Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 februari 2016
gepubliceerd op 02 maart 2016

Koninklijk besluit houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de voorzitter van het Beheerscomité van de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie van het Ministerie van Landsverdediging

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2016007046
pub.
02/03/2016
prom.
05/02/2016
ELI
eli/besluit/2016/02/05/2016007046/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 FEBRUARI 2016. - Koninklijk besluit houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de voorzitter van het Beheerscomité van de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie van het Ministerie van Landsverdediging


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, eerste lid;

Gelet op de wet van 10 april 1973 houdende oprichting van een Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie van het Ministerie van Landsverdediging, artikel 5, § 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de voorzitter van het Beheerscomité van de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 1979;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 september 2015;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 1 oktober 2015;

Gelet op het akkoord van de Minister belast met Ambtenarenzaken, gegeven op 2 oktober 2015;

Gelet op het advies nr. 58.343/4 van de Raad van State, gegeven op 16 november 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het protocol van de onderhandelingen van het Sectorcomité XIV, gesloten op 18 december 2015;

Overwegende het advies van het Beheerscomité, gegeven op 13 mei 2015;

Op de voordracht van de Minister van Defensie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Niemand kan worden benoemd tot voorzitter van het Beheerscomité van de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie van het Ministerie van Landsverdediging - hierna "Centrale Dienst" genoemd - indien hij niet aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° Belg zijn of burger van een andere Staat die deel uitmaakt van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat;2° een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking;3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;4° aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;5° houder zijn van een basisdiploma van de 2e cyclus (vb. licentiaat/master) van universitair onderwijs of van hoger onderwijs van het academisch niveau en over een managementervaring van minstens 6 jaar beschikken of minimaal 10 jaar nuttige professionele ervaring hebben. Onder managementervaring wordt verstaan een ervaring inzake beheer binnen een openbare dienst of een organisatie uit de private sector. Onder nuttige professionele ervaring wordt verstaan een ervaring in een domein dat verband houdt met een van de opdrachten van de Centrale Dienst; 6° over een goede kennis over de structuur en werking van het Ministerie van Landsverdediging beschikken.

Art. 2.§ 1. De oproep tot kandidaatstelling voor de functie van voorzitter van het Beheerscomité van de Centrale Dienst wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. § 2. De voorzitter van het Beheerscomité van de Centrale Dienst wordt door Ons, op voordracht van Onze Minister van Defensie benoemd. § 3. De voorzitter van het Beheerscomité van de Centrale Dienst kan door Ons, al dan niet op zijn verzoek en na een opzeggingstermijn van minstens drie maanden, uit zijn ambt worden ontheven, of ambtshalve en zonder opzeggingstermijn worden ontslagen indien hij niet meer voldoet aan de in artikel 1, § 1, 1° t.e.m. 3° van dit besluit gestelde vereisten.

Art. 3.Met uitsluiting van elke bezoldiging ten laste van de Centrale Dienst geniet de voorzitter van een vergoeding waarvan het jaarlijks bedrag op 10.621 euro is vastgesteld.

Die vergoeding wordt maandelijks na vervallen termijn uitbetaald.

De maandvergoeding is gelijk aan één twaalfde van de jaarlijkse vergoeding.

Is de maandvergoeding niet volledig verschuldigd, dan wordt zij op evenredige wijze uitbetaald, overeenkomstig de regel die bepaald is in de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt wanneer de maandelijkse wedden niet volledig is verschuldigd.

Het mobiliteitsstelsel dat van toepassing is op de lonen van de federale personeelsleden is eveneens van toepassing op de vergoeding van de voorzitter. Ze is verbonden met de spilindex 138,01 (=1981).

Art. 4.§ 1. De reis- en verblijfskosten van de voorzitter worden vergoed, overeenkomstig de reglementaire bepalingen inzake reis- en verblijfskosten die op de federale personeelsleden van toepassing zijn. Daartoe wordt het ambt van de voorzitter geacht een ambt te zijn bekleed met de klasse A5 in de hiërarchie van de rijksambtenaren. § 2. Daarenboven worden aan de voorzitter, op voorlegging van de nodige verantwoordingsstukken, de representatiekosten terugbetaald.

Art. 5.Het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de voorzitter van het Beheerscomité van de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 1979, wordt opgeheven.

Art. 6.De artikelen 3 en 4 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 23 februari 2015.

Art. 7.De minister bevoegd voor Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 februari 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Defensie, Steven VANDEPUT

^