuele rekening van de betrokken bedienden te vermelden. § 2. De werkgever bezorgt aan de bediende die erom vraagt een beschrijving van de referentiefunctie(s) die aan de grondslag ligt (liggen) van zijn persoonlijke klassenbepaling, zoals vermeld in bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, of van de persoonlijke functiebeschrijving(en) van de ondernemingsclassificatie wanneer deze bestaat. HOOFDSTUK VI. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 6.Wanneer een bediende de vereiste bekwaamheden bezit om een hogere functie uit te oefenen, houdt dit niet in dat hij/zij in de overeenstemmende loonklasse geplaatst moet worden. Dit kan enkel gebeuren indien hij/zij de betreffende functie uitoefent. HOOFDSTUK VII. - Ondernemingen met een eigen functieclassificatie

Art. 7.§ 1. De sectorale functieclassificatie moet niet worden toegepast in die ondernemingen waar op ondernemingsvlak met de vakbond een analytische functieclassificatie werd overeengekomen en opgesteld volgens andere normen. De toepasselijke afspraken en gebruiken blijven daar behouden. § 2. Bedrijven die vanaf 1 januari 2014 gebruik wensen te maken van deze mogelijkheid moeten een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst ondertekenen die een analytische functieclassificatie inhoudt. Indien twee of meerdere vakbonden vertegenwoordigd zijn in de onderneming, dient de collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend te worden door minstens 2 van deze vakbonden. § 3. Aan de ondernemingen die hun analytische classificatie wensen te wijzigen, wordt aanbevolen de ORBA-methode te gebruiken. HOOFDSTUK VIII. - Beroepsprocedure

Art. 8.§ 1. Een bediende kan beroep aantekenen tegen de door de werkgever gedane klassenindeling van zijn/haar functie. § 2. Dit beroep zal aanhangig gemaakt en behandeld worden volgens de procedures vastgesteld in bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 november 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage I aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de functieclassificatie in de voedingsnijverheid Functies alfabetisch geordend per klasse Groep 6 (150 - 169,9 ORBA) Adjunct preventieadviseur Analist C Assistent milieucoördinator Assistent personeelszaken Assistent productvoorbereiding Bedrijfsverpleegkundige Beursverkoper Boekhouder B Commercieel bediende binnendienst Coördinator voedselveiligheid Databasebeheerder Managementassistent B Marketing assistent Meestergast elektro- en meet- en regeltechniek Meestergast mechanisch onderhoud Netwerkbeheerder Opleider Productieplanner Supervisor logistiek Supervisor productie Systeembeheerder Verantwoordelijke afvalwaterzuivering Verantwoordelijke verdeelcentrum Vertegenwoordiger Werkplanner onderhoud Groep 5 (130 - 149,9 ORBA) Aankoopassistent Analist B Assistent product management Bediende analytische boekhouding en kostprijsberekening Bediende facturatie en debiteurenadministratie Bediende gebruikersondersteuning Bediende klantencontacten Bediende personeels- en salarisadministratie Beheerder magazijn grondstoffen/eindproducten Boekhouder A Commercieel afgevaardigde Dispatcher Hoofd chauffeurs/bestellers Managementassistent A Medewerker kwaliteitszorg Meestergast conditionering/verpakking Meestergast fabricatie PLC-technieker Ploegbaas elektrotechniek Ploegbaas mechanisch onderhoud Ploegbaas meet- en regeltechniek Programmeur Technisch tekenaar Verkoopanalist Webmaster Werkvoorbereider productie Groep 4 (110 - 129,9 ORBA) Afdelingsassistente B Analist A Bediende consumentendienst Bediende crediteurenadministratie Bediende debiteurenadministratie Bediende export-facturering Bediende externe betrekkingen Bediende technische dienst Bediende verkoop binnendienst export Coördinator facilitaire dienst Magazijnier technische dienst Ondernemingsgids Operator Ploegbaas productie Sales promotor Technician pilot plant Groep 3 (90 - 109,9 ORBA) Afdelingsassistent A Bediende controlekamer Chauffeur/besteller Facturatiebediende Gerant/winkelverantwoordelijke Kassier Laborant Merchandiser/orderintake Orderbehandelaar verkoop binnendienst Televerkoper Verantwoordelijke personeelswinkel Groep 2 (70 - 89,9 ORBA) Administratief bediende boekhoudafdeling Administratief bediende productie Bediende aankoopadministratie Bediende administratief voorraadbeheer Bediende dispatching Bediende financiële verrichtingen Bediende technisch magazijn Chauffeur bestelwagen/bode Directiechauffeur Kwaliteitscontroleur productie Kwaliteitscontroleur verpakking Merchandiser Ploegbaas heftruckchauffeurs Ploegbaas orderverzamelaars Portier Stenotypist (2 vreemde talen) Telefonist/receptionist Groep 1 (1 - 69,9 ORBA) Aanvuller Bediende postkamer/reproductie Conciërge Hulplaborant Typist (2 vreemde talen) Verkoper/winkelbediende Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 november 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage II aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de functieclassificatie in de voedingsnijverheid Fase A De werknemer die in beroep wenst te gaan tegen de classificatie van zijn of haar functie kan een bezwaar kenbaar maken : - rechtstreeks bij de hiërarchische leiding en/of bij de personeelsdirecteur en/of bij de ondernemingsdirectie (fase B.1); - met zijn syndicale afvaardiging bij de hiërarchische leiding en/of bij de personeelsdirecteur (fase B.2).

