Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 oktober 2011
gepubliceerd op 23 november 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2011012077
pub.
23/11/2011
prom.
04/10/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 oktober 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2008 Lonen en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2008 onder het nummer 88663/CO/107) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever, de werklieden en werksters met inbegrip van de huisarbeiders van de ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, paritair comité 107 (koninklijk besluit van 29 januari 1991 - Belgisch Staatsblad van 8 februari 1991).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2006 betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters PC 107 (koninklijk besluit van 10 november 2006 - Belgisch Staatsblad van 20 december 2006). HOOFDSTUK II. - Lonen

Art. 2.2. Jongeren Jongeren 16 jaar - 18 jaar De minderjarigen en de leerlingen verbonden met een arbeidsovereenkomst hebben recht op loon volgens de percentages opgenomen in navolgende tabel en schommelend volgens de leeftijd op basis van loonniveau 1.

Jongeren 18 jaar - 21 jaar Vanaf de leeftijd van 18 jaar ontvangt de jonge werknemer en de leerling verbonden met een arbeidsovereenkomst gedurende een aanloopstage van 1 jaar (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) het percentage van het functieloon, opgenomen in onderstaande tabel.

Nadien krijgt hij/zij het volledige functieloon voorzien in artikel 4.

Tableau des barèmes des jeunes

Tabel jongerenbarema's

21 ans

100 p.c.

21 jaar

100 pct.

20 ans

94 p.c.

20 jaar

94 pct.

19 ans

88 p.c.

19 jaar

88 pct.

18 ans

82 p.c.

18 jaar

82 pct.

17 ans

76 p.c.

17 jaar

76 pct.

16 ans

70 p.c.

16 jaar

70 pct.


Art. 3.Vanaf de leeftijd van 18 jaar wordt een aanloopstage van minstens 12 maanden verworven in andere bij deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde ondernemingen, in aanmerking genomen voor het verwerven van het volledige functieloon. Zij wordt bewezen door verklaringen afgeleverd door de werkgevers en overhandigd op het ogenblik van hun indiensttreding.

Art. 4.De lonen bedrag op 1 januari 2007 : Niveau 1 : Helpers(sters) en afwerkers(sters) : 9,4283 EUR Niveau 1bis : Helpers(sters) en afwerkers(sters) na 3 jaar anciënniteit : 9,9015 EUR Niveau 2 : De assistenten werklieden en werksters : 10,4267 EUR Niveau 3 : Geschoolde werklieden en werksters : 11,1289 EUR Niveau 4 : Goedgeschoolde werklieden en werksters (keurwerksters) : 11,4815 EUR Niveau 5 : Taille-werklieden en taille-werksters : 11,8339 EUR. De baremieke en effectieve lonen worden op 1 februari 2008 verhoogd met 0,10 EUR/uur.

De baremieke en effectieve lonen worden op 1 oktober 2008 nogmaals verhoogd met 0,06 EUR/uur.

Art. 5.Conform de bepalingen van het interprofessioneel akkoord van 2007-2008 zal een sectorale werkgroep zich buigen over de afschaffing van de jongerenbarema's. HOOFDSTUK III. - Huisarbeid

Art. 6.Het maakloon wordt berekend door het aantal uren vereist voor de uitvoering van elk stuk te vermenigvuldigen met het uurloon overeenstemmend met één van de functies vermeld in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Het globale loon van de huisarbeiders en -arbeidsters wordt bij elke uitbetaling met 10 pct. verhoogd als schadeloosstelling voor de algemene kosten welke te hunnen laste vallen (verwarming, verlichting, enz.).

Deze vergoeding wordt op 15 pct. gebracht wanneer de huisarbeiders en -arbeidsters zelf de kleine benodigdheden (garen, koorzijden, enz.) leveren.

Art. 8.Onverminderd de bepalingen van de wetten van 26 januari 1951 en 4 augustus 1978 betreffende het bijhouden van de sociale documenten, worden de in artikel 7 bedoelde vergoedingen bij elke uitbetaling afzonderlijk in het loonboekje ingeschreven. De in artikel 6 bedoelde uren voor uitvoering van elke kledingstuk moeten schriftelijk worden vastgelegd bij het afsluiten van de arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Arbeidsduur

Art. 9.De maximumgrens van de wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld op 38 uren.

Art. 10.De wekelijkse arbeidsduur wordt over vijf dagen van de week verdeeld.

De dag van inactiviteit wordt bij overeenkomst tussen de werkgever en de meerderheid van zijn of haar werklieden en werksters, hetzij op maandag of op zaterdag, hetzij beurtelings op maandag en op zaterdag bepaald.

Art. 11.In afwijking van de bepalingen van artikel 10 mag de werkgever, in overeenstemming van de meerderheid van de werklieden en werksters, het werk over zes dagen verdelen, op voorwaarde dat per week aan elke werknemer individueel, hetzij op zaterdag, hetzij op maandag, een dag van inactiviteit wordt toegekend volgens een tussen de partijen overeengekomen beurtstelsel.

Art. 12.De werkgevers delen aan de voorzitter van het paritair comité de krachtens artikel 10, 2de lid, of artikel 11 in hun onderneming ingevoerde arbeidsregeling mede.

De voorzitter geeft kennis van deze arbeidsregeling aan de in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters vertegenwoordigde organisaties. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010.

Zij wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, indien zij vóór de jaarlijkse vervaldag niet door één van de ondertekenende partijen wordt opgezegd, mits een opzegging van drie maanden, bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^