Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 februari 2019
gepubliceerd op 20 februari 2019

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2013 in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019200237
pub.
20/02/2019
prom.
05/02/2019
ELI
eli/besluit/2019/02/05/2019200237/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/11/2013 pub. 03/12/2013 numac 2013206367 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen sluiten in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), artikel 191, § 3, vervangen bij de wet van 27 december 2012 en gewijzigd bij de wet van 26 december 2013;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 november 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/11/2013 pub. 03/12/2013 numac 2013206367 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen sluiten in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I);

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 28 november 2017;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 november 2017;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 juli 2018;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 7 december 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.- In artikel 2 van het koninklijk besluit van 26 november 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/11/2013 pub. 03/12/2013 numac 2013206367 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen sluiten in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 augustus 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 6° worden de woorden "de aanvraag wordt gedaan" vervangen door de woorden "de aanvraag wordt goedgekeurd";2° de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt : "8° In afwijking van 6° kunnen verschillende paritaire comités en subcomités gezamenlijk een aanvraag indienen.Deze aanvraag wordt ingediend bij de directeur-generaal van de Algemene Directie Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg door de voorzitter van één van de betrokken paritaire comités of subcomités.

De aanvraag bevat een duidelijke oplijsting van de betrokken paritaire comités of subcomités en moet door elk van deze worden goedgekeurd.

De voorwaarden uit artikel 2 zijn van toepassing op alle paritaire comités of subcomités die samen de aanvraag hebben ingediend."; 3° een bepaling onder 9° wordt ingevoegd, luidende : "9° Ingeval zowel een paritair comité als één of meerdere onderliggende paritaire subcomités een afzonderlijke aanvraag bezorgen of ingeval meerdere paritaire subcomités van eenzelfde paritair subcomité een afzonderlijke aanvraag bezorgen, wordt er bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de aanvraag enkel rekening gehouden met de afzonderlijke aanvraag van het desbetreffend paritair comité of subcomité.".

Art. 2.- Artikel 4 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : "

Art. 4.§ 1. - Indien de som (S) van de gevraagde bijkomende financiële middelen (FM) van alle projecten die overeenkomstig artikel 2 werden ingediend en voldoen aan de voorwaarden van dit artikel, groter is dan het bedrag (T) in artikel 7, wordt het totaal van de gevraagde bijkomende financiële middelen van deze projecten, verminderd zodat S gelijk wordt aan T. Voor elk paritair comité of subcomité dat een project heeft ingediend, wordt daartoe een verdeelsleutel K bepaald die gelijk is aan het gemiddeld aantal arbeidskrachten tewerkgesteld door de werkgevers van het betrokken paritair comité of subcomité, berekend op basis van de aangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, in de twee jaren voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag voor de bijkomende financiële middelen wordt ingediend.

De factor TK is gelijk aan het totaal van de verdeelsleutels K van alle paritaire comités en subcomités die een ontvankelijk project hebben ingediend. § 2. Voor elk paritair comité of subcomité dat een project heeft ingediend, wordt een minimaal bedrag (MB) van 150.000 euro toegekend.

Indien dit minimaal bedrag hoger zou zijn dan de gevraagde bijkomende financiële middelen (FM), wordt dit bedrag beperkt tot de gevraagde middelen.

Het te verdelen saldo (VS) is gelijk aan het bedrag (T) verminderd met het totaal aan minimale bedragen (MB) verdeeld over de verschillende paritaire comités en subcomités. § 3. Per paritair comité of subcomité worden de toegekende middelen (TM) vastgelegd als het resultaat van de berekening TM = MB + VS x K/TK Indien TM groter is dan FM voor het project van het betrokken paritair comité of subcomité, dan wordt TM beperkt tot het bedrag FM. § 4. Indien de som van alle toegekende middelen (TM) zoals berekend in paragraaf 3 kleiner is dan het bedrag T, dan wordt het saldo (R), zijnde het verschil tussen beide, toegewezen aan de projecten voor volgend bedrag: R x K/TK Enkel de paritaire comités en subcomités waarbij het bedrag TM kleiner is dan het bedrag FM komen in aanmerking voor de toewijzing van een gedeelte van het saldo R. Voor de bepaling van de factor TK wordt enkel rekening gehouden met de factor K van deze paritaire comités of subcomités.