Fase B.1 De werknemer bespreekt zijn of haar bezwaren met zijn directe of hogere chefs, met de personeelsdirecteur of met de ondernemingsdirectie.

Dit intern overleg kan leiden tot : - een akkoord tussen de werknemer en de werkgever, de werknemer gaat niet verder in beroep; - geen akkoord tussen werknemer en werkgever, in dit geval kan de werknemer overgaan naar fase B.2 van de beroepsprocedure.

Fase B.2 De werknemer, bijgestaan door een syndicaal afgevaardigde, bespreekt zijn of haar bezwaar met de personeelsdirecteur of met de ondernemingsdirectie.

Dit intern overleg kan leiden tot : - een akkoord tussen de werknemer en de werkgever, de werknemer gaat niet verder in beroep; - geen akkoord tussen werknemer en werkgever, in dit geval kan worden overgegaan tot fase C. Fase C Werkgever en syndicale afvaardiging kunnen beroep doen op respectievelijk een patronale functiewaarderingsexpert en een syndicale functiewaarderingsexpert.

De patronale functiewaarderingsexpert adviseert de werkgever : - hij of zij informeert de werkgever over de ORBA-methode en het juist interpreteren van de referentieomschrijvingen; - op grond van gesprekken met de hiërarchische leiding en zonodig een rondgang ter plekke vormt de expert zich een oordeel over de gegrondheid van het bezwaar; - de expert informeert de werkgever inzake zijn of haar bevindingen.

De syndicale functiewaarderingsexpert adviseert de werknemer en de syndicaal afgevaardigde : - hij of zij informeert de werknemer en de syndicale afvaardiging over de ORBA-methode en het juist interpreteren van de referentieomschrijvingen; - op grond van gesprekken met de werknemer en de syndicale afvaardiging vormt de expert een oordeel over de gegrondheid van het bezwaar; - de expert informeert de werknemer en de syndicale afvaardiging inzake zijn of haar bevindingen.

Fase D De werkgever en de syndicale afvaardiging overleggen in de onderneming ten aanzien van het bezwaar.

Dit overleg kan leiden tot : - een akkoord tussen de partijen, de werknemer gaat niet verder in beroep; - geen akkoord tussen de partijen, in dit geval wordt overgegaan tot fase E van de beroepsprocedure.

Fase E Het geschil wordt kenbaar gemaakt aan de sectorale externe beroepscommissie. Deze commissie is samengesteld uit de patronale en syndicale functiewaarderingsdeskundigen. De commissie krijgt alle informatie over het beloop van de beroepsprocedure. Zij stelt een onderzoek in een laat zich informeren door de functiehouder, zijn of haar hiërarchische leiding, eventueel met een bezoek aan de werkplek.

De commissie kan ook de syndicale afvaardiging en de werkgever horen.

Op grond van de ingewonnen informatie doet deze sectorale externe beroepscommissie een bindende uitspraak.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 november 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 november 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^