Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 december 1997
gepubliceerd op 30 december 1997

Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure van voordracht van de kandidaten bepaald in artikel 27, vijfde lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997

bron
ministerie van justitie
numac
1997010070
pub.
30/12/1997
prom.
05/12/1997
ELI
eli/besluit/1997/12/05/1997010070/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure van voordracht van de kandidaten bepaald in artikel 27, vijfde lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Faillissementswet van 8 augustus 1997, inzonderheid artikel 27, vijfde lid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de noodzaak dit besluit op dezelfde dag in werking te doen treden als de faillissementswet van 8 augustus 1997, zijnde 1 januari 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De kandidaten die wensen te worden ingeschreven op de in artikel 27 van de Faillissementswet van 8 augustus 1997 bedoelde kandidatenlijst, dienen uiterlijk voor 1 maart van elk jaar daartoe een schriftelijke aanvraag in bij de voorzitter van de rechtbank van koophandel, onverminderd zijn recht bijkomende andere data te voorzien.

Bij hun schriftelijke aanvraag, moeten de kandidaten een dossier voegen, dat alle nuttige stukken die getuigen van hun bijzondere opleiding en van hun bekwaamheid op het gebied van vereffeningsprocedures bevat. § 2. Het dossier dat aldus voor elke kandidaat op de rechtbank van koophandel wordt bijgehouden bevat naast de in § 1 vermelde stukken bovendien het advies van de voorzitter in handelszaken, de voorzitter van de rechtbank van koophandel en van de procureur des Konings van het arrondissement van de rechtbank van koophandel waar de aanvraag werd gedaan alsmede het advies van de stafhouder van de balie waar de kandidaat op het tableau is ingeschreven. § 3. Onverminderd zijn recht om hierover meerdere algemene vergaderingen bijeen te roepen, roept de voorzitter van de rechtbank van koophandel uiterlijk voor 30 juni van elk jaar, ten minste één algemene vergadering bijeen, om uitspraak te doen over de aanvragen tot inschrijving of tot schrapping van inschrijving op de kandidatenlijst. De beslissing waarbij een inschrijving op de lijst wordt geweigerd wordt met redenen omkleed en wordt vermeld in het proces-verbaal van de algemene vergadering van de rechtbank van koophandel. Het uittreksel van het procesverbaal van de algemene vergadering met de beslissing tot weigering wordt bij gerechtsbrief aan de geweigerde kandidaat ter kennis gebracht. § 4. De aldus opgestelde lijst, die regelmatig wordt bijgewerkt, wordt door de griffie van de rechtbank van koophandel toegestuurd aan alle rechtbanken van koophandel van het land.

Art. 2.De advocaten die onder gelding van de wet van 18 april 1851 op het faillissement, de bankbreuk en de opschorting van betaling, reeds de taak van curator hebben uitgeoefend, moeten de formaliteiten voorgeschreven bij artikel 1, §§ 1 en 2, niet vervullen voor de algemene vergadering, die uiterlijk op 30 juni 1998 wordt bijeengeroepen. Deze personen zullen op de in artikel 1 bepaalde lijst kunnen worden opgenomen tot de algemene vergadering die voor 30 juni 1999 wordt bijeengeroepen, waarbij zij de formaliteiten voorgeschreven bij artikel 1, §§ 1 en 2, moeten vervullen.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van de faillissementswet van 8 augustus 1997.

De advocaten die onder gelding van de wet van 18 april 1851 op het faillissement, de bankbreuk en de opschorting van betaling, reeds de taak van curator hebben uitgeoefend, kunnen tot de eerste, uiterlijk voor 30 juni 1998 bijeengeroepen algemene vergadering de taak van curator verder uitoefenen of als curator aangeduid worden.

Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 december 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK

^