Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juli 2010
gepubliceerd op 10 augustus 2010

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2010000418
pub.
10/08/2010
prom.
05/07/2010
ELI
eli/besluit/2010/07/05/2010000418/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 JULI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb te Uwer ondertekening voor te leggen, heeft tot doel het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone, verder ARPC genoemd, te wijzigen.

Een loon bestaat uit meerdere loonelementen. Elk loonelement wordt toegewezen aan een economische code. Aan elk loonelement wordt een verdere identificatie toegekend, teneinde in de budgettaire boekhouding een nog gedetailleerdere registratie mogelijk te maken. De eerste aanpassing in onderhavig besluit kent aan elk loonelement een numerieke identificatie toe, verder suffix genoemd. Elke suffix bestaat uit één reeks van twee cijfers.

Eén enkele economische code omvat één of meerdere loonelementen.

Teneinde een uniform gebruik te bewerkstelligen, moet de toekenning van een loonelement aan een economische code gebeuren conform de tabel bijgevoegd als bijlage 5. De twee cijfers van de suffix kunnen aan de economische code worden toegevoegd en maken zo een registratie in de budgettaire boekhouding mogelijk. Niettemin heeft deze wijziging van het koninklijk besluit niet tot doel om het gebruik van de suffixen te verplichten, maar om een uniform gebruik te garanderen. Zones die op het niveau van de suffixen wensen te registreren, mogen geen andere codering volgen dan deze opgenomen in bijlage 5.

Wanneer een politiezone ervoor kiest om op het subniveau van de suffixen te werken moet zij deze op het niveau van de economische code, waarop de suffix(en) betrekking heeft (hebben) totaliseren. Dit garandeert de leesbaarheid en vergelijkbaarheid van de gegevens, ongeacht de werkingsmethode van de zone.

Teneinde een transparante uniforme boekhouding te kunnen voeren, is een duidelijke, afzonderlijke omschrijving van elke dotatie en financiële bijdrage noodzakelijk. Om dit mogelijk te maken, werd voor elke federale en gemeentelijke dotatie een afzonderlijk begrotingsartikel voorzien door middel van een unieke combinatie van de functionele code met de economische code waaraan een specifieke omschrijving wordt toegevoegd. Deze unieke combinatie maakt het voorwerp uit van de tweede voorgestelde wijziging en werd bepaald in bijlage 6, toegevoegd aan huidig ontwerp.

De berekening van de vaste uitgaven die betrekking hebben op de personeelsleden van de lokale politie, waaronder de wedden, lonen, premies en vergoedingen, wordt sinds 1 januari 2010 niet meer verricht door de Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven (CDVU), maar door de nieuwe loonmotor van het Secretariaat van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus (SSGPI). Om de problemen die zich in het verleden hebben gesteld te kunnen isoleren, moet er een onderscheid worden gemaakt tussen de berekeningen aangeleverd door de CDVU en deze aangeleverd door het SSGPI. Hiertoe worden in de algemene boekhouding afzonderlijke algemene rekeningen voorzien voor de berekeningen aangeleverd door de CDVU (AR 45300, 45400, 45500, 45820) en deze aangeleverd door het SSGPI (AR 45301, 45401, 45501, 45821).

Deze derde aanpassing vindt plaats in bijlage 3.

De nomenclatuur van de inventaris en de boekhoudkundige waarderingsregels van de goederen, zoals deze gelden overeenkomstig de bijlage bij het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit, werden eveneens aan dit koninklijk besluit toegevoegd in bijlage 7.

De functionele en economische classificatie, de classificatie van de algemene en individuele rekeningen alsook van de minimale rekeningenstelsels werden aan dit besluit toegevoegd in bijlagen 1, 2, 3 en 4.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM

5 JULI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de artikelen 33 en 34;

Gelet op de nieuwe gemeentewet, het artikel 239, gewijzigd bij de wet van 27 mei 1989;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone;

Gelet op het advies van de Adviesraad van burgemeesters, gegeven op 2 december 2009;

Gelet op advies van de Raad van State, gegeven op 3 februari 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt : « « bijzondere rekenplichtige » : de financiële raadgever en financiële beheerder van de lokale politie bedoeld in artikel 30 van de wet.»; 2° het artikel wordt aangevuld met een 17°, luidende : « 17° « suffix » : de numerieke identificatie, bestaande uit 1 reeks van 2 cijfers, die de toewijzing van een (loon)element aan een economische code bepaalt waarop ze betrekking heeft.»

Art. 2.In artikel 21, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden « overeenkomstig de bijlage van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit » vervangen door de woorden « overeenkomstig de bijlage 7 ».

Art. 3.Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 41.§ 1. De toegepaste functionele en economische classificatie, de classificatie van de algemene en individuele rekeningen alsook van de minimale rekeningstelsels en van de suffixen zijn vastgelegd in de bijlagen 1, 2, 3, 4 en 5. § 2. Het staat de politiezone vrij de suffixen al dan niet toe te voegen aan de economische code. Enkel de codering opgenomen in bijlage 5 mag gebruikt worden bij de toevoeging van de suffixen aan de economische code. § 3. Wanneer een politiezone de voorkeur heeft om op het subniveau van de suffixen te werken moet zij deze op het niveau van de economische code waarop de suffix(en) betrekking heeft (hebben) totaliseren, teneinde de leesbaarheid en vergelijkbaarheid van de gegevens te garanderen. § 4. De functionele code en de economische code betreffende de federale, de gemeentelijke dotatie(s) en financiële bijdragen worden eenduidig bepaald in de bijlage 6. »

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 66quater ingevoegd, luidende : «

Art. 66quater.Het Secretariaat van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, maakt per in artikel 66 bedoelde begunstigde, de boekhoudkundige stukken, de betalingsstukken en de verantwoordingsstukken op die betrekking hebben op hun geldelijke rechten conform de toegepaste functionele en economische classificatie, de classificatie van de algemene en individuele rekeningen alsook van de minimale rekeningstelsels en van de suffixen.

Het Secretariaat levert eveneens de subtotalen op het niveau van de functioneel-economische-suffix code alsook op het niveau van de functioneel-economische code aan. »

Art. 5.In hetzelfde besluit worden zeven bijlagen ingevoegd genummerd van 1 tot 7, die als bijlagen 1 tot 7 zijn gevoegd bij dit besluit.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011, met uitzondering van artikel 5 dat heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.

Art. 7.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juli 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^