Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 november 2018
gepubliceerd op 28 november 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot bepaling van de arbeidsvoorwaarden voor de instellingen die worden gesubsidieerd door de ONE en die deel uitmaken van het Paritair Subcomité 329.02 voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018205084
pub.
28/11/2018
prom.
04/11/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot bepaling van de arbeidsvoorwaarden voor de instellingen die worden gesubsidieerd door de ONE en die deel uitmaken van het Paritair Subcomité 329.02 voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot bepaling van de arbeidsvoorwaarden voor de instellingen die worden gesubsidieerd door de ONE en die deel uitmaken van het Paritair Subcomité 329.02 voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 november 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018 Bepaling van de arbeidsvoorwaarden voor de instellingen die worden gesubsidieerd door de ONE en die deel uitmaken van het Paritair Subcomité 329.02 voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2018 onder het nummer 146846/CO/329.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Werkgevers Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de op de werkgevers die voldoen aan de volgende voorwaarden : - deel uitmaken van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest; - gesubsidieerd worden door de ONE voor de tenuitvoerlegging van één of meerdere opvangprojecten op basis van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 20 december 2017 tot wijziging van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 3 december 2003 tot vastlegging van de toepassingsmodaliteiten van het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 juli 2003 betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang ("besluit" hieronder).

Art. 2.Werknemers Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden die door een arbeidsovereenkomst gebonden zijn aan de werkgever en voor hun volledige of gedeeltelijke arbeidstijd toegewezen worden aan het project voor buitenschoolse opvang dat wordt gesubsidieerd door de ONE met toepassing van het besluit. HOOFDSTUK II. - Beroepsclassificatie en barema's

Art. 3.Toepassingsveld van de bepalingen betreffende de beroepsclassificatie en de barema's De bepalingen in dit hoofdstuk zijn uitsluitend van toepassing op de werkgevers die nog niet gebonden zijn door een andere, gunstigere collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de functieclassificaties en de barema's die van toepassing is in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector of de paritaire subcomités ervan.

Commentaar : de evaluatie van het hierboven bedoelde gunstigere karakter gebeurt op basis van een vergelijking tussen de samengevoegde barema's van alle niveaus van anciënniteit die erkend zijn door de betreffende collectieve overeenkomsten.

Art. 4.De partijen komen overeen dat de werknemers die voor hun volledige arbeidstijd of een deel ervan worden toegewezen aan het buitenschoolse opvangproject dat wordt gesubsidieerd door de ONE krachtens het besluit, als volgt betaald worden : - wanneer ze volledig of ten dele worden toegewezen aan het project voor buitenschoolse opvang als opvangouder in de zin van artikel 16, § 1 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 juli 2003 betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang, moet het loon ten minste overeenstemmen met niveau 3 van de barema's die zijn bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018 tot bepaling van de arbeidsvoorwaarden voor sommige sectoren van het paritair subcomité voor de socio-culturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap; - wanneer ze volledig of ten dele worden toegewezen aan het project voor buitenschoolse opvang als verantwoordelijke in de zin van artikel 16, § 2 van voornoemd decreet, moet het loon ten minste overeenstemmen met het niveau 4.2 of 5 in functie van het aantal gecoördineerde werknemers van de barema's die zijn bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2018 tot bepaling van de arbeidsvoorwaarden voor sommige sectoren van het paritair subcomité voor de socio-culturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK III. - Bovenwettelijke verlofdagen

Art. 5.Algemene principes De partijen worden het eens over de toekenning van 4 bijkomende, bovenwettelijke verlofdagen bovenop de 20 jaarlijkse wettelijke vakantiedagen, in een arbeidsstelsel van 5 dagen per week.

In geval van deeltijdse tewerkstelling wordt het recht op 4 bijkomende verlofdagen proportioneel berekend op basis van de arbeidsregeling.

Art. 6.Huidige toestand De bepaling in de overeenkomst is niet cumulatief met dagen die reeds toegekend worden in de instelling door het arbeidsreglement of een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst of ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst : - Indien de instelling reeds ten minste 4 bijkomende dagen toekent, blijft het bij dit aantal dagen op basis van de bepalingen die reeds van toepassing zijn in de instelling; - Als ze minder dan 4 bijkomende dagen toekent, verhoogt ze het aantal bijkomende verlofdagen tot 4 dagen in totaal.

De verlofdagen gekoppeld aan de anciënniteit of aan de functie en de verlofdagen die gekoppeld zijn aan een gemeenschap, worden niet in rekening genomen in het totale aantal van 4 dagen.

Art. 7.Nadere bepalingen De toekenning van de bovenwettelijke verlofdagen bedoeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst is gebaseerd op dezelfde regels als de wettelijke jaarlijkse vakantie, met dezelfde gelijkstellingen, behalve de volgende bepalingen : - Tijdens het jaar van de indiensttreding wordt het recht op deze verlofdagen dat wordt berekend op basis van het aantal uren voor de deeltijdse werknemers, berekend in verhouding tot het aantal gepresteerde trimesters (er wordt van uit gegaan dat één trimester gepresteerd wordt, indien de werknemer ten minste 7 weken heeft gewerkt); - Behalve bij uitdrukkelijk verzoek van de werknemer, worden de eerste genomen verlofdagen geacht de bovenwettelijke verlofdagen te zijn die worden bedoeld door deze overeenkomst; - De bepalingen voor het nemen van verlof zijn diegene die reeds worden toegepast binnen de onderneming; - De bovenwettelijke verloven die bedoeld worden in deze overeenkomst en die om welke reden dan ook niet tijdens het jaar genomen worden, zijn verloren.

Art. 8.Overgangsbepalingen Voor het vakantiejaar 2018 worden voor het personeel in functie op de datum van ondertekening van deze overeenkomst de 4 dagen toegekend, rekening houdend met de bepalingen waarin voorzien is in de bovenstaande artikelen 5 en 7. Voor de werknemers die de instelling hebben verlaten vóór 1 juli 2018, is geen enkele valorisatie verschuldigd. HOOFDSTUK IV. - Eindbepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2018.

Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan worden opgezegd door elk van de partijen mits inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden die via een bij de post aangetekend schrijven wordt betekend en gericht wordt aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 november 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^