Het saldo (R) wordt toegevoegd aan de toegekende middelen (TM). Indien ten gevolge van deze toewijzing TM groter is dan FM voor het project van het betrokken paritair comité of subcomité, dan wordt TM beperkt tot het bedrag FM. § 5. Indien na toepassing van paragraaf 4 de som van alle toegekende middelen (TM) nog steeds kleiner is dan het bedrag T dan wordt de berekening van paragraaf 4 herhaald.

Ingeval na toepassing van het eerste lid, de som van alle toegekende middelen (TM) nog steeds kleiner is dan het bedrag T, dan wordt het saldo tussen beide toegekend aan het project van het paritair comité of subcomité waarbij het verschil tussen de toegekende middelen (TM) en gevraagde financiële middelen (FM) het grootst is.

Indien ten gevolge van de toewijzing in het tweede lid, TM groter is dan FM voor het project van het betrokken paritair comité of subcomité, dan wordt TM beperkt tot het bedrag FM. § 6. Voor de toepassing van dit artikel worden alle ontvankelijke projecten voor dezelfde periode van eenzelfde paritair comité of subcomité als één enkel project beschouwd.

Indien een project gezamenlijk wordt ingediend door meerdere paritaire comités of subcomités, dan worden deze comités voor de toepassing van dit artikel als één paritair comité beschouwd.

Ingeval zowel een paritair comité als één of meerdere onderliggende paritaire subcomités afzonderlijk een project indienen, dan wordt voor het bepalen van de verdeelsleutel K van het paritair comité geen rekening gehouden met de arbeidskrachten vallend onder de onderliggende paritaire subcomités die afzonderlijk van het paritair comité projecten hebben ingediend.".

Art. 3.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 4/1.- De onder artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar deelt vóór 1 november volgend op de uiterste indieningstermijn aan de voorzitter van elk paritair comité of subcomité dat een aanvraag heeft ingediend mee of de aanvraag beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 191, § 3, van de voornoemde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten en van artikel 2 en derhalve ontvankelijk is.

Ten laatste op 1 december volgend op de uiterste indieningstermijn deelt de ambtenaar het bedrag van de toegekende middelen mee aan de voorzitter van elk paritair comité of subcomité.

Indien het bedrag lager is dan de gevraagde middelen (FM) als bedoeld in artikel 2, 4°, moet het paritair comité of subcomité het project aanpassen. Nadat het paritair comité of subcomité de aanpassing heeft goedgekeurd, wordt deze ingediend door de voorzitter ervan bij de in artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar.".

Art. 4.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 4/2 ingevoegd, luidende : "

Art. 4/2.- Ten laatste op 1 februari van het kalenderjaar volgend op de uiterste indieningstermijn bedoeld in artikel 2, 7° bezorgt de instelling verantwoordelijk voor het project of de voorzitter van het paritair comité of subcomité een samenvatting van het project met vermelding van het voorziene budget en het beoogd aantal deelnemers per actie of activiteit.

Deze samenvatting wordt gepubliceerd op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg.".

Art. 5.- In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 augustus 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 1° wordt vervangen door volgende bepaling : "1° er kunnen pas betalingen uitgevoerd worden na de mededelingen bedoeld in artikel 4/1, tweede lid door de in artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar;"; 2° in 3° worden de woorden "het gevraagd bedrag dat in voorkomend geval werd aangepast overeenkomstig artikel 4" vervangen door de woorden "het bedrag bedoeld in artikel 4/1, tweede lid";3° 4°wordt vervangen door volgende bepaling : "4° per ontvankelijke aanvraag wordt in de loop van het kalenderjaar volgend op de uiterste indieningstermijn bedoeld in artikel 2, 7°, een tweede schijf uitgekeerd van 40 % van het bedrag bedoeld in artikel 4/1, tweede lid, op voorwaarde dat : - de in artikel 2, 6°, bedoelde ambtenaar een tussentijds verslag heeft ontvangen betreffende de uitgevoerde acties of activiteiten en betreffende de uitgaven die daarvoor effectief werden gedaan; - dit tussentijds verslag wordt vergezeld van een verslag van de revisor of accountant als bedoeld in artikelen 12 en 13 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid waaruit blijkt of : 1° alle vermelde uitgaven gemaakt werden voor de uitvoering van acties of activiteiten die deel uitmaken van het ingediende project of met het in voorkomend geval door het paritair comité of paritair subcomité aangepast project;2° alle vermelde uitgaven gemaakt werden voor acties of activiteiten die werden uitgevoerd binnen de periode bedoeld in artikel 3; - het tussentijds verslag en het verslag bedoeld in het tweede streepje worden besproken door het paritair comité of subcomité waarna het paritair comité of subcomité het tussentijds verslag geheel of gedeeltelijk goedkeurt; - het in artikel 190, § 3, van voornoemde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten bedoeld evaluatieverslag en financieel overzicht met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar, beide neergelegd zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 190, § 3, eerste tot derde lid, van dezelfde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten;

