Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 september 2002
gepubliceerd op 24 september 2002

Koninklijk besluit houdende de regeling tot het dragen van de graden door de personeelsleden van het operationeel kader van de lokale en de federale politie

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000613
pub.
24/09/2002
prom.
04/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/04/2002000613/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit houdende de regeling tot het dragen van de graden door de personeelsleden van het operationeel kader van de lokale en de federale politie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 141, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 april 1995 houdende regeling van het dragen van het uniform door de gemeentepolitie, inzonderheid op de punten 1°, 3° en 4°, van bijlage 5 en op de bijlagen 7, 8, 9 en 10;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 2001 tot uitvoering van de artikelen 13, 27, tweede en vijfde lid, en 53 van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten en houdende diverse andere overgangsbepalingen, inzonderheid op artikel 23;

Gelet op het protocol nr. 44/2 van 18 juni 2001 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 maart 2001, 15 oktober 2001, 18 oktober 2001 en 3 december 2001;

Gelet op het advies van de Minister van Justitie, gegeven op 27 juni 2002;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbij gegaan;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid om, in deze overgangsperiode en in het licht van de nieuwe politiegraden en de daaraan gekoppelde bevoegdheden, een duidelijke eenvormigheid in de diverse politie-uniformen te verwezenlijken en daaraan de nodige bekendheid te geven;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Onverminderd artikel 23, tweede lid, van het koninklijk besluit van 26 maart 2001 tot uitvoering van de artikelen 13, 27, tweede en vijfde lid, en 53 van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten en houdende diverse andere overgangsbepalingen, dragen de personeelsleden van het operationeel kader van de lokale en de federale politie de schouderstukken, de schildplaatjes en de passanten zoals respectievelijk vastgesteld in bijlage 1.

Art. 2.De technische kenmerken van de schouderstukken, de schildplaatjes, de passanten en de kentekens van de personeelsleden van het operationeel kader van de lokale en de federale politie worden vastgesteld in bijlage 2.

Art. 3.Behalve wanneer de omstandigheden het niet toelaten, dragen de personeelsleden van het operationeel kader van de lokale en de federale politie die in burgerkledij tegenover een persoon optreden, of ten minste één van hen, wanneer hun hoedanigheid enkel hierdoor duidelijk kan worden gemaakt, de interventiearmband waarvan het model wordt vastgesteld in bijlage 3.

Art. 4.De personeelsleden van het operationeel kader van de lokale en de federale politie dragen, overeenkomstig de dienstorders, de overgooier waarvan het model wordt vastgesteld in bijlage 4.

Art. 5.In het koninklijk besluit van 24 april 1995 houdende regeling tot het dragen van het uniform door de gemeentepolitie, worden opgeheven : 1° de punten 1°, 3° en 4° van bijlage 5;2° het mouwloos vest van het tenue voor de verkeersopdrachten bedoeld in de bijlagen 7, 8 en 9;3° de figuren van bijlage 10 betreffende de schouderstukken, de schildplaatjes, de passanten en het mouwloos vest van het tenue voor de verkeersopdrachten.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2002.

Art. 7.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 4 september 2002 houdende de regeling tot het dragen van de graden door de personeelsleden van het operationeel kader van de lokale en de federale politie.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^