Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 december 2012
gepubliceerd op 18 januari 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het fonds voor vorming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2012206021
pub.
18/01/2013
prom.
05/12/2012
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het fonds voor vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het fonds voor vorming.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 december 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011 Verlenging van het fonds voor vorming (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2011 onder het nummer 105186/CO/207)

Artikel 1.De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 12 juli 1991, 30 juni 1993, 15 juli 1993, 20 juni 1995, 25 juni 1997, 4 mei 1999, 25 september 2001, 10 juni 2003, 25 juli 2005, 26 juni 2007 en 30 september 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt verlengd van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012.

Art. 2.Artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 wordt, voor de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, vervangen door de volgende tekst : "Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op alle werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst van bediende.".

Art. 3.Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 wordt door de volgende tekst vervangen : "

Art. 2.Overeenkomstig titel XIII, hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006) en in toepassing van de wet van 7 januari 1958 op de fondsen voor bestaanszekerheid, sluit het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid een collectieve arbeidsovereenkomst houdende verlenging van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds voor de bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven van de risicogroepen en bedienden in de scheikundige nijverheid" hierna genoemd "Fonds voor de beroepsvorming van de bedienden in de scheikundige nijverheid" en waarvan de statuten hierna worden vastgelegd.".

Art. 4.De eerste zin van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 wordt door de volgende tekst vervangen : "Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de duur van twee jaar, te weten van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012.".

Art. 5.Artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 wordt als volgt aangevuld : "Tijdens het eerste jaar tewerkstelling van een bediende in de scheikundige nijverheid wordt een recht op één dag opleiding met betrekking tot algemene introductie/veiligheid/preventie/ergonomie ingevoerd. Die dag kan, in onderling overleg en voor zover dit de arbeidsorganisatie niet verstoort, eventueel opgesplitst worden in uren. Er wordt, in het kader van de werkzaamheden van het fonds voor vorming, bijzondere aandacht geschonken aan opleiding inzake algemene introductie/preventie, veiligheid en ergonomie, inzonderheid voor de nieuw aangeworven bedienden.

De sociale partners voor de bedienden van de scheikundige nijverheid hebben met het invoeren van deze maatregelen gunstig gevolg gegeven aan de oproep uit het interprofessioneel akkoord 2007-2008 om de vormingsinspanningen te verhogen.".

Art. 6.Artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 wordt door de volgende tekst vervangen : "

Art. 11.De werkgeversbijdrage die aan het fonds gestort wordt, bedraagt 0,20 pct. van de bruto weddemassa van de werknemers onder arbeidsovereenkomst voor bedienden voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, overeenkomstig titel XIII, hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006) en het koninklijk besluit van 19 maart 2007 ter activering van de inspanning ten voordele van personen die tot de risicogroepen behoren en van de inspanningen ten bate van de actieve begeleiding en opvolging van werklozen voor de periode 2007-2008 (Belgisch Staatsblad van 28 maart 2007).

Van de hierboven vermelde totaal gestorte middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage van 0,05 pct. op de brutolonen van de bedienden integraal gebruikt worden voor collectieve opleidingsprojecten.

Een deel van de middelen zal gedurende de periode van deze collectieve arbeidsovereenkomst in het bijzonder worden aangewend om volgende 3 projecten vorm te geven en verder uit te werken : 1. een betere integratie in de sector van personen met een handicap;2. de internationale solidariteit;3. een verbetering van de instroom van jongeren en promotie van de sector bij de jongeren. De concrete modaliteiten en middelen voor deze 3 projecten zullen worden bepaald door het beheerscomité van het fonds voor vorming.

De sociale partners van de scheikundige nijverheid zullen gedurende de periode van de collectieve arbeidsovereenkomst binnen het fonds voor vorming eveneens de nodige initiatieven nemen ten einde de participatiegraad jaarlijks te verhogen met 5 pct..

De bedrijven die gelijkaardige initiatieven hebben genomen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling van de risicogroepen, en deze hebben bekrachtigd in een collectieve arbeidsovereenkomst, neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, uiterlijk op 1 oktober 2011 voor het jaar 2011 en uiterlijk op 1 oktober 2012 voor het jaar 2012 zijn van deze bijdrage vrijgesteld.".

Art. 7.Artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 wordt vervangen door de volgende tekst : "

Art. 14.Voor de dossiers voor de periode lopende vanaf 1 januari 2008 ingediend bij het fonds volgens de door het beheerscomité vastgestelde regels kan een onderneming van het fonds nooit een bedrag verkrijgen dat hoger is dan het bedrag dat zij voor haar bedienden gestort heeft sedert 1 januari 2008 uit hoofde van een bijdrage van 0,15 pct.

Indien het gaat om een groep van ondernemingen die gezamenlijk handelen, mag het van het vormingsfonds te verkrijgen maximum bedrag nooit hoger zijn dat de som van de bijdragen die gestort werden sedert 1 januari 2008 uit hoofde van een bijdrage van 0,15 pct., behoudens uitzonderingen goedgekeurd door het beheerscomité van het Vormingsfonds.

Als uitzondering op hetgeen bepaald is in de vier vorige alinea's, kan evenwel het beheerscomité van het vormingsfonds, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, beslissen of het een terugbetaling voorziet die het bedrag zoals bepaald in de vorige alinea's overschrijdt, maar die in dit geval geplafonneerd is tot 5.000 EUR per jaar overeenkomstig door het beheerscomité van het vormingsfonds te bepalen regels.

Als uitzondering op hetgeen bepaald is in de drie vorige alinea's, kan evenwel het beheerscomité van het vormingsfonds, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, overeenkomstig de door het beheerscomité te bepalen regels, beslissen dat het een financiële tussenkomst toekent aan de bedrijven die, zoals voorzien in artikel 11, gelijkaardige initiatieven hebben genomen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling van de risicogroepen, en deze hebben bekrachtigd in een collectieve arbeidsovereenkomst van de onderneming of van een groep van ondernemingen, neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.".

Art. 8.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2011 en eindigt op 31 december 2012.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 december 2012.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^