De instelling verantwoordelijk voor het project verzendt de stukken bedoeld in het eerste en tweede streepje en het verslag van de bespreking en goedkeuring door het paritair comité of subcomité bedoeld in het derde streepje en vermeldt eveneens de datum van neerlegging van het evaluatieverslag en het financieel overzicht bedoeld in het vierde streepje.;"; 4° 5° wordt vervangen door volgende bepaling : "5° per ontvankelijke aanvraag, wordt het resterend saldo van 10 % pas uitgekeerd in de loop van het tweede jaar volgend op de termijn bedoeld in artikel 195, § 1, derde lid, van voornoemde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten, op voorwaarde dat : - de in artikel 2, 6°, bedoelde ambtenaar een gedetailleerd eindverslag heeft ontvangen betreffende de uitgevoerde acties of activiteiten en betreffende de uitgaven die daarvoor effectief werden gedaan; - dit eindverslag wordt vergezeld van een verslag van de revisor of accountant als bedoeld in artikelen 12 en 13 van de voormelde wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten waaruit blijkt of : 1° alle vermelde uitgaven gemaakt werden voor de uitvoering van acties of activiteiten die deel uitmaken van het ingediende project of met het in voorkomend geval door het paritair comité of paritair subcomité aangepast project;2° alle vermelde uitgaven gemaakt werden voor acties of activiteiten die werden uitgevoerd binnen de periode bedoeld in artikel 3; - het eindverslag en het in het tweede streepje bedoelde verslag worden besproken door het paritair comité of subcomité waarna het paritair comité of subcomité het verslag geheel of gedeeltelijk goedkeurt; - het in artikel 190, § 3, van voornoemde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten bedoeld evaluatieverslag en financieel overzicht met betrekking tot de voorgaande twee kalenderjaren, beide neergelegd zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 190, § 3, eerste tot derde lid, van dezelfde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten, waarbij de uitgevoerde acties of activiteiten en hun kostprijs duidelijk zijn opgenomen in deze verslagen en overzichten;

De instelling verantwoordelijk voor het project verzendt de stukken bedoeld in het eerste en tweede streepje en het verslag van de bespreking en goedkeuring door het paritair comité of subcomité bedoeld in het derde streepje en vermeldt eveneens de data van neerlegging van de evaluatieverslagen en financiële overzichten bedoeld in het vierde streepje."; 5° Het artikel wordt aangevuld met een tweede, derde, vierde en vijfde lid, luidend als volgt : "Indien de instelling die op het niveau van de sector verantwoordelijk is voor het project zoals bedoeld in artikel 2, 3° geen fonds van bestaanszekerheid als bedoeld in de voormelde wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten is, dan wordt het tussentijds verslag bedoeld in het eerste lid, 4° en het eindverslag bedoeld in het eerste lid, 5°, in afwijking van het eerste lid, 4°, tweede streepje en 5°, tweede streepje, vergezeld door een verslag van de commissaris die belast is met de controle van de vereniging bedoeld in artikel 17 van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen, waaruit blijkt of: 1° alle vermelde uitgaven gemaakt werden voor de uitvoering van acties of activiteiten die deel uitmaken van het ingediende project of met het in voorkomend geval door het paritair comité of paritair subcomité aangepast project;2° alle vermelde uitgaven gemaakt werden voor acties of activiteiten die werden uitgevoerd binnen de periode bedoeld in artikel 3. Indien de instelling geen vereniging is zonder winstoogmerk of indien geen commissaris is benoemd, dan wordt het verslag opgesteld door een lid, natuurlijk persoon of rechtspersoon, van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, daartoe benoemd door de algemene vergadering van de vereniging of door het leidinggevend orgaan van de verantwoordelijke instelling.

