Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 september 2002
gepubliceerd op 17 september 2002

Koninklijk besluit betreffende de werking en het secretariaat van de Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945

bron
federale overheidsdienst kanselarij en algemene diensten
numac
2002021375
pub.
17/09/2002
prom.
04/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/04/2002021375/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit betreffende de werking en het secretariaat van de Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, inzonderheid op de artikelen 2, § 3, 4 en 5;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 mei 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 17 juli 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 30 juli 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat de wet van 20 december 2001 in werking is getreden op 19 maart 2002 en dat de termijn van drie maanden om het in artikel 10 bedoelde protocol te sluiten, eveneens op die datum een aanvang nam;

Overwegende dat het mandaat van de Commissie voor de schadeloostelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945 effectief wordt op de datum van het sluiten van dit protocol en dat het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot uitvoering van de artikelen 10 en 12 van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945 in werking treedt op 9 september 2002 en dat bijgevolg de bepalingen inzake de werking van de Commissie en haar secretariaat zo gauw mogelijk moeten voorzien worden om hen toe te laten hun werkzaamheden aan te vatten;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « de Commissie », de Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, opgericht bij de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945.

Art. 2.De vergaderingen van de Commissie worden voorgezeten door de voorzitter of zijn plaatsvervanger.

De beslissingen worden genomen met meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 3.Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door statutaire of contractuele personeelsleden die belast worden met de afwerking van een project, in toepassing van het koninklijk besluit van 19 oktober 1999 tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met de ontwikkeling van een project in sommige overheidsdiensten.

Art. 4.De leden van de Commissie, de vertegenwoordigers van de Joodse Gemeenschap van België die aan de vergaderingen van de Commissie deelnemen, de experten waarop de Commissie een beroep kan doen en de personeelsleden van het secretariaat zijn gehouden aan de vertrouwelijkheid van de individuele gegevens verzameld in het kader van het onderzoek van de aanvragen tot schadeloosstelling.

Art. 5.De Commissie stelt zijn huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring aan de Eerste Minister wordt voorgelegd.

Art. 6.§ 1. Aan de leden van de Commissie, aan de vertegenwoordigers van de Joodse Gemeenschap van België die aan de vergaderingen van de Commissie deelnemen en aan de experten wordt een presentiegeld van 37,18 EUR per zittingsdag toegekend. § 2. De personen bedoeld in § 1, hebben recht op de terugbetaling van hun reis- en verblijfskosten, overeenkomstig de bepalingen die ter zake van toepassing zijn op de ambtenaren-generaal van de ministeries op grond van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoeding wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries.

Art. 7.Elk jaar, vóór 31 december, stelt de Commissie een verslag op van haar werkzaamheden dat zij aan de Eerste Minister bezorgt.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 9.Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT

^