Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 december 2004
gepubliceerd op 24 december 2004

Koninklijk besluit tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen schadelijke organismen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2004022982
pub.
24/12/2004
prom.
05/12/2004
ELI
eli/besluit/2004/12/05/2004022982/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen schadelijke organismen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, inzonderheid op artikel 9;

Gelet op de wet van 17 maart 1993 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten, inzonderheid op de artikelen 4, 1° en 5°, en 5, gewijzigd door de programmawet van 22 december 2003;

Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten, gegeven op 23 maart 2004;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid van 15 maart 2004 en 29 maart 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 maart 2004;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 april 2004;

Gelet op het akkoord van de Europese Commissie, gegeven op 16 september 2004;

Gelet op het advies nr. 37.461/3 van de Raad van State, gegeven op 6 juli 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 2 april 2003;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° « producent van pootaardappelen » : - natuurlijke of rechtspersoon geregistreerd met het oog op de productie van niet-bereide pootaardappelen in de zin van punt 1.2.4 van de bijlage bij het ministerieel besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen, of - producent van hoevepootgoed : natuurlijke of rechtspersoon die voor op het Belgisch grondgebied gelegen percelen een aangifte moet doen in de zin van artikel 10 van het ministerieel besluit van 30 augustus 1999 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al.; 2° « producent van consumptieaardappelen » : natuurlijke of rechtspersoon die op het Belgisch grondgebied consumptieaardappelen teelt met het oog op de verkoop;3° « de Minister » : de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;4° « het Fonds » : het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten;5° « de Dienst » : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

Art. 2.Bij ontstentenis van een jaarlijkse oppervlakteaangifte in samenhang met de toepassing van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, moeten de producenten van consumptieaardappelen bij de Dienst elk jaar tegen uiterlijk 31 mei oprecht en volledig aangifte doen van hun areaal consumptieaardappelen.

Art. 3.De producenten van pootaardappelen moeten aan het Fonds een tijdelijke jaarlijkse crisisbijdrage storten van 20 euro per hectare die in het betreffende kalenderjaar beplant zijn met het oog op de productie van pootgoed.

Art. 4.De producenten van consumptieaardappelen moeten aan het Fonds een tijdelijke jaarlijkse crisisbijdrage storten van 10 euro per hectare die in het betreffende kalenderjaar beplant zijn met het oog op de productie van consumptieaardappelen.

Art. 5.De bijdragen moeten tijdelijk niet meer gestort worden de 1e januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de opgestapelde reserves de som bereiken van 1.500.000 euro.

Zij zullen automatisch weer eisbaar zijn de 1e januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de opgestapelde reserves het plafond bedoeld in het vorige lid niet meer bereiken.

Art. 6.Het bedrag van de in de artikelen 3 en 4 vermelde bijdragen wordt om de twee jaar op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Als referentie-indexcijfer wordt het indexcijfer van de consumptieprijzen genomen dat geldt op 1 januari van het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 7.De bijdragen moeten binnen de dertig dagen na voorlegging van de uitnodiging tot betaling gestort worden. Wanneer de betaling binnen de 90 dagen volgend op de datum van de uitnodiging tot betaling niet is geregistreerd op de rekening van het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten, wordt het bedrag automatisch verhoogd met 20 %, met een minimum van 50 euro.

Art. 8.De bijdragen bedoeld in de artikelen 3 en 4 zijn uitsluitend bestemd voor het geheel of gedeeltelijk vergoeden van directe verliezen ten gevolge van de vernietiging van aardappelen, met uitzondering van de winstderving, tengevolge van de door de Dienst opgelegde maatregelen in het kader van de strijd tegen de volgende schadelijke organismen : - Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al., - Clavibacter michiganensis (Smith) Davis et al. ssp sepedonicus (Spieckermann et Kotthoff ) Davis et al., - Meloidogyne chitwoodi Golden et al., - Meloidogyne fallax Karssen, - Synchytrium endobioticum (Smith) Smith, - Potato spindle tuber viroid.

Art. 9.Om te genieten van een vergoedingsrecht moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden : - in regel zijn met de bijdragen; en - in voorkomend geval, de in artikel 2 bedoelde aangifte ingediend hebben; en - voldaan hebben aan het geheel van de wettelijke verplichtingen in het kader van de strijd tegen de schadelijke organismen bedoeld in artikel 8; en - alle nodige voorzorgsmaatregelen genomen hebben om zijn schade te beperken; en - een aanvraag om vergoeding ingediend hebben door middel van een door de Dienst vastgesteld formulier.

Art. 10.§ 1. Het bedrag van de vergoedingen wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen in bijlage. § 2. De vergoeding voor directe verliezen ten gevolge van de vernietiging van een partij aardappelen wordt uitbetaald aan de producent.

Art. 11.De vergoeding wordt slechts uitbetaald wanneer de aanvrager een verklaring ondertekent van onherroepelijke en onvoorwaardelijke afstand van elk recht en elke rechtsvordering tegen de Belgische Staat in verband met de schadeloosstelling van directe verliezen waarvoor een vergoeding wordt aangeboden in toepassing van artikel 8 van dit besluit.

Deze eventuele verzaking gebeurt op het ogenblik dat de begunstigde volledig inzicht heeft in het bedrag van de vergoeding die hem door het Fonds wordt aangeboden. In voorkomend geval zal slechts tot betaling van de vergoeding worden overgegaan nadat de begunstigde de afstand van voorafgaande actie tegen de Belgische Staat heeft betekend.

In voorkomend geval moet de begunstigde, binnen de perken van de hem door het Fonds toegekende vergoeding, aan het Fonds het bedrag storten van elke vergoeding die hij ontvangen heeft of waarop hij recht heeft krachtens verzekeringspolissen of bij wege van schadevergoeding ingevolge contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheid van derden voor de in het eerste lid bedoelde schade.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

De vergoedingen zijn van toepassing op de met ingang van 2002 door de Dienst verplichte vernietigingen van aardappelen.

Art. 13.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 december 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 december 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^