Het tussentijds verslag bedoeld in het eerste lid, 4°, eerste streepje en het eindverslag bedoeld in het eerste lid, 5°, eerste streepje : - hebben een structuur en indeling als bij de gedetailleerde beschrijving van het project bedoeld in artikel 2, 4°; - bevatten een overzicht van de uitgevoerde acties of activiteiten met vermelding van het aangewend budget en het aantal deelnemers dat bereikt werd per actie of activiteit. Dit overzicht wordt gepubliceerd op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg; - bevatten een gedetailleerd kostenoverzicht bestaande uit : a) een overzichtslijst van alle facturen voor uitgaven in het kader van dit project met vermelding van het bedrag, de factuurdatum en de dienstverlener;b) in voorkomend geval een overzichtslijst van alle premies uitgereikt in het kader van dit project aan jongeren of ondernemingen met vermelding van de periode waarvoor deze worden toegekend;c) een overzicht van alle andere uitgaven in het kader van dit project en de onderliggende berekeningen. Het paritair comité of subcomité kan enkel zijn goedkeuring geven aan de acties of activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven: - ten voordele van de personen die nog geen 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren, - die rechtstreeks of onrechtstreeks leiden tot werk voor jongeren via het aanbod van ingroeibanen, en - uitgevoerd in de periode bedoeld in artikel 3.

In geval van gedeeltelijke goedkeuring bedoeld in het eerste lid, 4°, derde streepje en 5°, derde streepje, vermeldt het paritair comité of paritair subcomité in zijn beslissing duidelijk het bedrag waarvoor respectievelijk het tussentijds verslag en het eindverslag worden goedgekeurd.

De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening staat in voor de terugvordering van de uitbetalingen in toepassing van artikel 6, § 1, vierde lid en § 2, vierde en vijfde lid.".

Art. 6.- Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 augustus 2015, wordt vervangen als volgt : "

Art. 6.§ 1. Wanneer de in artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar het tussentijds verslag bedoeld in artikel 5, eerste lid, 4°, niet heeft ontvangen op 1 juni van het kalenderjaar volgend op de uiterste indieningstermijn bedoeld in artikel 2, 7° dan richt hij een schrijven aan de instelling verantwoordelijk voor het project om dit te melden en wijst hij op de noodzakelijke documenten bedoeld in artikel 5, eerste lid, 4°.

Wanneer de in artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar wel een tussentijds verslag heeft ontvangen, maar dit verslag onvolledig of onduidelijk is, of als bepaalde stukken als bedoeld in artikel 5, eerste lid, 4°, ontbreken dan richt hij een schrijven aan de instelling verantwoordelijk voor het project om dit te melden. De instelling beschikt over een termijn van één maand om de noodzakelijke stappen te nemen om volledig aan de bepalingen van artikel 5, eerste lid, 4° te voldoen.

De tweede schijf van 40 % bedoeld in artikel 5, eerste lid, 4° wordt enkel uitbetaald als de stukken bedoeld in artikel 5, eerste lid, 4° volledig zijn overgemaakt en indien de uitgaven goedgekeurd door het paritair comité of subcomité minstens 35 % bedragen van het toegekende budget van het project.

Indien de in artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar vóór 1 november van het kalenderjaar volgend op de uiterste indieningsdatum bedoeld in artikel 2, 7° het tussentijds verslag bedoeld in artikel 5, eerste lid, 4°, niet heeft ontvangen dan wordt het project geacht te zijn stopgezet en wordt de eerste schijf bedoeld in artikel 5, eerste lid, 3° teruggevorderd. § 2. Wanneer de in artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar het eindverslag bedoeld in artikel 5, eerste lid, 5°, niet heeft ontvangen op 1 juni van het tweede jaar volgend op de termijn bedoeld in artikel 195, § 1, derde lid, van voornoemde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten dan richt hij een schrijven aan de instelling verantwoordelijk voor het project om dit te melden en wijst hij op de noodzakelijke documenten bedoeld in artikel 5, eerste lid, 5°.

Wanneer de in artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar wel een eindverslag heeft ontvangen, maar dit verslag onvolledig of onduidelijk is, of als bepaalde stukken als bedoeld in artikel 5, eerste lid, 5°, ontbreken dan richt hij een schrijven aan de instelling verantwoordelijk voor het project om dit te melden. De instelling beschikt over een termijn van één maand om de noodzakelijke stappen te nemen om volledig aan de bepalingen van artikel 5, eerste lid, 5° te voldoen.

Het resterend saldo bedoeld in artikel 5, eerste lid, 5°, eventueel verhoogd met de tweede schijf van 40 % bedoeld in artikel 5, eerste lid, 4° indien deze tweede schijf niet werd uitbetaald, wordt enkel uitbetaald als de stukken bedoeld in artikel 5, eerste lid, 5° volledig zijn overgemaakt. Het resterend saldo wordt beperkt tot het gedeelte van de uitgaven goedgekeurd door het paritair comité of subcomité dat de reeds ontvangen betalingen van de eerste schijf bedoeld in artikel 5, eerste lid, 3° en de tweede schijf bedoeld in artikel 5, eerste lid, 4° overschrijdt.

Indien de uitgaven goedgekeurd door het paritair comité of subcomité kleiner zijn dan de eerste schijf bedoeld in artikel 5, eerste lid, 3° en de tweede schijf bedoeld in artikel 5, eerste lid, 4°, dan wordt het gedeelte van de uitbetaalde bedragen dat hoger is dan het goedgekeurde bedrag in het eindverslag of in het tussentijds verslag, teruggevorderd.

Indien de in artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar vóór 1 november van het tweede jaar volgend op de termijn bedoeld in artikel 195, § 1, derde lid, van voornoemde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten het eindverslag bedoeld in artikel 5, eerste lid, 5°, niet heeft ontvangen, dan wordt het project geacht te zijn stopgezet en worden de eerste schijf bedoeld in artikel 5, eerste lid, 3° en de tweede schijf bedoeld in artikel 5, eerste lid, 4° teruggevorderd voor het gedeelte van deze bedragen die de uitgaven goedgekeurd door het paritair comité of subcomité in het tussentijds verslag overschrijden. § 3. De ambtenaar bedoeld in artikel 2, 6° maakt een kopie van zijn brieven bedoeld in § 1, eerste en tweede lid en § 2, eerste en tweede lid, aan de instelling verantwoordelijk voor het project over aan de voorzitter van het paritair comité of subcomité.

De ambtenaar bedoeld in artikel 2, 6° deelt zijn beslissingen op grond van dit artikel aan de voorzitter van het paritair comité of subcomité mee.".

Art. 7.- In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 september 2014, worden de woorden ", aangevuld met het bedrag zoals bedoeld in artikel 30, § 1, van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact zoals geïnd in de periode van twee jaar gelegen voorafgaand aan de datum bedoeld in artikel 190, § 2, tweede lid, van dezelfde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten" opgeheven.

Art. 8.- Artikel 8 wordt vervangen als volgt: "

Art. 8.- In de situaties als bedoeld in artikel 6, § 1, eerste en tweede lid en het artikel 6, § 2, eerste en tweede lid zal er, indien gewenst, op vraag van de instelling verantwoordelijk voor het project, het betrokken paritair comité of het betrokken paritair subcomité een overlegvergadering plaatsvinden met de in artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar of zijn afgevaardigde."

Art. 9.- De wijzigingen van dit besluit zullen ten laatste op 30 juni 2021 worden geëvalueerd.

Art. 10.- Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2019. Het is niet van toepassing op de projecten die aanvingen op of vroeger dan 1 januari 2016 en ten laatste eindigen op 31 december 2017. Het is evenmin van toepassing op de projecten die aanvingen op 1 januari 2018 en ten laatste eindigen op 31 december 2019.

Art. 11.- De minister die bevoegd is voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 februari 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS

^